Gokken voor het goede doel L C OVUan) La, ft 32 Sian Wierda Postcodeloterij, Vriendenloterij en Bankgi roloterij, het is anno 2018 gokken voor de eigen portemonnee én het goede doel. Vijf eeuwen geleden gebeurde al het zelfde. Loterijen vormden een populair volksvermaak. Maar zij werden ook ingezet voor de stadskas en de liefdadigheid. Het Leeuwarder stadsbestuur vroeg vijf keer toestemming zo'n loterij te organiseren. Vanaf de vijftiende eeuw ontwik kelde er zich vanuit Italië een wijd verbreide loterijcultuur in Europa. Weliswaar waren er in de dertiende eeuw al verlotingen voor bijvoorbeeld het eer lijk vergeven van ambten, maar open loterijen met prijzen bestonden nog niet. In 1444 deed de publieke loterij voor het eerst haar intrede in de Nederlanden, te Brugge. Twee jaar later volgde Utrecht. Andere steden volgden het Brugse voorbeeld en zo ontstond een ware rage. Een loterij kon voor een stad een belang rijke inkomstenbron zijn. Allereerst kon de stad zich van schuldeisers ontdoen, die het verschuldigde bedrag in konden zetten om er loten voor te ontvangen. Daarnaast kon de stad met de winst nieuwe projecten bekosti gen. Landsheer Filips de Goede pikte graag een graantje mee van de loterijwinst en besloot daartoe dat loterijen voortaan bij hem moes ten worden aangevraagd. Zijn goedkeuring werd vastgelegd in een octrooi en steden moesten een derde van de winst afdragen. Na 1520 kwam de nadruk meer op stedelijke lief dadigheid te liggen. Kerkmeesters konden met winsten van loterijen bijvoorbeeld gebouwen restaureren, verfraaien of uitbreiden. Vanuit Brugge spreidde de rage zich als een olievlek naar het noorden uit. Tussen 1440 en 1600 zijn er meer dan 260 loterijen gehouden in de Nederlanden, ook in Leeuwarden. Op 1 januari 1556 deed de stad haar eerste oc trooiaanvraag bij Filips II, de kersverse koning van Spanje en heer der Nederlanden. Leeuwar den wilde een loterij houden ten gunste van de 'Sint-Fytkerk', de oude Sint-Vituskerk die voor de Oldehove stond. Of de loterij plaats vond, is onduidelijk. In september 1576 zou een storm de Sint-Vituskerk flink vernielen en later verdween het godshuis helemaal. Loterij-octrooi Niet enkel de kerk, maar ook het Sint Anthony Gasthuis verkeerde in een slechte staat. Er was te weinig geld. In 1557 grepen de voogden in door de proveniers brandstof en levensmidde len te ontzeggen. De proveniers waren de vaste bewoners van het gasthuis die zich had- den ingekocht om kost en inwoning te genie ten. Zij waren verontwaardigd en brachten de kwestie voor het Hof van Friesland, waar de voogden aangaven meer dan 'drye duysent guldenen ten achteren' te waren gegaan. Uit eindelijk loste men het geschil op, maar er bleef hulp nodig. Het stadsbestuur van Leeu warden vroeg daarom op 1 juni 1558 een lote rij-octrooi aan. In het Sint Anthony Gasthuis 'daer moet men aanveerden en onderhouden alrehande crancke siecke ende gebrecklijke menschen ende daerenboven de buyten-wees- kinderen ende vondelingen van 't plattelandt mitsgaders oick een groot getal van arme, oude mans- ende vrouwspersoonen', betoogde het stadsbestuur. Men pakte het groot aan: er moesten 40.000 loten in Friesland en Gronin- '^R-iUsskm j-EOEUtiJ De Oldehove met daarnaast de Sint Vituskerk rond 1550, volgens een gravure uit de achttiende eeuw van J. Harrewijn

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2018 | | pagina 34