Prinses Beatrix met dr. E. Hijmersma, voorzitter van de Buitenschool, bij de opening in 1961
Foto: Anneke Bleeker
Het openluchtlokaal werd door de vereniging
Leeuwarden Parkherstellingsoord beschouwd
als het begin van nieuwbouw van een com
plete school: met zes klassen, een keuken, lig-
hal, behandelkamer et cetera. In 1956 werd een
verzoek tot medewerking voorgelegd aan de
gemeente. Noodzaak voor nieuwbouw werd
erkend. De school was veel te klein en het
houten gebouw was in slechte staat.
In april 1959 keurde Den Haag de plannen
voor nieuwbouw goed en kon snel met de
bouw begonnen worden. Opnieuw was archi
tect Baart sr. verantwoordelijk voor het ont
werp. Het totale complex telde bijna 12.000
m2, circa 170m x 72m, qua maat grofweg ver
gelijkbaar met het Zaailand van de jaren vijf
tig. Ook dit gebouw is ontworpen op de com
binatie van onderwijs en zorg. Allesbehalve
compact met een overmaat aan verkeers
ruimte, met zelfstandigheid van elke vleugel
en met veel ruimtelijke kwaliteit van binnen-
en buitenruimten. De diverse vleugels werden
zoveel mogelijk op het groen en op het zuiden
georiënteerd ten behoeve van de lichtinval en
rechtstreeks uitzicht (lees inkijk) op een ander
lokaal werd voorkomen. De onderlinge af
stand was zodanig dat bij lessen in de open
lucht er geen sprake was van geluidsoverlast.
Het gymnastieklokaal bevond zich in een af
wijkende vleugel binnen het complex. Aan de
achterzijde van het magazijn stond een recht
hoekige, in baksteen uitgevoerde toren met
een klok. Tegen de oostgevel was in 1963 een
roodkoperen plastiek aangebracht naar ont
werp van de Friese kunstenaar Chris Fokma.
In totaal waren er drie eenheden met tel
kens twee lokalen (mét roldaken), knutsel-
ruimtes en eetvertrekken}. De drie blokken
waren door gangen met veel glas verbonden
met een centraal gebouw met keukens, admi
nistratie, medische ruimtes, therapiezaal en
was- en douchegelegenheid. Rondom de
school een parkachtige setting, met een vijver,
een schooltuin en een Zweedse speelplaats
'waar alles mag'. Bij elke klas was een soort
huiskamer voorzien, waar de kinderen met
hun eigen groep aten in een eigen leefge
meenschap. Een huiselijke sfeer werd nage
streefd, juist ook omdat de kinderen lange
dagen op school doorbrachten. Per klas kwam
er een aparte speelplaats en een eigen lighal.
Verschillend gekleurde tegeltjes in de gangen
markeerden de diverse klassen.
Nieuwe school
Bij de oplevering in 1961 was de Buitenschool
de grootste school in Nederland, natuurlijk
mede door de (bijna) volledige gelijkvloerse
uitvoering. Een daarmee samenhangende pri
meur was dat leerlingen, onderwijzend en
overig personeel gebruik konden maken van
enkele autopeds om de 135 meter lange gang
mét 'zijstraten' gemakkelijker en sneller te
kunnen doorkruisen. De achtergelaten lokalen
(barakken) werden benut door de LOM-school.
Op 14 september 1961 stelde prinses Beatrix
de nieuwe Buitenschool officieel in gebruik
door op de elektrische schoolbel te drukken.
Tijdens de bezichtiging van het gebouw mocht
zij het dak van lokaal 4 een eindje openen. Een
klus die door burgemeester Van der Meulen
voltooid werd. Dat genoegen werd later op de
dag ietwat teniet gedaan toen bleek dat CdK
Linthorst Homan per ongeluk met de jas van
de burgemeester was vertrokken...
In de jaren zestig had de Buitenschool een
topbezetting, met ruim 120 kinderen, van wie
iets meer jongens dan meisjes.