LeOVdLT^ LA.il De personen op deze foto, genomen bij de wo ning aan de Groningerstraatweg 2-4 rood, zijn van links naar rechts: Aartjen, Hinke en Aaltje bij de Weg Collectie Familie Bij de Weg ter zijn geweest. Vanwege instortingsgevaar mocht men ei genlijk het huis niet meer in. Maar mijn vader was de vorige avond op sokken de deur uit ge lopen en wilde beslist zijn klompen terug heb ben. Hij ging dus toch naar binnen en vond ze gelukkig. Het was in huis een grote puinhoop. Aan de wanden hing niets meer, behalve dan in een hoek het kapmanteltje van een van de zussen. Het bleek klem te zitten tussen de beide muren. Blijkbaar waren de muren door de klap uit elkaar gegaan en vervolgens weer tegen elkaar aan. Het was een wonder dat ie dereen er levend vanaf gekomen was. Later kon mijn opa een paard en wagen lenen van de Coöperatieve Zuivelfabriek Em- makade, waar hij werkte, en hebben ze nog wat spullen uit het huis gehaald. Mijn oma, die eerder nogal aan haar spulletjes gehecht was, was daarin na het bombardement hele maal veranderd. Van de gebeurtenissen die avond is door de Luchtbeschermingsdienst, waarvan de com missaris van politie het hoofd was, proces verbaal opgemaakt. Daarin valt het volgende te lezen: 'Op 27 januari 1944 om 19.15 uur vond een luchtaanval plaats in het Oostelijk en Noord-Oostelijk gedeelte van de stad. Er was een zeer groot aantal vijandelijke vliegtuigen in de lucht en er werden twee brandbommen en zes brisantbommen afgeworpen. Onder de burgerbevolking waren twaalf lichtgewonden, waaronder een man en een kind, die in het Diaconessenhuis te Leeuwarden werden ver pleegd. Een zeer groot aantal woningen van diverse straten, aan de buitenzijde van de Noord- en Oostkant van de stad kreeg glas schade en schade aan daken, deuren, kozijnen en inboedel. Vier woningen waren onbewoon baar'. Uit de diverse processen-verbaal is af te leiden dat in totaal honderden huizen schade hadden opgelopen. Sommige hoofdwachtmeesters van politie gaven in hun proces-verbaal aan, dat een on derzoek was ingesteld naar de aangerichte schade 'naar aanleiding van het vallen of uit werpen van bommen, vermoedelijk afkomstig uit een vliegtuig van een oorlogvoerende mo gendheid'. Een bijzondere manier van be schrijven. Erg duidelijk over wat er precies gebeurd is, en van wie het vliegtuig was, is de Luchtbe schermingsdienst dus niet. In het dag- en nachtrapport van de politie zelf wordt gemeld, dat in de omgeving van de Robert Kochstraat bommen zijn gevallen en dat bij veehouder Hellinga aan de Lekkumerweg een bominslag in het land heeft plaatsgehad. Volgens de geruchten waren ook bij de Kleine Wielen bommen neergekomen en waren zelfs in Hardegarijp ramen gesneuveld. Goffe Miedema schrijft in zijn dagboek dat Berlijn die avond 'weer het doelwit is geweest van een grote massa toestellen. Een der toe stellen is denkelijk aangeschoten geweest en liet bommen vallen onder andere bij het sportveld Cambuur en niet ver van Moe haar huis op de Groningerstraatweg. Het toestel zelf schijnt bij Hardegarijp neergestort te zijn.' Dat Berlijn die nacht gebombardeerd werd is wel zeker. En de vliegroute vanuit Engeland naar Berlijn lag over Noord-Nederland. Ook in Groningen en Drenthe vielen die avond ver scheidene bommen. Twee Duitse nachtjagers moesten een noodlanding maken, de een in de buurt van het vliegveld Leeuwarden, de ander bij Veenwouden. Over een neergestort vliegtuig bij Hardegarijp heb ik geen officiële informatie kunnen achterhalen. De kans be staat dat het, waarschijnlijk Engelse, aange schoten vliegtuig, na het lossen van de ballast, teruggekeerd is naar zijn basis. Het huis waar mijn vader woonde viel onder de 'onbewoonbare woningen' en werd afge broken. Dat gebeurde waarschijnlijk ook met het dubbele huis ernaast: de huisnummers 2 tot en met 8 rood komen niet meer voor in het adresboek van 1948. Boerderij It Heechterp werd afgebroken toen de wijk Heechterp werd gebouwd. De rest van de huizenrij aan de zuidkant van de Groningerstraatweg moest, zoals in 1966 in de raadsstukken stond, 'met het oog op het stedeschoon aan een belang rijke invalsweg' worden afgebroken. Mijn grootouders en de kinderen die nog thuis woonden, werden tijdelijk bij familie en bekenden ondergebracht. Daarna verhuisden ze naar de Nieuwe Hollanderdijk, in Huizum. Broer Bertus ging niet terug naar Duitsland, maar zocht contact met de latere politicus Jakob Vellenga. Hij was een oud-buurjongen en werkte in de oorlog op het Arbeidsbureau. Die vond voor Bertus een onderduikplaats in Bontebok, waar hij weer als botermaker aan de slag ging. 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2015 | | pagina 23