Herinneringen aan de oorlog
Lcovo.'in} LA.il
Ellen bij de Weg
Mijn moeder, Annie Venema, was ruim
zevenjaar toen de oorlog begon. Met haar
ouders, Gerrit en Elbrig (Brechtje), en twee
jongere broertjes woonde ze in de Paulus
Potterstraat op nummer 28, in Huizum.
Mijn opa werd opgeroepen voor
de militaire dienst en bracht de
eerste dagen van de oorlog en
de maanden ervoor door bij de
Grebbeberg. Hij maakte deel uit van de Ge
neeskundige Troepen en behandelde zo goed
en zo kwaad als het ging in de loopgraven de
gewonden. Wat zich in die tijd precies heeft
afgespeeld, daar praatte hij niet over. Wel ver
telde hij, dat hij op een gegeven moment
samen met een kameraad is gevlucht, op een
boerenkar. Hij had wat koeken en etenswaren
gespaard en in zijn tas gedaan, voor als hij het
nodig zou hebben. Helaas merkte hij onder
weg dat hij niet zijn eigen tas, maar die van
een ander meegenomen had. Eerst ging hij
naar zijn schoonzuster in Amsterdam, die
hem wat opkalefaterde en zijn kleren waste.
Toen de situatie veilig genoeg was, keerde hij
naar huis terug.
Vele jaren na de oorlog kwam opa bij het
monument op de Grebbeberg. Tot zijn schrik
zag hij daar zijn eigen naam staan, bij de ver
misten... Omdat hij zich na zijn vlucht in die
eerste oorlogsdagen niet meer gemeld had,
was hij als vermist opgegeven.
Gevlucht uit het Arbeidsbureau
Voor de oorlog werkte opa als stoffeerder bij
Schweigmann op de Nieuwestad, schuin te
genover de Waag, waar tegenwoordig H&M zit.
In de oorlog bleef hij dat de eerste jaren doen.
Schweigmann had vaak klusjes op het vlieg
veld of in huizen waar Duitsers woonden. Opa
was in die tijd altijd op zijn hoede en wanneer
hij ergens kwam, lette hij erop hoe hij eventu-
eel kon vluchten. Op een dag, in 1943, was hij
aan het werk bij het Arbeidsbureau aan de
Willemskade, op de hoek van de Prins Hen
drikstraat. Waarschijnlijk plaatste hij verduis
teringsgordijnen. Opeens merkte hij, dat de
deur van de kamer waar hij bezig was op slot
werd gedraaid. Waarom dat gebeurde, is niet
bekend; het kan zijn dat hij werd betrapt bij
het neuzen in papieren. In ieder geval besloot
hij meteen de benen te nemen. Gelukkig kon
den de ramen open en ging hij er vandoor,
langs de achterkant van het gebouw, via een
dak, een regenpijp. Zijn fiets stond aan de zij
kant van het Arbeidsbureau en daarop reed hij
weg. Hij had zelfs de tegenwoordigheid van
geest gehad zijn gereedschapskoffer mee te
nemen!
Vanzelfsprekend kon hij niet naar huis,
daarom ging hij naar kennissen in de buurt.
Zij vertelden mijn oma wat er gebeurd was.
Oma ging naar Schweigmann en zei dat haar
Schweigmann aan de Nieuwestad 162, 1971
man niet thuisgekomen was, dat hij waar
schijnlijk was opgepakt. Met veel moeite kreeg
ze het laatste weekloon: ƒ9,00.
Toen het grootste gevaar geweken was, dook
opa thuis onder. Via de kennissen waar hij een
poosje ondergedoken was geweest, raakte hij
betrokken bij het verzet. Zijn huis werd een
doorgangshuis voor onderduikers en af en toe
moesten er berichten worden doorgegeven.
Dat laatste was vaak een klusje voor mijn moe
der.
Langs de boeren om melk
Dat opa ondergedoken was, had nogal wat
consequenties voor het gezin. Omdat hij niet
werkte, had hij geen inkomsten en omdat hij
officieel niet thuis was, kreeg hij geen bon
kaarten. En dat terwijl er vaak extra mensen in
huis waren. Opa probeerde daarom wat bij te
verdienen door voor deze en gene stoffeer-
klusjes te doen, gordijnen te naaien en derge
lijke. Af en toe stopte zijn moeder hem wat
geld toe en het verzet sprong bij met extra
bonkaarten. Mevrouw De Vries, die twee hui
zen verderop met haar man een kruideniers
zaak had, gaf mijn oma koekjes die gebroken
waren of restjes thee.
Om alle monden te kunnen voeden werd
mijn moeder eropuit gestuurd om melk te
halen bij boeren in de omgeving. Elke ochtend
behalve op zondag fietste ze, voordat ze naar
school ging, naar Goutum, Warga en Hem-
pens, op een oude herenfiets met 'cussieban-
den'. Cussie was afgeleid van cushion, wat
(stoot-)kussen betekent. In dit geval waren dat
repen oude autoband. De flessen melk kwa
men in sokken in de fietstassen, die opa van
een oude loper had gemaakt.
Een stukje voor Goutum, aan de Overijssel-
seweg, woonde boer Overdijk. In een grote
bijkeuken stonden twee melkbussen, waar de
dochter voor iedere klant twee flessen melk
uithaalde voor 25 cent per fles. Daarna fietste