Engelse Oorlog hebben we tegenwoordig in Nederland en daarbuiten vele schitterende ka nonnen te danken. Het Falckkanon is in parti culier bezit en niet toegankelijk. Er kon ook geen goede totaalfoto van gemaakt worden. Helaas ontbreken de dolfijnen, de 'oren' op de loop. Het is goed mogelijk dat er nog meer Leeu warder kanonnen in dit wrak liggen, maar door de ongunstige ligging en andere prioriteiten bij de onderzoeksinstantie (RCE) is het wrak van de Eendracht nog nooit goed onderzocht. In 1623 goot Falck twee 24-ponders voor de Amsterdamse Kamer van de West-Indische Compagnie, waarvan de verblijfplaats heden ook niet meer bekend is, maar misschien lig gen ze nog ergens op de zeebodem en komen ze ooit tevoorschijn. Ze stonden in 1753 nog op de arsenaallijst van de Admiraliteit te Rotter dam en waren daar dus terechtgekomen na het opheffen van de West-Indische Compagnie. Dat kanonnen lang mee konden, zullen we bij de volgende bronsgieter weer aantonen. In 1634 verhuisde Hans Falck naar Rusland en k reeg het beheer van de kanonnengieterij van de Tsaar in het Kremlin te Moskou. Een jaar later werd Jacob Noteman de brons gieter van de stad. Hij kwam uit het zuiden van het land en was waarschijnlijk al voorman in het giethuis van Leeuwarden onder Hans Falck. Zijn kerkklokken hangen nog in veel to rens maar van zijn geschutsproductie is weinig bekend en overgebleven. Alweer Nederlandse vissers vonden in de jaren '80 van de vorige eeuw twee van zijn bronzen kanonnen op de Noordzeebodem. Het zijn identieke stukken, gegoten voor de Directie van Friesland en af komstig uit een wrak nabij de Eurogeul ter hoogte van Hoek van Holland. De Directiën waren organisaties van kooplieden en reders die eigen oorlogsschepen uitrustten om hun handelsvloten te beschermen, te 'convoyeren'. In Harlingen werden veel van dergelijke schepen uitgerust en ze deden ook mee in sommige zeeslagen van de Eerste Engelse Oor- l og. In 1643 werd in Harlingen de convooier Prins Willem, met 28 kanonnen, gebouwd. Daarvoor heeft de Directie (bijna) zeker twee kanonnen besteld bij Jacob Noteman. Dit schip is in 1653 vergaan na de zogenoemde zeeslag bij Nieuwpoort, die ter hoogte van Nieuwpoort begon en in noordelijke richting werd uitge vochten tussen Engelse en Nederlandse vlo ten. Van de twee opgeviste kanonnen is er een aan een verzamelaar in Florida verkocht en de andere bevindt zich in het Scheepvaart Mu seum van Sneek. Dat Noteman meer kanonnen heeft gegoten blijkt onder andere uit de zogenaamde Dickson Memoirs, een collectie manuscripten met daar onder een lijst van bronzen kanonnen van de Engelse oorlogsschepen Royal George en Britta- nia, uit 1736. Hierop staat onder andere een aantal 12-ponders uit 1643 van Noteman. Het was normale praktijk, dat veroverde bronzen kanonnen werden hergebruikt op Engelse oor logsschepen. In 1756 is er een nieuwe Royal Ge orge gebouwd en zeer waarschijnlijk werden de kanonnen van het oude schip overgezet op het nieuwe, voor zover ze nog goed waren. De nieuwe Royal George is in 1782 gekapseisd in de Solent met een verlies van 800 mensenlevens. Rond 1830 waren de duikhelm en duikcom- pressor uitgevonden en konden de eerste echte bergingen beginnen. Er zijn vele niet-Engelse bronzen stukken uit dit wrak geborgen. In 1840 werd de Nelsonzuil op Trafalgar Square opge richt en het standbeeld van de Engelse zeeheld kwam bovenop de zuil te staan op een bronzen voetstuk, gegoten van omgesmolten buiten landse kanonnen uit het wrak van de Royal Ge orge. Het kan best zijn dat daar Noteman 12-ponders in verwerkt zijn... Op de bovenge noemde geschutslijst uit 1753 stond ook een kanon van Jacob Noteman, maar dat is ook heden niet meer aanwezig. Dit kanon is even eens meer dan honderd jaar in gebruik ge weest. Noteman verhuisde in 1650 naar Heidelberg. Alweer kwam een Duitser naar Leeuwarden om er de provinciale klokken- en geschutsgie- ter te worden. Hij begon meteen in 1650 en bleef achttien jaar. Het is onvoorstelbaar, dat er van hem geen enkel kanon resteert, daar hij tijdens twee oorlogen met Engeland en de enorme uitbreiding van het aantal Friese oor logsschepen in deze periode waarschijnlijk veel kanonnen heeft gefabriceerd. Het ijzeren BftPNZE. l5tTw».llHAKE. f* or T^vga VM*IIH,p™OV£>*-1_ tT U aniNC*:10L0. IN 7 RIE SInAMT Gedocumenteerde weergave van het het enige nog bestaande bronzen kanon van de Admiraliteit uit Harlingen, afkomstig uit een wrak voor de kust van Portugal. Gegevens over de maker van het kanon zijn niet meer herkenbaar, doch op grond van de positie van de sierbanden kan het geschut met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden toegeschreven aan Petrus Overney Collectie Nico Brinck Jacob Noteman Jurjen Balthasar

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2017 | | pagina 8