WAARHEID, vertoond in eenige SAMENSPRAKEN, DE WARE ISRAELS) HERTOG LEEVY, JACOBUS BOSCH: GODGËLREETHEID tms HOPE eh verwagtinge OF DE T&ICMFHEEENDE Gzhouden opfcczoridere TydcntuflVlien dsn Geleerden JUbei Lceraar derjooden tc Leeuwarden, I?n de Koopman Wiir in niet alleen de (>tk(le Jood lelie en Chiiflen Op een veedige vryte word verdedigt, meat ook aan«e- «etc duyfiexe plaita.cn reel figt %e«t, en daarom zeetrodigeovan JOODÊN alt r.n CHRISTENEN geleien re wotdiqwyl in die Sareeofprifcenzeei vcel wetentvaardigc dingen voorkomen. 1» hit Igt gtttvtn dour JACOBUS BOSCH. Watt bï gevoegd J1een Opdxagt Brief aan de WeE Edeltf PARNAssiM) Uitmakende de Opiiendu; vtn de$y. Jogden te AMCTF.RDIM. TWEEOEN DRUK. U W A X D E N, 1AM FUR WERD A en J 7 6o, T TREBLING,i Titelpagina van De Ware Hope en Verwagtinge Israels, of de Triumpherende Waarheid, ver toond in enige samenspraken „et cetera Collectie Tresoar komt gestadig de rabbi het hoofd breken met te vragen, rabbi daar is myn mes, daar ik vlees mede snij, aan de boter gekomen, hoe zal ik dat weder reyn krijgen? En zo vraagt men over messen, lepels, vorken, potten, pannen en wat dies meer is. En dan komt daar een oud wijf vragen over de tijd van de onreynig- heid van een vrouw, wanneer het bij haar wat twijfelachtig is. Het zoude mij vermoeyen en u verveelen te meer, terwijl het weynig kan stigten. Derhalven wil ik Ue bedanken voor de moeyte dewelke gij op uw genomen hebt, om mij onderscheydene redenen te geven van de zekerheid van uw geloof.' Deze rabbijn brak in 1742 met de joodse leer. Hij zal zijn gemeente in verwarring hebben achtergelaten. Een nieuwe rabbijn Dit verhaal begint als Jacob Nachman Levij uit Emden wordt beroepen in Leeuwarden. Hij was oorspronkelijk afromstig uit Polen. Om verwarring met alle andere Levij's te voorkomen zullen wij deze rabbijn hierna Nachman noemen. In mei maakte hij zijn entree in de synagoge. Met zijn benoeming had vrijwel de hele gemeente ingestemd, maar een kleine min derheid was tegen zijn komst en vastbesloten hem niet in zijn functie te erkennen. Isaak Levij, een hoedenmaker en koopman wonend bij de Nieuwe Toren, was de aanvoerder van de oppositie en zijn zoon Levij Isaaks de uit voerder. Toen Nachman zijn rol in de synago gediensten op zich ging nemen werd hij voortdurend door deze groep gehinderd. Dat leidde tot veel tumult in de synagoge en daar buiten. De niet-joodse buren in de Sacra mentsstraat zagen het met zorg aan. Al in juli liepen de conflicten zo hoog op dat de stedelijke overheid werd gewaar schuwd. Burgemeester Bernardus Johannes Swalue hoorde op 18 juli 1747 een groot aantal getuigen, meest niet-joodse buren van de sy nagoge in de Sacramentsstraat. Ze vertelden dat er al lange tijd veel ruzie was bij het in- en uitgaan van de synagoge, maar vanwege de Jiddische taal konden ze niet zeggen waar het over ging. Wel wezen ze Levij Isaaks als de belangrijkste ruziemaker aan. Salomon Fer- werda, een schilder in de Sacramentsstraat, verklaarde dat de joden elkaar de laatste tijd niet alleen met woorden, maar ook met slaan en vechten aanvielen. Toen er weer een ruzie was geweest had hij de rabbijn gewaar schuwd: 'Als het soo gaat moeten de buijren haar met deese saak bemoeijen.' En zo was de burgemeester met zijn onderzoek begonnen. Kennelijk hebben de stedelijke autoriteiten het Hof snel ingeschakeld want al gauw daarna kwam de bode Henricus de Valk in de synagoge poolshoogte nemen. Hij werd door de buren verwelkomd, omdat er volgens hen voortdurend herrie, 'continuele onlusten', in de synagoge was. In de synagoge trof hij cha otische toestanden aan. De rabbijn was zeer ontsteld, 'alsof de dood op sijn aangesigt ge- schildert stond', en zijn vrouw nog meer. De rabbijn heeft zich al vroeg met rekesten tot het Hof van Friesland gewend, want in de Situatietekening van de Leeuwarder sjoel van 1805 naar het oudste kadastrale minuutplan, de vergroting van 1865 aangegeven met een gebroken lijn. Zwaar gearceerd is bij benadering de ligging aangeduid van het achterhuis, dat in of na 1745 tot sjoel was verbouwd, en van het voorhuis, dat tussen 1787 en 1791 voor uitbrei ding van de sjoel was gebruikt. Omlijnd zijn ver der de drie percelen aan de Slotmakersstraat, aangekocht in 1802-'03. In zwart is de plaats aangegeven van de sjoel voor 1745 Tekening H.W van der Voet processtukken wordt verwezen naar een be schikking van 25 oktober 1747 waarbij een zekere Raphael Aarons wordt opgedragen de rabbijn ongemoeid te laten bij de uitoefening van zijn functie. Van deze zaak heb ik tot nu toe geen stukken kunnen vinden, maar een ander verzoekschrift is wel bekend. Hierin stelde Nachman, dat hem sinds zijn aanstel ling als rabbijn het werken door een kleine groep onder leiding van Isaak Levij onmoge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2016 | | pagina 5