'vuige laster' waren en dat de dieren gezond waren. In 1852 verhuurt Gosse de Groene Weide aan zijn broer Fokke de Koe. Gosse wordt dan paardenpostmeester. Fokke plaatst een advertentie dat hij eveneens paarden en rijtuigen verhuurt. In 1859 maakt hij bekend zich alleen nog maar met het verhuren van paarden en rijtuigen bezig te houden en de Groene Weide gaat verlaten. Het logement wordt dan overgenomen door Simon Willem de Roos die er lang (tot 1894) zal blijven. Hij beveelt zijn etablissement per advertentie aan bij notarissen en deurwaarders tot het houden van verkopingen en verhuringen maar ook weer als verhuurder van paarden en rijtuigen. In 1874 adverteert hij dat hij een Clarence (soort rijtuig) en een nieuwe smaakvolle ne- genpersoonstentwagen te huur heeft. Omnibus- en postwagendiensten Inmiddels fungeerde de Groene Weide ook als eind- en beginstation van omnibus- en post wagendiensten op bij voorbeeld Berlikum en Holwerd. Als De Roos na 35 jaar de Groene Weide geëxploiteerd te hebben in 1894 over lijdt worden de panden (behalve het logement zelf onder andere twee burgerhuizen en twee percelen weiland) en inboedel verkocht. Op 21 augustus van dat jaar is er boelgoed waarbij de gehele inventaris wordt verkocht. Te koop zijn onder meer ruim twintig rijtuigen en acht paarden, maar ook tien koeien en acht scha pen. De volgende exploitant is Hermanus Johan nes Albers die zich met zijn gezin vanuit Den Haag in Leeuwarden vestigde. Hij kocht tevens het bouwterrein naast het logement en liet daar in 1898 vijf onder- en bovenwoningen bouwen plus een herenhuis naar ontwerp van architect Hero Feddema. Ook nu bestond het bedrijf uit twee onderdelen, het café en de stalhouderij. In november 1909 verandert dat als Albers per advertentie bekend maakt dat hij 'de exploitatie van het café heeft overgedra gen aan den heer W. de Jong uit Groningen' maar de 'stalhoudersaffaire zelf zal blijven uit oefenen'. Een half jaar eerder in mei 1909 had Albers het rijtje woningen naast de Groene Weide al van de hand gedaan. In mei 1915 verlaat het gezin Albers Leeu warden om te verhuizen naar Voorburg. Her- manus Albers was inmiddels zestig jaar oud. Ook caféhouder W. de Jong vertrekt in dat jaar. Johannes Siderius wordt zijn opvolger. Die blijft tot 1919. In dat jaar wordt de Groene Weide weer te koop aangeboden. 'Het in wij den kring zeer gunstig bekend staande CAFÉ met DOORREED, STALLING EN KOETSHUIS en UITSPANNING 'de Groene Weide' genaamd'. Volgens de advertentie leverde het café een ruim bestaan op. Koper wordt Benjamin Mozes Nijveen die ook bekend was onder de naam Benhard Nijveen. Nijveen was een echte paarden- en rijtuigenhandelaar die het café er bij deed. Zijn advertenties waren opvallend. In zijn stallen was plaats voor driehonderd(!) paarden en ook bezat hij een overdekte stal ling voor duizend fietsen plus garage voor au to's. Tevens bood hij hengsten ter dekking aan. Onder andere de tophengst Koning Albert was beschikbaar. Verbouwingen Nijveen houdt het in 1922 reeds voor gezien en verkoopt de Groene Weide aan Johannes Hen drik Maurer die op de zuidelijke hoek van Nieuwestad en Westerplantage al een café uit baatte. Hij was een ondernemend man die al snel in de gaten had dat auto's in de toekomst de paarden zouden gaan verdringen. Hij liet in 1924 een grote autogarage bouwen met ruimte voor zo'n twintig automobielen. In 1923 had hij al een exploitatievergunning voor een ben zinepomp gekregen. Volgens een artikel uit Fen Fryske Groun (1927) parkeerden er op vrij dag meer dan honderd autobussen bij hem op het terrein. In 1928 liet Maurer een kegelbaan aanleggen plus een 'allergezelligst' zaaltje voor de H.H. kegelaars. Uiteraard kwamen er kegelclubs. Eén van de bekendste was Klein Hamburg waarvan voornamelijk roomse middenstan ders lid waren. In 1929 hield Maurer er van wege financiële perikelen mee op en verkocht de Groene Weide aan de jonge Leendert Bart- stra afkomstig uit Wergea waar zijn vader het dorpscafé uitbaatte. Bartstra en zijn vrouw Rindertje Jepma begonnen vrijwel direct met het aanpassen van het gebouw aan de mo derne tijd. Naar een ontwerp van architect Piet de Vries werd er in 1931 een nieuwe 'tooneel- en balzaal' in gebruik genomen en werd de be nedenverdieping van De Groene Weide aan de tijd aangepast. Op het dak van de vernieuwde serre kwam een gezellig dakterras. De oudste foto waar de Groene Weide op staat, circa 1875

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2018 | | pagina 10