Rebogcen De Tweede Wereldoorlog 1 Lcovo.'in} LA.il SMAAKT IEDEREEN BOTERHAMPASTA Hoe de Joodse directie en Benninga's overwe gend Friese arbeiders zich tot elkaar ver hielden is moeilijk na te gaan. Leeuwarden kende in die tijd een aanzienlijke Joodse gemeenschap. Hoewel veel Joden begin twintigste eeuw vanuit de mediene naar Am sterdam trokken, woonden er in de Friese hoofdstad eind jaren dertig nog zo'n zeven honderd. Het hart van die gemeenschap vormden de smalle, licht oplopende straatjes rond de synagoge in de centraal gelegen Sacramentsstraat, tegenwoordig in gebruik als dansschool. Vanaf wanneer mocht er op sjabbath door het niet-Joodse personeel in de fabriek wor den gewerkt? Of op Joodse feestdagen? Nie mand die het achteraf met zekerheid durft te zeggen. Maar dat de banden tussen directie en werknemers hecht waren, blijkt onder meer uit de massaal door het personeel be zochte begrafenis van oprichter Benjamin Benninga, die in 1938 op 84-jarige leeftijd overleed. Toch wierp de oorlog zijn schaduwen vooruit. In het voorjaar van 1940 volgden Friese ram penoefeningen voor tijdens een luchtaanval. 'Een der best geoutilleerde ploegen was die van Benninga's Margarinefabrieken te Leeuwarden', wisten de kranten. Hoe goed geprepareerd de firma Benninga ook was, de gevolgen voor het Joodse bedrijf konden na de Duitse bezetting niet lang uit blijven. Van de drie zoons en de drie dochters van Benjamin Benninga overleefde alleen Izaak de oorlog. Negen Joodse medewerkers werden omgebracht. Hun namen verschenen in 1949 op een plaquette in de Leeuwarder fabriek, nu in het bezit van het Fries Verzetsmuseum. Hoe ingrijpend ook het familieleed, de margarinefabriek was gespaard. 'Ik had mij reeds verzoend met de gedachte dat de twee NSB'ers, die destijds onze zaak zijn binnen- gedrongen, zeker de overbodige machines zouden hebben weggebroken', schreef Izaak Benninga in juni 1945. 'Dit is in geen enkel opzicht gebeurd. Geen schroefje, bij wijze van spreken, ontbreekt en alles ziet er keurig on derhouden uit.' Geen wonder: de margarine productie was onder leiding van de Duitse bezetter gewoon doorgegaan. En verder moest er niet te veel op de oorlog worden teruggeblikt, schreef de firma aan haar klanten: 'Wij van onze kant hebben wel per soonlijke verliezen geleden, maar wij moeten WliJ-ÈKtKfci tM7 y- 12 Verzoek tot nationale iuschri jving, 1 M""- r. V. U -* Kaan en woonplaats vera de belanghebbende: ïaaolooze Vennootschap Seaoiags18 Vet smelter!jen en kargarinefpbrleken, .^eveoti 'A te Leeuwarden (Kederland) Tuinen: 2S-£7,iu deze vertegenwoordigd door haren Directeur Jacob Benuinga, jJoopuat, wonende te Leeuwarden, Tuinen: Kaam ea woonplaatb van den gemachtigde, die blijkens hierbij overgelegde volmacht door de belang hebbende is gemachtigd, de, onderhavige, nationale inschrijving te vragen: Antony Johannes Lambertub Wiiiekens, Octrooibezorger, gevestigd te 1s-Oravenhage en aldaar kantoor houdende aan de Laan van "Kieuw 0oat-Iadi8; 25 2. - Belanghebbende Mest domicilie: ten kantore van den gemachtigde voornoemd. Afbeelding van het merk: FABRIKANTE N.V.BENNINGA S VETSMELTERIJENe* MARGARINE FABRIEKEN - LEEUWARDEN Bovenste vak rood, onderste vak blauw, letters tusscken beide vakken ii rood. Verzoek tot nationale inschrijving van een koosjer merk van Benninga, 12 april 1930

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2016 | | pagina 10