Nieuws van Monumentenzorg en Archeologie
Lcovo.'in} LA.il
34
drankzucht. Hij verdiende daarna de kost als
onderwijzer in wiskundige vakken en als
schrijver van een groot aantal boeken op het
gebied van hovenierskunst, landmeetkunde,
wiskunde en astronomie. Johann Hermann
Knoop lijkt daarmee te passen in de kring van
Friese autodidacten die zich in de achttiende
eeuw onder invloed van de Verlichting inter
esseerden voor de natuurwetenschappen en
over diverse wetenschappelijke thema's pu
bliceerden. Met velen van hen, zoals tele
scoopmaker Wytze Foppes, moet Knoop
contact hebben gehad. Knoop wordt boven
dien gezien als de grondlegger van de po
mologie, de studie naar fruitsoorten. Zijn
boeken Pomologia en Fructologia met beschrij
vingen èn tekeningen van honderden appel-,
peer- en andere fruitsoorten en zijn Dendrolo-
gia met beschrijvingen van boomsoorten en
heesters zijn tot op de dag van vandaag zeer
geliefd. Knoops publicaties over tal van on
derwerpen zijn in de tentoonstelling te be
wonderen en geven ons een inkijk in het
leven in Leeuwarden en Friesland in de acht
tiende eeuw. De tentoonstelling is nog tot en
met 3 januari 2016 te zien. Er worden ook
lezingen en andere activiteiten georganiseerd
rond Knoop en zijn tijd.
Nieuw stadsgezicht op Leeuwarden
Sytse ten Hoeve uit Nijland ontdekte vorig
jaar bij een particulier in Zeeland een uniek
stadsgezicht op Leeuwarden van Pieter Id-
serts Portier. De tekening dateert van rond
1775. Er wordt geprobeerd het bijzondere
stadsgezicht naar Leeuwarden te halen.
Archeologisch onderzoek bij het Sint
Anthonygasthuis
Archeologen van ArcheoDienst hebben eind
november 2014 in opdracht van stichting Het
Sint Anthony Gasthuis gedurende twee
weken onderzoek gedaan op de hoek van het
Schoenmakersperk en de Groeneweg. Hier
wordt het Sint Anthonygasthuis uitgebreid
met nieuwbouw en daaronder een parkeer
garage.
Vlak onder het maaiveld werden zoals
verwacht de funderingsresten van huizen
met keldertjes uit de 17e tot en met de 19e
eeuw aangetroffen. Daaronder lag een
ophogingspakket uit de tweede helft van de
16e eeuw. Hierin waren waterputten, stenen
keldertjes van de bovenliggende huizen en
tonputten met 16e en 17e eeuwse vondsten
ingegraven.
De bewoningslaag met sporen en vondsten
die vervolgens onder de ophogingslaag bleek
te liggen was een onvoorziene verrassing. Het
betrof een grote concentratie mest- en af-
valkuilen met veel dierlijk slachtafval zoals
De opgraving bij het Schoenmakersperk
Foto: Jacob van Essen Het Hoge Noorden
koeienschedels en ander botmateriaal. Aan
de hand van leerresten en andere vondsten in
de kuilen kon opgemaakt worden dat de
sporen en vondsten uit de eerste helft 16e
eeuw dateerden, dus van vóór de bebouwing
zoals die te zien is op de kaart van Jacob van
Deventer. De koeienschedels, de kuilen met
mest en de aangetroffen leerresten duiden op
de aanwezigheid van een leerlooierij op deze
locatie.
Er zijn ook veel andere bijzondere vond
sten gedaan. Uit een van de mestkuilen
kwam bijvoorbeeld een reeks zilveren eikel
tjes tevoorschijn, die vermoedelijk als deco
ratie aan kleding bevestigd zijn geweest. Ook
werden twee kleine zonnewijzers gevonden.
Een ervan is van leisteen en prachtig bewerkt
en voorzien van (vermoedelijk) een fami
liewapen en het jaar 1580. Een aantal stukken
huisraad van aardewerk kwam ongeschonden