Lcovo.'in} LA.il tussen de Harlingerstraatweg en de Pelikaan straat. Het MG in Friesland was in drie dis tricten verdeeld: Leeuwarden, Drachten en Sneek en beperkte zich tot het geven van richtlijnen aan en toezicht op de POD. Al spoedig bleek dat ze onvoldoende was opge wassen tegen deze rol, zodat de POD's per Ko ninklijk Besluit in oktober 1945 werden onderbracht bij de politie, rechtstreeks onder de procureur-fiscaal. In de POD waren juristen, verzetstrijders en andere betrouwbare figuren, liefst met poli- tie-ervaring, opgenomen en ze had als taak de zuivering van de Friese bevolking in het algemeen. Het district Leeuwarden omvatte ook alle gemeenten in het noordwesten van Friesland. De dienst was gevestigd in de Zui derstraat 3, hoek Willemskade en stond onder leiding van mr. K. Westerling (tot 6 ok tober 1945) en politiechef A.E. Hombrink (na die datum) en had als leden onder meer dr. U.H. van Beijma, T. Holwerda en S. Rienks. Elk district had een bureau, waar men klach- De bevrijdingsfeesten in septemer 1945 ten over een medeburger kon melden, maar waar men ook voor een verdachte kon plei ten, en een afdeling recherche, een commis sie voor onderzoek, een afdeling documentatie en juridische zaken, een afde ling internering, een afdeling vrijlating en een voor zorg voor achtergebleven NSB-kin- deren. Via advertenties werden burgers opgeroe pen collaborateurs door te geven aan de dienst. Op het kantoor kon men mondeling of schriftelijk, met vermelding van de naam van de klager, personen aangeven die in de oorlog 'fout' waren geweest. Daarbij consta teerde mr. Westerling overigens dat 'door de gegoede standen minder klachten werden in gediend dan door de minderen man'. Mis schien was dat volgens hem wel de reden waarom 'Jan met de pet' onmiddellijk werd opgepakt en 'Jan met de hoed' dankzij een dikwijls geraffineerde methode van activi teitsverdoezeling aanvankelijk nog vrij rond liep. Het kwam ook voor dat een NSB'er zich vrijwillig meldde uit angst het slachtoffer te worden van de acties van de Leeuwarder be volking of om te vermijden onder publieke belangstelling uit huis te worden gehaald. Er waren er ook die dachten dat hen weliswaar niets te verwijten viel, maar die toch bang waren dat hun gedrag tijdens de bezetting misschien verkeerd geïnterpreteerd werd. Ze legden een preventieve verklaring af over hun gedrag en hoorden dan dikwijls als een donderslag bij heldere hemel, dat ze alsnog in het kamp moesten blijven. De POD was niet slechts een voorbereidend orgaan voor het Tribunaal en de Bijzondere Gerechtshoven, maar vervolgde, arresteerde en verhoorde ook zelf en zo streefde ze er naar om het vooronderzoek zo intensief mo gelijk te verrichten, opdat daarna de gevallen ter kennis van deze instanties konden wor den gebracht. In oktober 1945 waren er in Noord-Fries land al meer dan 2800 verdachten gearres teerd, NSB'ers, SS'ers en collaborateurs en het bleek al snel dat er ook onschuldige burgers werden aangegeven op grond van enkel een vermoeden van collaboratie of vanuit per soonlijke rancune. Op basis van verhoor en onderzoek werd in deze gevallen door de Commissie van Vrijlating aan het Militair Gezag geadviseerd tot vrijlating, een proce dure die niet goed functioneerde, met als ge volg dat deze commissie al snel werd ondergebracht bij de procureurs-fiscaal van het Bijzonder Gerechtshof. In tegenstelling tot wat de naam suggereert, besloot de commissie ook over voorlopige in ternering, huisarrest of tewerkstelling; kortom, ze oordeelde over iedere persoon op basis van een strafrichtlijn waarbinnen zwart handelaren, die weinig handel hadden gedre ven, met rust werden gelaten en zij die de per ken te buiten waren gegaan en vooral rechtstreeks aan de Duitsers hadden geleverd, werden vervolgd. Wie na 1 februari 1941 lid was van de NSB werd geïnterneerd. Huisarrest kreeg degene, die jonger dan 18 jaar of ouder dan 70 jaar was en de 'moffenmeid'. Let wel, het ging hier over tijdelijke strafmaatregelen

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2015 | | pagina 18