30
S.S. Schie
Collectie Bram Veldtman
dige' tonnage om de bevoorrading te con
tinueren.
De Schie was eigendom van rederij NV
Houtvaart (Vinke Co) te Rotterdam,
gebouwd in 1922 op de werf van A. Vuyk
Zonen in Capelle aan de Ijssel. Het schip
had een tonnage van 1969 BRT en werd
aangedreven door een 3 cilinder T.E.M,
vervaardigd bij de Arnhemse Stoomsleep
helling Maatschappij, en had een vermo
gen van 1200 pk die een snelheid van 9
knopen kon leveren. Ook rederij NV Hout
vaart had zich bij The Shipping aangeslo
ten en daardoor werd de Schie ingezet voor
de algemene belangen van The Shipping.
Na een korte verlofperiode, waarin
Dirk genoeg van Londen had gezien en
een aantal brieven naar Nederland had
gestuurd in de hoop dat deze zouden aan
komen, meldde hij zich ongeveer half
mei 1941 op het kantoor in Leadenhall
Street. Tijdens het gesprek met de perso
neelsfunctionaris en de planner kreeg hij
de opdracht om zo spoedig mogelijk af te
reizen naar Loch Ewe, waar men bezig
was een konvooi te formeren om goederen
uit Curasao te halen. Om het uitlekken
van belangrijke informatie te voorkomen
werd nogal de nadruk gelegd op de gebrui
kelijke geheimhouding. Binnen het kon
vooi, OB 336, was onder andere de Schie,
onder bevel van kapitein Hermsen, inge
deeld en daar moest Dirk zich zo spoedig
mogelijk melden.
Ongeveer de tweede week van juni 1941
vertrok het konvooi OB 336, met daarbij
de Schie, vanuit Loch Ewe met als bestem
ming Curasao.
De U-75
Op 15 december 1939 werd op de Bremer
Vulkan werf de U-75 te water gelaten.
De U-75 was een zeewaardige onderzeeër
met een waterverplaatsing van 517 ton.
Ze had een topsnelheid van 16,5 knopen
boven water en kon onder water een snel
heid halen van 8 knopen. De bewapening
bestond uit een 3,5 inch kanon, een PDR
luchtafweerkanon en vijf 21 inch torpe
do's: vier in de boeg en een in het achter
schip.
Kapitein, luitenant Helmuth Ringel-
mann, geboren op 21 april 1912 te Mun-
chen, kreeg het commando over de onder
zeeër en ontving van de admiraliteit de
opdracht om het schip van Kiel naar
St. Nazaire in bezet Frankrijk te varen, om
deel te nemen aan de jacht op de koopvaar
dijschepen, die volgens het Duitse opper
bevel alleen maar contrabande naar Enge
land vervoerden en dus moesten worden
vernietigd. Hitier wilde door deze 'droog
legging1, in combinatie met de bombarde
menten, Engeland immers tot een over
gave dwingen. Op 29 mei vertrok de U-75
vanuit St. Nazaire voor een 'strooptocht'
naar de Atlantische Oceaan.
De route van de konvooien vanuit Enge
land naar Amerika en verder naar de
Nederlandse Antillen en Zuid Amerika, om
de zo nodige contrabande (benzine, diesel,
hout, schroot, voedsel, enzovoorts) op te
halen, voerde meestal vanuit Engeland
in noordwestelijke richting, via de Shet
land Eilanden richting IJsland, vervolgens
onder IJsland door in zuidwestelijke rich
ting naar Newfoundland en Nova Scotia en
daarna verder zuidwaarts richting de defi
nitieve bestemming. De konvooien werden
in de regel geëscorteerd en beschermd door
torpedobootjagers en/of de gevreesde Britse
destroyers. Zo ook het konvooi OB 336 met
daaraan toegevoegd de Schie, halverwege
juni 1941.
De Schie getorpedeerd
De Schie voer in ballast, zonder lading,
tussen een groot aantal schepen dat was
uitgerust met dieselmotoren. Aangezien
de door stoom aangedreven schepen een
lagere snelheid hadden dan de door die
selmotoren aangedreven schepen, had de
Schie de grootst mogelijke moeite om het
konvooi bij te houden. Daar kwam nog bij,
dat er aan de Schie na de wederopbouw
onder de waterspiegel geen onderhoud
meer was gepleegd. Daardoor had het
schip een aangroei van ongeveer 10 tot
12 centimeter, wat ook nog een keer de
snelheid belemmerde. De hoofdmachinist
had kapitein Hermsen dan ook met klem
gevraagd om de snelheid en de druk op
de ketel naar beneden te brengen, omdat
hij anders voor grote ongelukken vreesde,
met name de schroefaslagers dreigden hot
te begeven.
Op 24 juni vroeg kapitein Hermsen aan
de commandant van het konvooi toestem
ming om als 'straggler' verder te varen
en het konvooi te verlaten. Een bijzonder
gevaarlijke en risicovolle beslissing, maar
hij had geen keus en na de toestemming
van dc commandant verdween het konvooi
al snel uit het zicht. Nu was de Schie op
zichzelf aangewezen.
Op 3 juni had de U-75 het Nederlandse
LfOVdlr^I^ulÈ