De Leeuwarder Paardetram hu tra. LeOVdLT^ LA.il de modder tussen de rails. In de wagen brandt fel een potkacheltje, dat zo nu en dan door de conducteur wordt opgestookt. Takken van een boom zwiepen over het dak en langs de ramen, de tram schuift een dorp binnen, de koetsier draait de rem aan, het paard laat het hoofd hangen. De tram is aan...' Oebele Harmsma, uit: O. Kleijne, Opkomst en ondergang van de Noord-Friesche locaal-spoor- wegmaatschappij, Raalte 2013. Middelen van vervoer eind negen tiende - begin twintigste eeuw In 1863 reed er voor het eerst een stoomtrein door Noord-Nederland. Het spoor liep onder andere langs Leeuwarden, waar velen uitruk ten om de feestelijke openingsrit mee te maken. De spoorlijn diende als kortste route tussen de twee wereldsteden Londen en Sint Petersburg. Na deze eerste spoorverbinding volgden er meer. Zo kwamen de lijnen Leeu- warden-Groningen (1866), Leeuwarden- Zwolle (1868) en Leeuwarden-Sneek (1883) tot stand. Door de aanleg van deze spoorlijnen kon Leeuwarden zich verder ontwikkelen. Mensen van buitenaf konden nu gemakkelij ker de stad bezoeken en de inwoners van Leeuwarden konden hun horizon verruimen. Voordat de spoorlijn bij Leeuwarden werd ge legd, moesten de mensen bijvoorbeeld per postkoets naar Zwolle, een rit die tien uur duurde, of per trekschuit richting Sneek, een tocht van vijf uur. Tot ver in de 19e eeuw bleef het water - de vele kanalen en vaarten - het belangrijkste middel van transport. Hierbij werd veelal ge dacht aan de trekschuiten. Deze waren voor namelijk bedoeld voor het vervoer van personen. Wie echter niet vergeten moeten worden, zijn de veer- en beurtschippers die zaken als goederen en vee over het water ver voerden. In 1849 werd de eerste pont over de Leeu warder stadsgracht in gebruik genomen. Deze pont onderhield de verbinding tussen de Oosterstraat en de Wybrand de Geeststraat. In 1902 werd dit pontje vervangen door een voetbrug. Wanneer men binnen de stad van A naar B moest, was het meest voor de hand liggende 'vervoermiddel' de benenwagen. Maar men kon zich ook op andere manieren verplaat sen. Zo liep er tussen omstreeks 1899 en 1927 een stoomtram door de stad. De Liwwadders geeft heden BONBOEKJES uit it f 1, waarin 20 hone. Het tarief 11 gewijzigd ala volgt: Station—hoek Nieuws!tad 1 bon of 6 ct. StationGasfabriek: 2 bons of 12 ct. Station—S pao j aard slaau, hoek Sin gel straat 3 bons of 18 ct. Er tra-rit of buiten den spoorrit: 8 bons of 50 ct. Groote Bontekoe 2 boos ofl2ct. Zondags bij goed weder. 31 Bon boekjeswaarin reclame en dienstrege ling Terkrijgbaar bij den Heer BICHTÉB R.H0DEN8Sigarenmagazijn Wortolharen, en bij den CONDUCTEUR op de Tram. Dt ONDERNEMER tikTRAM DIENSTEN. N.B. Nog RECLAMEPLAATSEN TE Advertentie Leeuwarder Courant, 22juni 1903 zijn dus blijkbaar niet bang geweest voor het 'stoommonster'. De tram reed onder andere over de Harlingerstraatweg, de Harlinger- singel en de huidige Pier Panderstraat. Andere middelen van vervoer waren bijvoor beeld wagens, diligences en omnibussen. Replica van een paardentram tijdens een WeAreGrutsk-evenement in 2014 Foto: Marieke Balk

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2015 | | pagina 33