L C OVUan) La, ft
I6
Maastricht, 1929: Annie wint het verspringen tij
dens de interland tegen België
togen. ,,Toen dacht zij: wanneer ik zo rijd met
deze rechte streken, haalt niemand mij in.'' En
zo gebeurde het. In de eerste finalerit is haar
concurrente Janna van der Meulen uit Grouw
haar nog te snel af, in de tweede rit zijn de rol
len omgedraaid. In de beslissende derde rit
ligt Janna tot tien meter voor de finish op titel-
koers. Dan de ontknoping.
Fotofinish
,,Annie kwam met haar lange streken al weer
aansnellen. De afstand werd zienderogen klei
ner. En vlak voor de finish - acht tot tien
meter misschien - vloog ze Janna voorbij en
won met een verschil van ruim een decime
ter." Een fotofinish, zogezegd. ,,En 't aller
schoonste was zeker wel dit, dat na de zware
strijd Janna direct naar Annie ging en haar fe
liciteerde met de zwaar bevochten zege.'' De
eerste prijs bedraagt zestig gulden, destijds
een vorstelijk bedrag. Maar Annie heeft liever
- en krijgt - een gouden medaille met inscrip
tie.
,,Slank en atletisch gebouwd, goed getraind,
heeft ze zich nu ook de eerste op de schaats
getoond'', schrijft de Leeuwarder Courant. In de
Friese atletiekwereld is 'Annie' dan al een rij
zende ster. Zelf schrijft ze haar schaatspresta-
ties vooral toe aan haar atletiektraining. ,,Ik
wist ternauwernood dat ik rijden kon'', vertelt
ze de journalist als die haar thuis opzoekt.
Met de titel in Rijperkerk komt het einde
van haar korte schaatsloopbaan al in zicht.
Een dag na het behalen van de titel, nieuw
jaarsdag 1928, triomfeert ze ook in Akkrum.
Het zal haar deugd hebben gedaan zo dicht bij
haar eigen Oldeboorn het 'concurrerende' Ak
krum én de lokale favoriet Gepke de Jong de
loef te kunnen afsteken. In stijl sluit Annie
twee dagen later het schaatsseizoen af. Op de
stadsgracht bij de Prinsentuin in Leeuwarden
is ze opnieuw iedereen te snel af. De eerder
genoemde - zilveren - taartschep met twaalf
lepeltjes en een schilderij zijn haar deel.
Afscheid
Op 7 januari 1929 kondigt de Leeuwarder Cou
rant haar afscheid aan. „Mejuffrouw Annie
Zondervan te Leeuwarden, die verleden jaar de
snelste rijdster in Friesland bleek en kortgele
den in het huwelijk trad, zal niet meer aan
hardrijderijen deelnemen.'' Nog een paar keer
dit jaar vermelden de annalen haar naam als
schaatser. Ze wordt, onder andere, tweede in
Zwolle (nederlaag tegen Janna van der Meu
len), raakt in Joure snel uitgeschakeld tijdens
het Nederlands kampioenschap en wint in
Leeuwarden.
Als er in februari 1931 weer ijs ligt en Jor-
werd zich opmaakt voor een spannende wed
strijd, mist de verslaggever één naam op de
deelnemerslijst: Annie de Jong-Zondervan.
Maar zou ze misschien toch weer,,Op de
desbetreffende vraag kwam resoluut het ant
woord: ik kom niet meer op schaatsen. En de
toon waarop dit werd meegedeeld liet geen
twijfel'', aldus de krant.
Op de dag dat Annie - pas 21 jaar - haar af
scheid van het ijs aankondigt, moeten haar
grootste successen op de atletiekbaan nog
komen. Atletiek is in die jaren nog een betrek
kelijk nieuwe sport. De wedstrijden spelen
zich voornamelijk af op voetbalvelden. Bij de
hardloopnummers ontbreekt vaak een baan-
indeling en de grasmat (de hedendaagse, veel
snellere, ondergrond moet nog worden uitge
vonden) is lang niet altijd mooi vlak. Atletiek
verenigingen bestaan er amper. Quick is een
gymnastiek- én atletiekvereniging. Een zoge
heten omni-vereniging, zoals er in die jaren
zoveel zijn.
De Friesche Athletiekbond (FAB) fungeert
als koepelorganisatie, die wedstrijden en kam
pioenschappen organiseert. Annie blinkt uit
Brussel, 1930: Annie (rechts) klopt wereldrecordhoudster Muriel Cornell-Gunn (tweede van links)