sluituaanbijdensB
Lcovo.'in} LA.il
Veel geïnterneerden hadden geen weerstand
kunnen bieden aan de Duitse propaganda
dagboeken niet eerder dan in 2022 openbaar
zijn. Over vrouwenkamp Ericadorp vond ik
geen persoonlijke dagboeken. Ook hier geldt
dat de dagboeken van de commandante nog
niet openbaar zijn. De belangrijkste bron is
derhalve een artikel uit de Leeuwarder Cou
rant van 28 september 1945, geschreven als
reactie op een alarmerend stuk van enkele
dagen eerder in Het Vrije Volk.
Kamp Arendstuin
De marechausseekazerne voor het bewa
kingspersoneel, het Stedelijk Gymnasium,
waar de mannen waren ondergebracht en
school 7, bestemd voor de vrouwen, vormden
samen het tijdelijke Interneringskamp
Arendstuin, omgeven door een traliehek. De
ruiten waren met witkalk ondoorzichtig
gemaakt om de gevangenen het uitzicht op
de vrijheid te ontnemen en om al te nieuws
gierige blikken van buitenaf te weren. Voor
een beeld van dit kamp gaan we te rade bij
het dagboek van Harterink, die zijn interne
ring in Leeuwarden hier begon als voorpor
taal van zijn langere, door een korte periode
op Ameland onderbroken, verblijf op het
vliegveld.
Via oproepen in de kranten en op aanplak
biljetten werden NSB'ers en collaborateurs
opgeroepen zich hier te melden, een proce
dure die maar kort heeft geduurd, waarna
men zich moest melden bij het Bijzonder
Gerechtshof.
De opgepakte mannen wachtte bij
aankomst een kille ontvangst en zij moesten
afstand doen van scheergerei, foto's en an
dere persoonlijke bezittingen. Er werden ver
schillende formulieren ter ondertekening
voorgelegd met weinig tijd deze te lezen.
Wanneer dat niet snel genoeg ging, werd er
op hoofd en schouders geslagen. Het eten be
stond uit ongeveer 300 gram brood per dag,
om de vier dagen een stukje boter en om de
twee dagen kaas. Op zaterdag geen beleg en
geen boter en om één uur elke dag een liter
eten en nog een kommetje karnemelk.
In elk lokaal stonden elf dubbele kribben,
boven elkaar, twee bij twee en een paar stoe
len en alles lag vol. Alleen in het midden van
de kamer stonden een tafel en een paar stoe
len, overdag mocht men niet op het bed
liggen. Een keer per dag werd er op de bin
nenplaats van de kazerne in looppas gelucht
onder toezicht van de bewaking en op zondag
was er een preek. Waar mogelijk werden de
mannen ook aan het werk gezet, op het
vliegveld of bij de Canadezen in de Prins
Frederikkazerne. De verhouding tussen de
Canadezen en de geïnterneerden was verre
van vriendschappelijk. Het overgebleven
brood en ander voedsel werd weggeworpen,
terwijl de gevangenen er bij stonden te water
tanden.
Harterink: 'Het is opvallend hoe groot de
verscheidenheid van de geïnterneerden is. Er
waren goede mensen op onze kamer, maar
ook klunzen, die geregeld ruzie maakten en
niets van de toestand begrepen. De meesten
waren afschuwelijk pessimistisch, wat op het
geheel een neerslachtige stemming veroor
zaakte. Als men naar het toilet wilde, moest
op de deur worden geklopt en werd de balk,
Volgens Harterink waren het de zwarthandelaren
die zelfs in het kamp in luxe leefden
maken het mogelijk vanuit geheel verschil
lende invalshoeken een kijkje achter het
prikkeldraad van Kamp Arendstuin en het
mannenkamp op het vliegveld te nemen. Het
dagboek dat Frederik Harterink, de persoon
lijk secretaris van de Leeuwarder NSB-burge-
meester Schönhard, schreef op basis van zijn
grote aantal aantekeningen, heeft als titel
Verslag van mijn internering.
De kampcommandant van zowel Arends-
tuin als het vliegveld, opperwachtmeester
van de marechaussee T. Kuik, hield overeen
komstig de richtlijnen een dagboek bij. Zijn
relaas Dagboeken van den commandant van het
kamp Arendstuin, later tevens belast met het
commando over het kamp op het vliegveld is in
het bezit van Tresoar. Hij maakte de versla
gen, met uitzondering van de inleiding, niet
zelf, maar gaf daartoe opdracht aan een geïn
terneerde en om subjectiviteit van de schrij
ver te vermijden gaf hij wel zijn fiat aan de
teksten. Wanneer overigens de commandant
wordt geciteerd in dit artikel, dan is dat
afkomstig uit andere bronnen, omdat zijn