Lcovo-'in} LA.il
oscoop die zowel uiterlijk pracht en praal als
goede film had. De Leeuwarder Courant be
steedde uitgebreid aandacht aan de reisbios
coop van exploitant Benner. Dit geeft wel aan
hoe indrukwekkend de reisbioscoop geweest
moet zijn: de krant verloor na het eerste jaar
van film op de kermis al haar interesse en
schreef tussen 1897 en 1906 amper over reisbi
oscopen. Op 17 juli 1900 stelde de Leeuwarder
Courant: 'De tijd van de 'messegooierijen', was-
senbeeldenspellen, menageriën, zeemeermin
nen is voorbij. Ze hebben moeten plaats
maken voor andere attracties, die de geest van
den tijd uitdacht. De bioskoop neemt thans
een eerste plaats in onder de moderne ver
tooningen. Er is er dit jaar maar een bioskoop.
Waren er meer gekomen, ze zouden weinig
toeloop hebben gehad, want de bioskoop van
den heer K. Benner is eenig in staat, om de
buitenstaande toeschouwers te trekken. Uit
tal van gloeilichten stroomt een zee van ge
kleurd electrisch licht, dat schitterend weer
kaatst in het fraai geslepen spiegelglas.' Een
journalist van de krant bezocht zelfs een voor
stelling bij Benner, de eerste keer dat er in
1896-1906 een recensie verscheen van reis
bioscoopvertoningen: de tent was 'keurig in
gericht', de vertoning was 'zeer verdienstelijk'
en de vertoonde films waren 'aardig'.
Dat het Benner was die Slieker van zijn
troon stootte, moet extra wrang zijn geweest:
toen Slieker op de juli-kermis van 1896 film
introduceerde, was Benner ook aanwezig op
de kermis, met een stoomdraaimolen. Door
heel Nederland verdrongen de nieuwe luxere
reisbioscopen de reisbioscoopexploitanten
van het eerste uur. In 1901 stond Slieker nog
een laatste keer op de Leeuwarder juli-kermis,
maar hij had zijn goede positie verloren. Een
paar jaar later verkocht hij zijn reisbioscoop.
Film uit het slop
De daling van de publieke interesse in film
werd op de kermis tegengegaan door de luxere
reisbioscopen. In de vaste zalen in Leeuwar
den bleef een oplossing echter uit. In 1901
Carmine Riozzi's bioscoop op de Leeuwarder kermis in 1898
De benedenzaal van Hotel Centraal met biljart
tafels, gefotografeerd rond 1895
waren er nog wel wat filmvertoningen in vaste
zalen: in februari in de Stadsschouwburg en
in maart en september in Sociëteit Amicitia.
En Frederik Keijzer gaf in juli in het Evangeli
satielokaal in de Haniasteeg ook 'anti-kermis-
voorstellingen', om 'de Christenen de gele
genheid te geven geheel buiten de kermis om,
op een genotvolle wijze den avond door te
brengen'. In april 1902 en oktober 1906 ver
zorgde hij ook zulke christelijke filmvertonin
gen.
Tussen 1902 en 1904 waren het echt barre
tijden: buiten de kermisvertoningen konden
Leeuwarders nergens 'levende fotografie' be
wonderen. Twee broers zorgden voor de red
ding van film in Leeuwarden: Bernard en Willy
Mullens. Deze Bredase gebroeders hadden het
kermistheater van hun ouders overgenomen
en waren zich op film gaan richten. Onder de
naam Albert Frères veroorzaakten ze in 1905
een mini-revolutie, die film in Leeuwarden
weer op de kaart zette als amusementsvorm.
Van 23 t/m 28 maart verzorgden ze 's avonds in
de 'Groote Zaal' van de Harmonie filmverto
ningen. Op zaterdag 25 en zondag 26 maart
was er 's middags ook een matinee voor fami-