UovxTÏU.
Werner Ross sprak uit, dat ook hier Duits nati-
onaalsocialistisch onderwijs voor Duitse kin
deren nodig was: de bedoeling is niet om
Nederlandse en Friese kinderen tot Rijksduit
sers te maken, maar wel om er voor te zorgen
dat Duitse kinderen geen Nederlanders of
Friezen worden, maar een Duitse opvoeding
krijgen in de nationaalsocialistische geest'.
Met het hijsen van de hakenkruisvlag werd de
eerste Duitsche Volksschool in de drie noorde
lijke provincies officieel geopend.
De leerlingen
De rol van het gemeentebestuur was beperkt
tot die van verhuurder van het gebouw. Hier
voor ontving ze jaarlijks ƒ2000,-. Voor het
overige viel de school rechtstreeks onder de
Duitse inspectie vanuit Den Haag en kwam de
bekostiging uit de 'Oberkasse des Herrn
Reichskommissars'. Opvoeding en onderwijs
op de school stonden in dienst van de nazifi-
cering van de kinderen en hun ouders en
paste geheel in het streven deze scholen in
alle bezette gebieden te stichten.
In Leeuwarden bevonden zich in verschil
lende diensten vijfenvijftig Duitsers, die hier
vaak met hun gezin woonden. Velen waren
militair, maar er waren er ook met een burger
functie. Bovendien werden de in Leeuwarden
en omgeving wonende Rijksduitsers verplicht
hun kinderen naar deze school te sturen. De
ouders waren hier al voor de oorlog komen
wonen, maar hadden de pech de Duitse natio
naliteit nog te bezitten. Ze waren vaak niet be
reid hun kinderen onder de hoede van de
bezetter naar school te sturen. Ype Schaaf
schrijft in zijn boek Laarzen op de Lange Pijp:
'C.V. Kaller van de modezaak op de Nieuwestad
kwam uit een Mettingse Duitse familie en had
toen de oorlog uitbrak nog geen Nederlands
paspoort. Dus moesten zijn kinderen naar de
Duitsche Volksschool. Dochter Anna heeft er
een jaar gezeten, wat ze vreselijk vond, en haar
broertje is bij familie in Alkmaar in huis ge
daan om deze school te vermijden. De verwar
mingsinstallateur Westermann had ook nog
een Duits paspoort, maar kreeg het voor elkaar
dat zijn dochtertje Gretha er niet heen hoefde.'
Voor een kleine groep leerlingen was de
school ook een toevluchtsoord, namelijk voor
die kinderen van NSB'ers die op de eigen
school soms erg werden gepest. Uit een rap
port van de Leeuwarder onderwijsinspecteur
Van der Zweep: 'Onder ogen van het personeel,
zowel in de klassen als op de speelplaats,
zowel bij het ingaan van de school als bij het
verlaten daarvan, ontzien op heel wat scholen
de leerlingen zich niet, de enkele schoolmak
kertjes wier vaders nationaalsocialist zijn, te
beschimpen, uit te schelden en wat dies meer
zij. In de klassen en op de speelplaats worden
deze kinderen geïsoleerd en genegeerd.'
De inhoud van het onderwijs
De school, waar Duits de voertaal was, de Hit
lergroet werd gebracht en 's morgens de Duitse
vlag werd begroet, begon met 38 leerlingen,
een aantal dat al snel zo groeide, dat er een
extra onderwijzer, de Limburger J.M. Huiskens
kwam en de locatie te klein bleek. De verhui
zing naar de gevorderde gemeenteschool 16 in
de Coornhertstraat bood een oplossing. Er was
echter nog een reden waarom men graag wilde
verhuizen. De school aan het Toernooiveld
stond immers in de toenmalige rosse buurt, de
Butterhoek, die verboden was voor de mensen
van de Wehrmacht. Vlak voor de ingebruik
name van de nieuwe school werden daar nog
wel even alle ramen ingegooid.
De leerlingen hielden hun nationaalsocia-
listische vieringen, troffen, als ze wat ouder
waren, elkaar bij de Jeugdstorm en kwamen
met voorrang in aanmerking voor de zoge
naamde kinderuitzending van de Nederland-
sche Volksdienst. Tot het leerplan behoorde
ook politieke scholing, waarbij de leerlingen
onder meer leerden dat Joden tot een inferieur
mensenras behoorden en uit de volksgemeen
schap moesten worden verdreven. Een klein,
select aantal leerlingen ging na de Duitsche
Volksschool naar Duitsland of Heerlen waar ze
op de Reichsschule werd opgevoed tot toe
komstige leiders.
Na Dolle Dinsdag was het met de school in
één keer gebeurd. De Duitse gezinnen vlucht
ten hals over kop naar der Heimat. In septem
ber evacueerde de school naar Duitsland.
Onderwijzeres Anna Meint Hepkema was toen
al terug in haar geboortedorp Wijckel. Na de
oorlog moesten ouders, die hun kinderen vrij
willig naar deze school hadden gestuurd, zich
voor het Tribunaal verantwoorden. Zo werd
Lolkje de Jong uit Arum vrijgesproken van het
feit dat ze haar kinderen naar de Duitsche
Volksschool had gestuurd, omdat ze kon aan
tonen dat dit onder dwang van haar ex-man,
een NSB'er, was gebeurd.
Toen ik las over de benoeming van een onder
wijzeres uit het openbaar onderwijs aan de
Duitsche Volksschool vroeg ik me af, wat haar
eigenlijk bezielde. Juf Hepkema was in Wijckel
geboren op 5 januari 1919. Na de lagere en
middelbare school ging ze naar een doopsge
zinde kweekschool met internaat en begon
haar loopbaan als onbezoldigd 'kwekeling met
acte' in Kimswerd, financieel mogelijk ge
maakt door de ouders van de school. Ze
woonde bij haar grootvader in huis en kon
met de stoomtram vanuit Leeuwarden naar
haar werk. Op 28 juli 1937, een maand na de
dood van haar moeder, werd ze benoemd aan
de openbare lagere school van Pingjum, op
13
Anna Meint Hepkema, de Friese Helferin' van
de Duitsche Volksschool
'Helferin' Anna Meint Hepkema