Achtergevel van het huis in 1905 waar Bouwe en Janke ruim honderd jaar eerder woonden
de vorige eeuw bestaan. Daarna kon hij zich
door de concurrentie van het goedkope
Duitse aardewerk niet meer handhaven.
Wat fabriceerden de Dorema's? Ieder van u
kent de roodgebakken, geglazuurde, met gele
banden en strepen versierde gebruiksvoor
werpen als komforen, melkkannen, vergie
ten, schalen, kortom alles wat de huisvrouw
en de boer (voor de zuivelproductie) nodig
hadden. Een collectie van deze voorwerpen is
bewaard gebleven in het Fries Museum en in
het Princessehof. Het eerste beschikt ook
over een collectie monsters van het aarde
werk dat in het groot geleverd kon worden.
Met deze monsters trok men de boer op om
bestellingen op te nemen.
Het vervoersprobleem was in die tijd groot
en de beste manier om de waren aan de man
te brengen was per schip, zoals Dorema dat
ook deed. Hij zette een tijd lang zijn zoon
Rinse op zo'n zogenaamd potschip, dat alle
dorpen in de noordelijke provincies afreisde
en waaruit men uit voorraad kon leveren.
Zeker is dat vader Jan zijn schoonzoon Bouwe
Pronk bij de zaak betrok.
Jan Willems Dorema overleed in oktober
1807 te Leeuwarden en ligt in Lekkum begra
ven.
Naar Leeuwarden
Janke en Bouwe, inmiddels gezegend met zes
kinderen, vertrokken in het jaar 1800 van
Vlieland naar Leeuwarden. Met die verhui-
zing ging het niet zo vlot. Bouwe kreeg van de
'maire' van Vlieland een soort aanbeveling
mee die begon met de woorden Vrijheyd, Ge-
lijkheyd, Broederscap: 'Wij Gemeenten Be
stuur van den IJlanden Vlieland,
Certificeeren mitsdesen ten verzoeken van de
Burger Bouwesz., gebooren en woonagtig al
hier dog thans van voorneemens om sig met
sijn huysgezin, naar het voormalig Gewest
Friesland ten woon te begeeven, dat deselve
sig soo voor als naa sijn trouwen ten allen
tijde, als een eerlijk, braav en naarstig man
gedraagen en sijn beroep met alle ijver waar
genomen heeft. Weshalve wij ook geen de
minste swaarigheyd gemaakt hebben deselve
Bouwe Bouwesz dit attest te verleenen, ten-
eynde daarvan in tijd en wijle het noodig
gebruyk te kunnen maaken. Des te Waaren
oirkonde hebben wij deese met ons gewoon
Dorpszeegel en secretaris handteekening be
vestigt, doen afgeeven.
Actum op den Raadhuyze tot Oost Vlieland
den 10e November 1800 Het 6e jaar der Ba-
taavsche Vrijheyd.
In kennisse van mij Secretaris
get. D.De Jonge.'
Bouwe deed in 1804 een poging om deze
attestatie naar Leeuwarden over te brengen,
wat niet gelukte: 'den derden Juny 1804 is
Bouwe Bouwesz met attestacie overgegaan
tot de Gemeente Leeuwarden, maar daar door
deselve niet aangenomen en de attestacie
weer teruggezonden'. Pas op 7 september
1804 volgde de attestatie van Janke en Bouwe
naar Leeuwarden. Hij werd schipper op een
potschip van zijn schoonvader en kreeg Gro-
De Nederlands hervormde kerk van Vlieland waar Bouwe en Janke trouwden en waar enkele van hun
kinderen werden gedoopt