Lcovo.'in} LA.il
Uitsnede van het ontwerpplan van de nieuwe voorgevel van het pand
Voorstreek 36. Tekening: ir. Meine Gerbenzon, architect BNA
Uitsnede van het ontwerpplan van de oude toestand van de voorgevel
van het pand Voorstreek 36. Tekening: ir. Meine Gerbenzon, architect BNA
brich Vincents. De nieuwe eigenaars gingen
er zelf niet wonen, Frits Meinerts en zijn
vrouw bleven de herberg uitbaten.
In 1645 komt de 'huisinge, plaetse en
schuire, staende en gelegen aan het Visch-
merckt, 'Bentum' genaempt' voor 8.800 goud
guldens in handen van Uldrich Dirks (de
Horn) en zijn vrouw Elisabet Pieters. Hoewel
zij niet voorkomen in de registers van waar
den met een tapvergunning, bleef de gewes
telijke overheid van de horecafaciliteiten van
Benthem gebruikmaken. Waarschijnlijk was
het beheer van de herberg in handen van ie
mand die wel permissie had drank te schen
ken. Hun zoon Dirk verwierf in 1656 wel het
recht wijn te tappen. Hij oefende het beroep
van horecaondernemer echter maar kort uit:
al na vijf jaar ging een ander de herberg ex
ploiteren. Net als een van haar voorgangsters
zal Dirks echtgenote, Jetske Everts, de dage
lijkse leiding in de herberg gehad hebben,
want Dirk was schilder, net als zijn vader.
N.B.: Opvallend veel schilders combineer
den hun ambacht met het uitbaten van een
dranklokaal. Jan Steen is uiteraard de be
kendste, maar in Leeuwarden werd bijvoor
beeld herberg De Valk aan de Wirdumerdijk
korte tijd geëxploiteerd door de schilder Ca-
sparis Hoomis; zijn collega's Emanuel Mu-
rant en Jacob van der Croos behoorden tot de
vaste klanten.
Gestage neergang
In de jaren rond 1660 ging Benthem een extra
functie vervullen: die van 'postkantoor'. Het
postale verkeer tussen Leeuwarden en grote
plaatsen buiten Friesland werd lang enkel
verzorgd door boden waarvan de taken door
de Leeuwarder magistraat waren vastgesteld.
In 1663 richtten Gedeputeerde Staten echter
een soort provinciaal postbedrijf op: voort
aan vertrok tweemaal per week een speciale
bode naar Zwolle en verder gelegen plaatsen.
Poststukken en brieven konden bij Benthem
afgegeven worden. Dit zal ongetwijfeld extra
klanten en omzet gegenereerd hebben, maar
de status van ontmoetingsplaats voor de lo
kale en provinciale elite geen goed hebben
gedaan.
In de vroege achttiende eeuw onderging
het gebouw waarin de herberg gevestigd is,
grote veranderingen. Jonkheer Hessel Vegelin
van Claerbergen was inmiddels eigenaar ge
worden van het huis aan de Turfmarkt recht