LeOVdLT^ LA.il
zesruits-vensters zorgen voor de lichtvoor
ziening van de lage tweede verdieping.
Mogelijk zijn rond circa 1852 de vensters op
de begane grond door de verwijdering van
enkele baksteenlagen aan de onderzijde ver
lengd (zie interieur). Het muurwerk van vier
baksteenlagen lijkt gewijzigd en aan de on-
derkant zijn de kozijnen aangeheeld (wat
door het dikke verfpakket niet goed kon wor
den vastgesteld).
Het pand is bereikbaar via een laag bor
desstoepje en van de straat afgescheiden door
een sierlijk smeedijzeren hekwerk (1921?, de
korte dwarsgeplaatste delen zijn nieuw, even-
Jh'hi- iiti, |j
"f Out »vr 1
Vu 'ifi'i'Kif
-i i
ld! aéMk
Rouwkas van Willem van Vierssen in de kerk van Aldstjerk
Foto: Theo Hop
als het voor de ingang geplaatste modern
vormgegeven hek).'1
Bewoners
Raadsheer Willem van Vierssen stamde uit
een vooraanstaand geslacht van hoge provin
ciale ambtenaren, bestuurders en raadsheren
in het Hof van Friesland. Hij werd op 31 de
cember 1692 in Leeuwarden geboren en over
leed in Aldtsjerk op 18 juni 1782. Zijn vader
Mathias van Vierssen was ook raadsheer en
zijn moeder Ida Margaretha van Rhala was
dochter van een raadsheer." Van haar erfde
hij in 1752 in Aldtsjerk de buitenplaats De
Klinze, waar hij op 18 juni 1782 ongehuwd
overleed en in de dorpskerk aldaar werd be
graven. Een rouwkas in de kerk houdt de her
innering aan hem levend.
Zijn huis in Leeuwarden vererfde in de fa
milie Van Sminia en had in de negentiende
eeuw bewoners uit de vooraanstaande ge
slachten Van Sijtzama, Deketh, Buma, Wij-
ckerheld Bisdom en Fockema. Ingrijpende
moderniseringen van het interieur vonden
plaats omstreeks 1852. Toen kwamen onder
andere nieuwe stucdecoraties tot stand. In
1921 was de inrichting tot Openbare Leeszaal
en Bibliotheek. In 1980 werd het pand een
onderdeel van het Provinsjehüs.
De bouw en de bouwkosten
In de eerste helft van de achttiende eeuw
waren er in Friesland verschillende timmer
bazen, die bouwkundige kennis en praktijk
ervaring in de bouw combineerden met
ontwerpvaardigheden. Die pasten zij vooral
toe bij de bouw van voorname huizen, maar
ook bij de bouw of vernieuwing van over
heidsgebouwen en kerken, die archivalisch
beter gedocumenteerd zijn dan het werk voor
particulieren. De timmerbaas-architect was
een soort leider of coördinator van het bouw
project, waarin hij werkte met leveranciers
van bouwmaterialen en met allerlei am
bachtslieden, met wie hij doorgaans wel
vaker samenwerkte.111 Een en ander blijkt dui
delijk uit de bouwrekeningen met bijlagen
die van het Vierssenhuis bewaard zijn geble
ven: 'Specificatiën en quitantiën, so van gele-