li
Ook in Sneek, Workum, Staveren en Hindeloo-
pen hielden de vrijkorpsen hun stad bezet.
Van Beijma dreigde zijn tegenstanders 'op uwe
en uwe meede aanhangers personen en goe
deren te verhalen, derzelver bezittingen te
verwoesten, en alles wat aan hun huis is in
vuur en vlam te zetten en het geheele land te
zullen inundeeren'.
In Leeuwarden vielen er kleine onlusten
voor tussen het krijgsvolk en de burgers, waar
door de burgerwachten werden verdubbeld.
Het bestuur van de stad gaf de bevelhebber op
dracht om de paarden van de ruiters uit de wei
op stal te halen en alle afwezige ruiters op te
roepen, om voorbereid te zijn op een eventu
ele aanval, bang als men was voor de groei van
de aanhangers van de Franeker statenleden.
Het gerucht ging dat de vrijkorpsen in Frane-
ker wapens en manschappen zouden krijgen
uit Holland en Overijssel. Reden om de verde
diging van Leeuwarden nog verder aan te
scherpen. Er kwam een commissie ter verde
diging; munitie, die buiten de stad op Cam-
mingaburg, aan het Cambuursterpad lag
opgeslagen werd ijlings binnen de stad ge
haald. De wallen werden versterkt en de
schutterij werd beter bewapend. In zijn dag
boek schrijft Doeke Hellema: 'nimmer zag ik
zovele Kanonnen rondom de wallen van Leeu
warden, vooral naar de kant van Stiens, als
toen'.
Alles bleek overbodig want de kort daarop
volgende omwenteling verliep in Leeuwarden
zonder opmerkelijke incidenten, ook al omdat
in de stad een groot garnizoen van oranjege-
zinden gelegerd was. Er bleef voor de nog
overgebleven Leeuwarder patriotten niets an
ders over dan naar Franeker te trekken om
daar Van Beijma te steunen.
Op de vlucht
In het hele land liepen de spanningen op tot
een kookpunt waarbij een revolutie tegen de
passieve Willem V dreigde. Zijn doortastende
vrouw Wilhelmina stuitte, onderweg om in
Den Haag orde op zaken te stellen, bij Goejan-
verwellesluis op een patriottische blokkade en
ontstak daarover dusdanig in woede dat ze
haar broer, de koning van Pruisen, vroeg om
-
Intocht stadhouder Willem V te Leeuwarden op 30 augustus 1777, door Fokke Simonsz. Arend
militair ingrijpen. Toen hulp kwam van vier
Pruisische compagnieën onder leiding van
majoor Guérin werd Franeker ontruimd en
waren honderden patriotten, onder wie een
dertigtal Leeuwarders, genoodzaakt per schip
te vluchten naar Amsterdam en van daar naar
garnizoensplaats Saint Omer in Noord-Frank
rijk, waar ze werden ondergebracht in een ka
zernecomplex. De Leeuwarder Courant
schreef: 'Dewyl een welgeregelde staat niet
kan uit elkander gescheurd worden, dan door
ongodsdienstige en losse menschen, heeft
men deeze dagen maar al te wel in dit ons tot
hier te gezegend Friesland zien bevestigen;
dan tot groot genoegen kan men den vreedza-
men landman van deze provincy verblyden,
met een vaste verzekering, dat de pretense
Staaten, elk zig binnen Franeker zoo zeer ver-
bysterd en allsints ten onregte hadden opge
worpen in den nagt tusschen den 23 en 24
deezer all van uitelkander zyn gevlugt, zoo
naar Stavoren als elders, en een ider dus ver-
strooid voor zig een goed heenkomen is op
zoekende'.
Ze bleven in Frankrijk in ballingschap tot
1795, waarna ze eindelijk, als aanhangers van
de nieuwe Franse idealen, met de Franse troe
pen en het Bataafse Legioen terug keerden
naar hun heitelan. In Leeuwarden werden de
uitgewekenen met vlagvertoon door tweehon
derd burgeressen, in het wit met nationale lin
ten, bij de Wirdumerpoort opgewacht en door
de gewapende burgerwacht, met het lossen
van het geschut, plechtig ingehaald, waarna ze
op het stadhuis plechtig werden verwelkomd.
Een nieuwe periode in de politieke geschie
denis van Leeuwarden was begonnen. De rol
van Willem V was voorgoed uitgespeeld.
Hoe die nieuwe politieke situatie zich ontwikkelde
is op interessante wijze beschreven door Jan Fol-
kerts in Leovardia 21 en door mij in nummer 22,
beide ook digitaal te raadplegen.^u