LeOVdLT^ LA.il
Een erfeniskwestie
Er was echter een nog grotere complicatie. Bij
het openen van het testament van Willem III,
bleek dat deze bepaald had, geheel overeen
komstig de onderlinge familieovereenkom
sten, dat de titel Prins van Oranje en de
bezittingen naar de Friese Nassaus moesten
gaan. Daarom droeg vanaf 1702 de jonge
Johan Willem Friso in Leeuwarden de titel
Prins van Oranje. Vanaf dat moment woon
den de Oranjes in Leeuwarden en dat zou vijf
enveertig jaar duren. Er was echter buiten de
waard gerekend. De familie in Pruisen, geze
teld in Berlijn, nam dit niet. Frederik I, ko
ning van Pruisen, beriep zich op een ander
testament, dat van zijn grootvader Frederik
Hendrik, stadhouder van Holland, Zeeland en
Utrecht. In dat testament stond dat als de
Oranjetak uit zou sterven de titel via de oud-
Johan Willem Friso, circa 1710, door
Louis Volders
ste dochter van Frederik Hendrik en Amalia
van Solms zou gaan, via prinses Louise Hen-
riëtte, de moeder van deze koning Frederik.
Deze erfeniskwestie heeft zich dertig jaar
lang voortgesleept. Voor de belangen van de
Oranjes was het tamelijk onverstandig dat de
familie onenigheid had. Henriëtte Amalia
stond er alleen voor en deed wat ze kon.
Vervolgens was er nog een moeilijkheid. Er
heerste oorlog in heel Europa, de Spaanse
Successieoorlog (1701-1714). Bijna alle landen
waren er bij betrokken. Het ging om de recht
matige troonopvolging in Spanje, waar grote
belangen mee gemoeid waren. Nederland
koos, evenals Engeland, de zijde van Oosten
rijk, en tegen Frankrijk. De oorlog werd uitge
vochten aan de noordgrens van Frankrijk,
waar zo vaak werd gevochten.
Johan Willem Friso heeft wel van die oor
log genoten. Hij kon zich aan het front bewij
zen, maar niet als groot veldheer, daar was hij
nog te jong voor. Hij was een echte vechters
baas en belust op avontuur. Hij streed aan de
zijde van Marlborough, de grote Engelse aan
voerder.
Moeder Henriëtte Amalia maakte zich on
gerust. Als haar zoon zou sneuvelen, was het
Oranjehuis uitgestorven. Daar zouden de
Hollandse regenten niet om rouwen, maar
moest de betekenis van Oranje voor de Ne
derlanden dan op zo'n manier eindigen?
Een gearrangeerd huwelijk
Toen Johan Willem Friso in 1707 meerderjarig
werd en het stadhouderschap zelf op zich
kon nemen, werden de zorgen van Henriëtte
Amalia niet minder. Immers, de jonge Friese
stadhouder werd nu generaal in het Staatsle-
ger, hij werd daadwerkelijk aanvoerder. Het
bleek, dat hij geen makkelijk karakter had en
zelfs nogal eigenzinnig te werk ging. In 1709
toen de grote slag van Malplaquet plaats
vond, negeerde hij veldheer Marlborough en
handelde naar eigen inzicht, wat ten koste
ging van honderden Nederlandse manschap
pen.
Hij riskeerde steeds zijn leven en zijn moe
der maakte zich daar de grootste zorgen over.
Er moest aan een huwelijk worden gedacht.
In haar correspondentie met haar zoon krij
gen we goed inzicht hoe dat is gegaan. Johan
Willem Friso begreep dat hij gevaar liep en
dat hij tevens de plicht had de voortzetting
van de dynastie te waarborgen. Hij stemde in
met een huwelijk. Tijd om een prinses uit te
zoeken had hij natuurlijk niet. Daarom had
Henriëtte Amalia voorwerk verricht. Het zou
Maria Louise van Hessen-Kassel worden, die
al hoog genoteerd stond. Een vorstelijk hu
welijk was altijd van groot belang, het gaf aan
wat je positie was. Bij Johan Willem Friso zou
het te ver gaan om met een Engelse prinses te
huwen, zoals zijn voorgangers. De positie van
de Oranjes was immers maar zwak. De fami
lie Hessen stond hoog in aanzien en ze waren
verwant aan bijna alle Europese hoven,
daarom was het een goede keuze. De echtelie
den zagen elkaar eind 1708 voor het eerst in
Kassel. In april 1709 trouwden ze en Maria
Louise kwam pas eind 1709 in Friesland aan,
omdat haar man de hele zomer en herfst op
het slagveld verkeerde. Haar aankomst werd
uitbundig gevierd. Groot vuurwerk viel haar
in Leeuwarden ten deel, zoals de traditie ver
eiste.
Dat dit huwelijk min of meer uit politieke
achtergrond tot stand kwam, mocht dan waar
zijn, feit was ook, dat het echtpaar op elkaar
gesteld raakte. Als we de correspondentie uit
die tijd er op na lezen, dan is het zeker in het
begin een uiterst formele briefwisseling,
maar al gauw komen we persoonlijke be
schrijvingen tegen. Johan Willem Friso blijkt
erg van zijn vrouw gecharmeerd te zijn. De
correspondentie, die natuurlijk in het Frans
plaats vond, laat zien dat hij haar steeds meer
amoureuze woorden toedicht. Hij maakt zich
ook wel bezorgd om haar, want zij zit als to
taal onbekende helemaal alleen in Leeuwar
den, terwijl hij voortdurend op het slagveld
vertoeft. Hij vraagt haar of zij ook in verwach
ting is. Daar antwoordt Maria Louise aanvan
kelijk niet eens op. Pas na lang aandringen
bevestigt zij dat zij een kind verwacht.
Een abrupt einde
Eerst werd een dochtertje geboren, Anna
Charlotte Amelia. Om politieke reden werd