Het dak er af! De Buitenschool
L C ova'rf) ïa, 1Ü
Walter Kromhout
ii
Aan het begin van de twintigste eeuw ont
stonden op advies van schoolartsen en
huisartsen de eerste openluchtscholen in
Nederland. In Leeuwarden startte in 1930
de Buitenschool. Een zeer bijzondere
school. Door de historie, door de speci
fieke doelgroep, maar zeker ook door de
bijzondere bouw en de unieke mogelijkhe
den van het gebouw. 'De school van kou
lijden en dik eten'.
Berlijn had in 1903 de wereldprimeur
met een Freiluftschule in Charlot-
tenburg. In Den Haag startte twee
jaar later de Eerste Nederlandse Bui
tenschool in een villa, daarna in een houten
paviljoen in het duingebied en in 1933 in een
permanent gebouw. Opvallend aan dat pand
zijn de enorme verticaal draaiende ramen, met
kozijnen van dun staal om maar zoveel moge
lijk licht door te laten.
Aanvankelijk waren openluchtscholen
vooral dicht bij zee of in het bos gesitueerd;
kuren met gezonde voeding, medische zorg,
volop beweging en zoveel mogelijk onderwijs
in de open lucht. De Vondelparkschool in Am
sterdam was in 1925 het eerste voorbeeld van
een buitenschool midden in de stad. In 1930
werd ook in Amsterdam de bekende Clio-
school van architect Duiker geopend: een be
tonnen constructie met wanden van glas. Een
openluchtschool juist voor gezonde kinderen.
Nog enkele andere markante voorbeelden uit
die jaren: in Utrecht de Sint Nicolaasschool
(met een ingenieus schuifwandensysteem) uit
1928 van architect W.A. Maas, de Arnhemse
Buitenschool (Monnikenhuizen) uit 1930 in
paviljoenbouw van architect H.B. van Broek
huizen, de zeer compacte Oosterparkschool
(1931) in Amsterdam en de Zuidwalschool
(1933) in Den Haag met openluchtklassen op
het dak. Juist in die periode, vanaf circa 1925
tot circa 1935, werden veel openluchtscholen
gebouwd.
Paviljoensysteem
Na de oorlog was het paviljoensysteem popu
lair. Overzichtelijk, gemakkelijk in te passen
in stad of landschap en eenvoudig uit te brei
den. 'De atmosfeer in de school wordt dan ge
decentraliseerd, en het kan dan ook niet
voorkomen, zooals bij scholen van twee of
drie verdiepingen, dat leerlingen in de boven
lokalen de bedorven lucht der benedenloka
len, die door trapgaten en corridors naar
boven komt, inademen' (Rothuizen, 1924). De
functie van openluchtscholen in de bestrij
ding van tuberculose kwam te vervallen. De
aandacht kwam vooral te liggen op de psycho
logische ondersteuning van kinderen en het
bevorderen van de zelfwerkzaamheid en soci
ale ontwikkeling. Het onderwijs is meer indi
vidueel gericht en speelt meer in op de
diversiteit in ziektebeelden. De populariteit
van openluchtlokalen en buitenscholen is ge
leidelijk verminderd door bezuinigingen, door
toenemend omgevingslawaai waardoor het
openluchtconcept minder praktisch was en
door veranderde medisch-pedagogische op
vattingen.
Parkherstellingsoord
Eind 1924 besloten vier plaatselijke verenigin
gen voor tbc-bestrijding tot gezamenlijke op
richting van een dagsanatorium, Parkherstel
lingsoord, te Leeuwarden. Op 7 februari 1927
werd het sanatorium in gebruik genomen, te
midden van de gardenierslanden aan Achter
de Hoven, een terrein begrensd door het zoge
noemde zwarte weggetje en de boomgaarden
langs de Potmarge. Lange tijd was tbc (longte
ring) een ongeneeslijke ziekte, maar in de
twintigste eeuw kwam daar verandering in.
'Rust, frissche lucht en krachtige voeding zijn
drie zeer voorname factoren bij de bestrijding.'
Kuurhuisjes op het terrein van Parkherstellingsoord aan de zuidzijde van Achter de Hoven, 1932