Ruzie om een rabbijn
4,
Lcovo.'in} LA.il
2 Siem van der Woude
Op 5 februari 1747 kwamen de lidmaten
van de joodse gemeente in Leeuwarden
bijeen. De besluitenlijst is een raadselach
tige tekst: 'In't begin doe de gemeente te
samen vereenigt wierdt, sjn alle lidmaten...
met vergadering bijeen geweest en sig ver
bindende met een hertigheid en begeerte
deswillen om te verknopen met een sterke
knoop, met liefde, met broederschap.' Het
belangrijkste besluit was het voornemen
om een rabbijn aan te stellen, 'een wetson-
derwjzer om ons te onderwijsen de weg
waernae wij sullen gaan en nae Sjn woor
den te luisteren'. Verder werden er afspra
ken gemaakt over het verkiezen en
aftreden van ouderlingen en het aanstellen
van een ritueel slager.
Het lijkt een stichtingsakte, ware
het niet dat er al jarenlang een
joodse gemeente bestond. Was
het misschien een hernieuwde
oprichting na een lange periode van ver
deeldheid?
Hoe het ook zij, op grond van deze beslui
ten werd in maart 1747 Jacob Nachman Levij
uit Emden beroepen als rabbijn van Leeuwar
den. Hij zou een woning krijgen, hout en turf,
en daarboven een maandtractement van
twintig gulden. Zijn komst zou tot grote con
flicten in de joodse gemeente van Leeuwar
den leiden.
In Leeuwarden bestond in 1747 al lang een
joodse gemeenschap. In 1670 kregen enkele
joden toestemming om aan de Boterhoek een
eigen begraafplaats in te richten. Enige de
cennia later is er sprake van een eerste kleine
synagoge op een binnenterrein in de buurt
van het huidige Zalen Schaaf. Deze synagoge
had een uitgang naar de Sacramentsstraat. In
een later stadium werd een synagoge aan de
Sacramentsstraat gebouwd op de plaats waar
nu de grote synagoge staat.
Over de organisatie van de joodse ge
meente in deze periode is weinig bekend;
de eerste aantekeningen in het eigen archief
dateren van 1754, toen de conflicten die hier
worden beschreven net voorbij waren.
Waar het eigen archief ontbreekt, is de on
derzoeker aangewezen op vermeldingen in
andere archieven. Door een toeval vond ik
onlangs in het archief van het Hof van Fries
land enkele dossiers over de grote conflicten
die speelden rond de benoeming van Nach-
man Levij als rabbijn. Deze dossiers gunnen
ons een blik in de gang van zaken in de syna
goge omstreeks 1750. Helemaal onbekend
waren deze dossiers niet. Hartog Beem, de
geschiedschrijver van het joodse leven in
Friesland, noemt ze heel kort. Omdat we zo
weinig weten van het dagelijks leven in de
joodse gemeenschap in de 18e eeuw is het de
moeite waard deze gebeurtenissen nog eens
nader onder de loep te nemen.
De eerste rabbijn
Nachman Levij was niet de eerste rabbijn in
Leeuwarden. Jacob Eleazer Emmerich be
kleedde deze functie tussen 1720 en 1735. Hij
werd omstreeks 1740 opgevolgd door Hartog
Levij. Wij kennen hem uit de geschriften van
Jacobus Bosch, een niet-joodse koopman uit
Leeuwarden. Hij publiceerde een Zamen-
spraak met Hartog Levij over de leerstellige
verschillen tussen het jodendom en het
christendom. Aan het slot van deze publica
tie blijkt dat de overtuiging en motivatie van
deze rabbijn wankelden: 'Men (de joden)
houdt zig op met vele beuzelvragen: als men
De oudste - uit 1670 daterende - joodse begraafplaats achter de Boterhoek rond 1900. Achter de
kerkhofsmuur lag het Oranjeklooster Foto Fries Museum