LeovüiF^LA.1 21 Uw leven is er mee gemoeid: geweren staan op schot, voetangels en klemmen zijn uitgezet!' Laas van Gunst jr. maakte me verder opmerkzaam op de leeftijd van de boer derij. Op dc foto is nog iets wits op de schoorsteen te zien. Daar bevindt zich namelijk een muuranker bestaande uit de cijfers 17 79 met daarboven in het midden een eend. Zoiets is geweldige informatie. Door mijn onderzoek naar kooien weet ik dat dit gebouw een vervanging van een ouder bouwwerk is. Deze nieuwbouw was in opdracht van de weduwe van Andries Gerbens, Neeltje Romkes. Haar zoon Romke Andries is in die periode al de pachter van de kooiplaats in Ryptsjerk. Moeder Neeltje Romkes woont dan te Tyt- sjerk op de Lytse Geast. Romke Andries, die in 1767 is getrouwd met Antje Gercks, is zijn gehele leven op de kooiplaats blij ven wonen en als zijn moeder gestorven is, erft hij deze kooiplaats. Als hij in 1811 een achternaam moet aannemen wordt dit 'Kooistra'. Pas op 9 november 1829 over lijdt Romke en wordt het bezit verkocht. Het is bijzonder dat men eeuwen lang op deze plek de kost kon verdienen met het melken van een paar koeien en het vangen van eenden. De oudste melding van de kooi is van 1685, zoals op de kaart van B. Schotanus van de grietenij Tietjerk- steradeel is te zien. Als Andries Gerbens en Neetje Romkes in 1755 de kooiplaats Vooraanzicht van de kooiplaats met twee kooihondjes Collectie familie van Gunst kopen staat er in de akte 'sekere huisinge schuire hovinge bomen en plantagie Kooij met het veerspil van dien zamt Zathc en landen daaronder behorende en daarbij behorende watermolen cum annexis'. Tot slot nog een paar andere zaken die Laas van Gunst in dit gesprek vertelde. Zijn vader molk ongeveer 15 koeien. De gevangen eenden kwamen in de molken kelder om ze koel te houden voordat ze werden afgevoerd. Als men het had over de 'koai-einen' bedoelde men de makke eenden in de kooi. Het meest werden er gewone wilde eenden gevangen maar ook wel smienten, talingen en slobben. In tegenstelling tot de Casteleins hield men er geen makhok meer op na om bijvoor beeld wilde smienten over te houden en die later weer te gebruiken als lokeenden. Tijdens de grote overstromingen werd er veel schade aangericht aan de rietmat ten in de kooi en verdwenen meestal ook de tamme eenden. Met enig geluk meld den die zich later weer in de kooi, want daar waren ze immers verzekerd van voer van dc kooiker. Het kooivoer was een in verhouding grote uitgave voor de kooi ker. Hij betrok het van de firma Sikma te Gytsjerk. Het ging meestal om licht voer dat deels blijft drijven. Ook onkruidzaden waren erg geliefd bij de eenden. Met de erven Hepkema hield Broer van Gunst contact, al ging het contact over gewone pachtzaken via de heer Van der Veen in Hurdegaryp die voor de familie Hepkema als taxateur en adviseur optrad. Soms moesten er eendenbouten geleverd worden bij de Hepkema's aan huis aan de Willemskade 12 te Leeuwarden. Ook schonk Hepkema in de vangtijd eenden aan vrienden en bekenden. Zoon Jaap Hepkema vertelt daarover in Leovardia 33 van september 2010 in het artikel van Paul Bron: 'de eendjes, talingen en smien ten gingen in massa's de deur uit richting magen van vrienden, relaties en beken den. Vaak ben ik naast de fiets volgeladen met ongeplukte dooie eendenlijven naar Van Gend en Loos gelopen. Ze hadden van die prachtige glanzende groenblauwe kopjes'. Op 28 mei 1969 heeft Broer van Gunst de Kobbekoai verlaten en is hij met zijn vrouw naar de Klaas Piersreed 3 in Noard- burgum verhuisd. Hij is op 6 oktober 1973 te Leeuwarden overleden. Zijn weduwe Wiebrigje Boersma woonde nog tot in 1982 in Drachten. Na het vertrek van Van Gunst blijft de kooiplaats leeg staan. Begin jaren zeven tig verwerft de gemeente Leeuwarden al veel gronden voor de realisatie van het grote recreatiegebied De Groene Ster rond de Grote- en de Kleine Wielen. Ook de erven Hepkema verkopen hun boerde rij aan de gemeente Leeuwarden. Wanneer de onbewoonde boerderij bouwvalliger wordt, besluit de gemeente in 1974 om het gebouw te slopen. De een denkooi wordt door de gemeente aan It Fryske Gea in beheer overgedragen. Na jaren buiten bedrijf te zijn geweest, wordt sinds 1990 de inrichting weer opgeknapt en worden er af en toe nog enige wilde eenden gevangen door een vrijwillige kooi ker. Dit gebeurt met toestemming van It Fryske Gea, want alle rechten inclusief het afpalingsrecht van deze bij de over heid geregistreerde kooi zijn aanwezig. Het is van groot landschappelijk en his torisch belang dat dit eeuwenoude natuur monument in stand blijft. Het gebruiken van de kooi van het zeldzame Friese type is de beste garantie voor het behoud ervan. Tietjerksteradeel was ooit de grie tenij in Fryslan met de meeste eenden kooien. Door gemeentelijke herindeling is deze eendenkooi nu de enige eendenkooi binnen het grondgebied van de gemeente Leeuwarden. Al met al boeiend om nog gesproken te hebben met Laas van Gunst jr., de kooi- kerszoon die alles nog meegemaakt heeft. Ook dank ik Anneke van Gunst en haar man Jan van der Bijl voor de familiefoto's. Broer van Gunst met zijn vrouw Wiebrigje Boersma Collectie familie van Gunst

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2015 | | pagina 23