Tabaksfabrieken Taconis
René Kuipers In zijn Leeuwarder jeugdherinneringen schrijft Hendrik Burger (1864-1957), arts te Lei
den en hoogleraar keel-, neus- en oorheelkunde, over zijn ouderlijk huis Bij de Put 15
(thans vrijmetselaarsloge) en over het gezelschap Leovardia, waar in Leiden studeren
de Leeuwarders om de veertien dagen bijeenkwamen, Luwadders spraken en waar veel
rode wijn werd gedronken en uit lange pijpen Friese baai van Taconis werd gerookt.
Niet alleen in het Lcidsc Leovardia werd
Taconis tabak gerookt, zelfs overzee,
in het Balaviaasch Nieuwsblad en de
Sumatra Post, werd met Taconis tabak
geadverteerd en veel in de regionale en
landelijke kranten. Bekende merken pijp
tabak waren onder andere Echte Friesche
Heerenbaai en Maja Tabak. In de tegen
woordige tijd, waarin de schadelijke
invloed van het roken van tabak is aange
toond, is het nauwelijks nog voor te stellen
dat men in het verleden hier anders over
dacht, getuige het volgende gedichtje uit
1932 dat naar aanleiding van een prijs
vraag door een lezer van het Nieuwsblad
van Friesland Hepkema's courant werd
ingezonden:
'Wie lekker wil smoken
Moet Taconis rooken
Ge wordt rustig en tcvrcc
Neem steeds een pakje mee
Eén pakje gezogen
Uw zorgen gevlogen.'
Voor de produkten van Taconis werd in
het verleden veel reklame gemaakt. Een
interessant beeld hiervan wordt geschetst
door Klaas Zandberg van het HCL in een
You Tube-filmpje op internet met als titel
'Oldehove tabak, een genot na ieder ontbijt'.
De oorsprong van de Taconis fabrieken
Hendrik Taconis (1758-1827), meester
bakker op de Vleesmarkt te Heerenveen,
krijgt in zijn eerste huwelijk met Wijtske
Tjeerds van Althuis één zoon, genaamd
Thijs (1758-1842) en in zijn tweede huwe
lijk met Jeltje Wijnouts van der Wal acht
kinderen, waarvan de eerste drie jong zijn
overleden. De later geboren vijf kinderen
zijn respectievelijk de zonen Tjepke (1793
1865) en Simon (1795-1871), dochter
Berber (1796-1827), zoon Wijnout (1799
1860) en dochter Symentje (1801-1846).
Thijs, Tjepke en Wijnout worden alle drie
bakker.
Voor zijn zoon Simon koopt vader
Hendrik een pand aan de Munnikssteeg in
Heerenveen, die zich daar op 18 mei 1818
met een tabakskerverij vestigt, aanvanke
lijk onder de naam Het gekroonde Tabaks-
vat, later De Rookende Moor. Dit was het
begin van de Taconis tabaksfabrieken, die
later ook in Leeuwarden werden opgericht
door nazaten van Simon Hendriks Taconis
uit Heerenveen.
Simon Hendriks Taconis
Simon (1795-1871) huwt op 29 april 1824
met Janneke Bouwes van der Meulen
(1802-1871). Het echtpaar krijgt in Hee
renveen tien kinderen, waarvan vier jong
zijn overleden. De zes overige kinderen
zijn de zonen Hendrik (1825-1895), Bouwe
(1828-1893), Tjepke (1830-1902), dochter
Jeltje (1834-1915) en dc ongehuwd geble
ven zonen Wijnold (1840-1911) en Yde
(1842-1908).
De fabriek in Heerenveen
In 1863 wordt de Rookende Moor van Simon
Hendriks in Heerenveen overgenomen door
zonen Tjepke Simons en Yde Simons, die in
1875 met stoomfabrikage beginnen en in
1878 een nieuwe fabriek bouwen aan de
Molenwijk. Tjepke was gehuwd met Grietje
van der Pol (1835-1894).
Twee zonen uit dit huwelijk, Johannes
Hendrikus (1863-1949) en 'Ijepke Simon
Hendrik (1864-1947) nemen in 1881, na
het uit de zaak treden van vader Tjepke,
het bedrijf in Heerenveen over, dat ze
samen met hun oom Yde voortzetten.
Sinds 1907 is Johannes Hendrikus de enige
firmant, na het uittreden uit de zaak van
zijn broer Tjepke in 1896 en na het overlij
den van zijn oom Yde. Johannes nam in het
openbare leven een voorname plaats in.
Het Taconisbosk in Heerenveen is naar
hem vernoemd. In 1906 laat hij de fraaie
villa Blau Hüs bouwen aan de Koning
-in Wilhelminaweg 1 in Oranjewoud in
Jugendstil-stijl, onder architectuur van de
in Leeuwarden, waar zijn vader een hout
handel had, geboren architekt Andries
van Dricsum (1868 1925) uit Apeldoorn.
In 1938 wordt de fabriek De Rookende
Moor door Johannes opgeheven en over
gedragen aan de firma Douwe Egberts te
Joure.
Vestiging in Leeuwarden
In Leeuwarden waren in 1850 zes tabaks
fabrieken en -kerverijen gevestigd. In de
Leeuwarder Courant van 17 juni 1853
kondigt notaris Bakker de openbare
verkoop op 20 juni aan 'van het heren-/
koopmanshuis met bovenwoning, binnen
plaats, pak- en werkhuis, keuken, bleek,
tuin en erf, gekwoteerd letter K no. 14,
staande en gelegen aan de Voorstreek bij
de Amelandspijp, sectie A no. 186, in eigen
gebruik bij de heer apotheker N. Ottema,
vrij te aanvaarden op 12 november 1853.'
Deze Nanne Ottema (1797-1872) was
hier als apotheker gevestigd vanaf 1823.
Hij was de grootvader van Nanne Ottema
(1874-1955), notaris, aartsverzamelaar,
oprichter van het Museum Princessehof
en in het verleden eigenaar van het
Coulonhuis.
De twee oudste zonen van Simon
Hendriks Taconis, Hendrik en Bouwe,
vestigen zich op 12 november 1853 in
LeOVdLC^tA.