LeoVdlr^ LA.il Het huis van Karl Christoph, Graf von Wied in de Korfmakersstraat in Leeuwarden voor de afbraak in 1907 Werk karakteristiek Het decoratiewerk van Jaan Oenema in de zware Marotstijl wordt gekenmerkt door de toepassing van brede lijsten met acanthus- loof en van band- en lussenwerk, knorlijsten, lambrequins (nabootsingen van draperieën in guirlandevorm), bladkrullen, consoles en opvallende ruitvormige versieringen met bloemrozetten (servetwerk). Veel van zijn werk valt op door halffiguren (kariatiden), die uit voluten voortkomen. Binnen het bladornament zijn nog al eens kinderkopjes opgenomen en soms exotisch aandoende mannenhoofden met een verentooi of een bekroning van tabaksbladeren. Bazuin engelen maken niet zelden deel uit van de grotere werkstukken. Siervazen dienen als bekroningen, maar zijn dikwijls ook in een compositie opgenomen. Hangende knoppen zijn doorgaans uitzonderlijk zwaar en doen welhaast Engels aan. (gevelsteen in het klokhuis en drie beeldjes aan de verloren gegane preekstoel aldaar, 1739). Op grond van stijlvergelijking is ook werk aan hem toe te schrijven aan de preek stoel te Tjerkwerd (1725) en de orgelkassen te Sint Annaparochie (1727) en Morra (1740). Jaan Oenema zal ook voorname meubels van snijwerk hebben voorzien. De stadhou- dersstoel (1724) in het stadhuis van Leeuwar den lijkt snijwerk van zijn hand te hebben. De kast voor de elfdelige Blaeu-atlas, die prins Johan Willem Friso aan de Academie van Franeker schonk, is geleverd door de tim merman en meubelmaker Joannes Hiddes Schrineriï. Het is aannemelijk dat diens zwa ger Jaan Oenema het snijwerk vervaardigde.VI Leeuwarden In zijn woonplaats Leeuwarden voerde Jaan Oenema als beeld- en steenhouwer het Werk buiten Leeuwarden Als leverancier van natuursteen komt Jaan Oenema nogal eens in archivalia voor. Zo le verde hij bijvoorbeeld een drempel voor de kerk van Reduzum, hardsteen voor de pasto rie van Wirdum (1733), hardsteen voor de kerk van Hichtum (1734) en de kerk van Skillaard (1735), hardsteen voor de toren van Wirdum (1736) en drempels voor het zomerhuis van de pastorie van Marssum (1740). Van de grafste nen die hij leverde, heeft hij die uit 1718 in de kerk van Grou voor Petrus van Asperen en Hiltje Gravius en Gabe van Asperen en Tietje Rintjes Tanja gesigneerd met: I. Oenema. Archivalisch aantoonbaar is zijn beeld houwwerk in hout of steen aan preekstoelen, banken en orgels in Oosterbierum (1713-1714), Driesum (preekstoel, 1714), Burgwerd (pei- wand en preekstoel, 1727. NB. het snijwerk aan de orgelkas is van Jacob Sydses Bruinsma), te Franeker (poortje van het Wes- terhuisvrouwengasthuis, 1737), Hennaard Grafsteen voor de familie Van Asperen Gravius in de kerk van Grou

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2016 | | pagina 5