ging voor Christelijk Kleuteronderwijs te Hui-
zum, was op grond van afstand en gezindheid
een logische stap. Maar die school, Boartlik
Bigjin, bleek geen leerlingen meer te kunnen
plaatsen. De openbare gemeentelijke be
waarschool aan de Huizumerlaan had nog wel
ruimte. Twee keer per dag (op klompen) heen
en weer, over de drukke Verlengde Schrans.
Een jaar later werd de grote stap naar de
Ernst Casimirschool gemaakt. Piet had op die
leeftijd geen oog voor de bijzondere kenmer
ken van het gebouw. Wel voor het schoolplein,
aan de noordkant (de achterkant) van de
school. 'Een enorm speelplein, begrensd met
bomen en struiken.' Achter het groen aan de
noordkant de Gerard Terborchstraat, aan de
westkant 'het rattenslootsje' dwars op de Julia-
nalaan. Op de hoek van de Gerard Terborch-
straat en de Verlengde Schrans stond de
boerderij van Koopmans, een pand van ruim
100 jaar oud. In 1956 stortte een deel van de
boerderij in als gevolg van een najaarsstorm.
Een jaar later volgde de sloop en - kort na Piet
zijn afscheid van de Ernst Casimirschool -
werd daar in 1959 een nieuw complex voor
VW-garage De Boer geopend.
Het vrije uitzicht vanuit alle lokalen rich
ting de hoge brug over het Van Harinxmaka-
naal zou pas in 1964 weggenomen worden
door de bouw van garage Huizenga. Overigens
zou de redelijk diepe voortuin ook verdwijnen
in verband met de verbreding van de Juliana-
laan met ventwegen in de tweede helft van de
jaren vijftig.
Hoofd der school was tijdens Piets schoolja
ren de heer Drenth, die zoals gebruikelijk klas
zes onder zijn hoede had. Ook gebruikelijk
was een juf voor de eerste klas (juf Van der
Kouwe) en een voor de tweede (juf Visser).
Klas drie, vier en vijf waren 'in handen van' de
meesters Wagenmakers, respectievelijk Post
mus en Wijnja. Dit docentencorps keek 's och
tends nauwlettend toe bij het luiden van de
bel. Op het schoolplein stelden alle leerlingen
zich op in rijen, met per klas links de jongens
en rechts de meisjes. Op een uiterst gediscipli
neerde wijze marcheerde de eerste klas als
eerste naar binnen, met daarna - in de juiste
volgorde - de hogere klassen. Bij het uitgaan
werd de omgekeerde volgorde toegepast en
werd het geduld van de eersteklassers het
meest op de proef gesteld. 'De schooltijden
waren, meen ik, tussen 8.30 uur en 12.00 uur
en 's middags tussen 14.00 uur en 16.00 uur.
Een lange middagpauze, juist omdat iedereen
tussen de middag thuis warm moest eten.'
De samenstelling van de klas veranderde in
deze schooljaren niet echt. Tussen de 45 en 50
leerlingen, met min of meer gelijke aantallen
jongens en meisjes, toen nog een weinig ge
mêleerde groep. Alleen Joke Elmendorp had
een kleurtje. Enkele andere namen: Eppie van
der Berg, Hans Iedema, Simon Plaatsman,
Wieger Romkema, Harry Broersma, Keimpe
Roedema, Jan Halma, Gé Timmer, Florrie
Drenth (dochter van het hoofd), Annie Bakker,
Klaske Gietema en Heleen Post.
De leerlingen waren gegroepeerd in school-
bankjes in rijen van drie, leerlingen die nog
met kroontjespen schreven, die onderricht
kregen in bijbelse geschiedenis en een rap
portcijfer kregen voor 'versjes', die gymnastiek
hadden in een zaal bij de Johan Willem Friso-
school, een Veilig Verkeer Diploma konden
halen, die op schoolreisje gingen naar Oranje
woud, Hellendoorn en zelfs naar Amsterdam.
Leerlingen die wisten dat je een tik kreeg van
een juf na haar uitroep 'wat ziet mijn oog en
wat hoort mijn oor?'
'De meisjes hadden elke week nog een uur
tje handwerken, de jongens mochten dan eer
der weg, tenzij een jongen straf had. Een straf
die erg vernederend was: strengen wol tussen
de armen ophouden voor de handwerkende
meisjes.'
LcovitV3t^i.
De Boerhaaveschool omstreeks 1950
De Finse school in de Brederostraat, begin jaren '50