Ut trieste ferhaal fan Gerard Dirk Hofman Bram Veldtman Waar zich tegenwoordig in Leeuwarden de Zeeheldenbuurt bevindt, zo'n beetje inge klemd tussen de Oostersingel, de Bleeklaan en het Noordvliet, bevond zich voor de Tweede Wereldoorlog een wijkje genaamd de Weerklank. Dc wat oudere lezers onder u kunnen zich dat vast nog herinneren. Het wijkje bestond uit zeer eenvoudige zogenaamde arbeiderswoninkjes, die waren opgetrokken uit halfsteens muren met aan de binnenkant een gemetselde klamp om de ergste weersinvloeden buiten te houden. 'In de zomer smolt je er van de hitte en in de winter vroor je er dood', zo luidde het gezegde. Op 25 september 1919 werd daar 's avonds om 7.00 uur een baby geboren van het mannelijke geslacht. Het was het tiende kind op rij van Leendert en Lutzkc Hofman. Het kereltje zette gelijk na z'n geboorte een keel op en de aanwe zige vroedvrouw feliciteerde het ouder paar met de uitermate gezonde boreling. Gerard Dirk werd hij genoemd. Aangezien het met tien kinderen in het kleine huisje in de Seringebuurt wel erg krap werd, kwam het gezin na vele verzoe ken en met behulp van de Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting in aanmerking voor een grotere woning in de Eekhoff- straat nummer 4. Daar heeft Dirk (zo was zijn roepnaam) een gelukkige jeugd gehad. De Hollander- wijk was vrij nieuw, de huizen van rede lijke kwaliteit en als kind was er van alles te beleven. Wel moet worden opgemerkt dat buiten de schooltijden het leven van de opgroeiende jeugd zich toen voornamelijk op straat afspeelde. Heel anders gaat het tegenwoordig in onze digitale wereld. Op school kon Dirk goed meekomen. Hij was met name goed in rekenen, geschie denis en aardrijkskunde. Taal was iets minder goed, maar dat vond men in die tijd niet zo belangrijk. Toen hij dan ook in 1931 met een prima rapport klaar was met de lagere school, wilde Dirk graag naar de ambachtschool om een tech nisch vak te leren. Op de ambachtschool Leendert en Lutzke Hofman in 1920 Collectie Bram Veldtman in Leeuwarden was men nog niet zo lang daarvoor begonnen met een automon teursopleiding. Aangezien in die tijden het autopark zich ook al aan het uitbreiden was, moesten de voertuigen ook onderhou den worden en was de automonteursoplei ding groeiend. Dirks vader Leendert was praktisch ongeschoold en verhuurde zich als daglo ner, waarbij dan moet worden opgemerkt dat de daaraan gekoppelde verdiensten zeer onregelmatig waren. Niet voor niets moest Lutzke de 'gaten' dichten door er als baakster en wasvrouw bij te werken. Ook was er natuurlijk nog de in 1929 uit gebroken economische crisis, waar men in Nederland nu ook zwaar door werd geraakt. Im- en export stagneerden in hoge mate, bedrijven die daar afhankelijk van waren raakten hun opdrachten kwijt, gingen failliet en rondom steeg de werk loosheid gigantisch. Ook daarom vond Leendert het belang rijk genoeg dat zijn zoon een vak ging leren. LcoVölc^la. 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2015 | | pagina 29