Friesch Rundvee Stamboek
vijf en zeventig jaar
De zwarfbonie „in het zonneije"
De Engelse garnizoenscommandant van Leeuwarden uit de tijd vlak na de
oorlog vraagt voor zijn zoon bij het Friesch Rundvee-Stamboek een plaats op
een Fries fokbedrijf, opdat de jongeman vakkennis kan opdoen. Dit is een van die
iele kleine bewijzen, dat Leeuwarden wel iets te maken heeft met de Friese fok
kerij, die hoog in aanzien staat in de wereld. Daarvan is bijvoorbeeld het feit ge
tuige, dat Zuidafrikaanse veefokkers via het F.R.S. een studiebeurs beschikbaar
stellen aan een boerenzoon, die zich in Wageningen academisch in de landbouw
wil bekwamen.
Zoals ieder zo langzamerhand wel bemerkt moet hebben, gaat het F.R.S. in Sep
tember zijn 75-jarig jubileum vieren, hetgeen in Leeuwarden zal gebeuren. De
Boerderij in de Beurs, Strassburger op het Zaailand en de EnergietentoonstelUng
bij de Oldehove en dan tenslotte, de zaak waar het om draait, het prachtige
keuringsterrein op de Wilhelminubaan, waar drie dagen lang de vlaggen van tien
tallen naties om de Friese vlag zullen wapperen boven het keuringsgewoel met
zijn vele honderden koeien en stieren en zijn vele duizenden binnen- en buiten-
landse bezoekers.
Gedurende die dagen zal Leeuwarden het centrum zijn van de Friese zwartbont-
fokkerij, want het 75-jarig bestaan van het F.R.S. is immers slechts een aanloop
om die zwartbonte koe van Friesland eens in het zonnetje en in het middelpunt
van de internationale belangstelling te zetten. Is daar reden voor? Zeker, want
alle Friese fokkers zijn het met die exporteur eens, die als reclameleus voert:
Frisian cattle, the most economical in the world. (Fries vee, het meest economische
ter wereld).
Friesland is steeds een gewest geweest,
waar de welvaart voor een belangrijk
deel dreef op de afzet van vee. Het ge
west heeft als zodanig ook naam ge
maakt door zijn kwaliteitsvee. De oor
zaak van deze ontwikkeling is zeker
gelegen in de bijzondere voorliefde, die
de Friese veehouder heeft voor de koe.
Zijn belangstelling is zelfs eenzijdig ge
richt op het rundvee. Schapen, var
kens en kippen zijn er bij hem een
beetje „op toe" en hij wil er liever
geen drukte mee hebben. Het boer-zijn
betekent voor hem veehouder wezen,
houder van rundvee. Dit is zeker niet
altijd in het belang van de boer zelf,
maar het is wel in het belang van het
rundvee en vooral ook van de fokkerij
van het rundvee, die zodoende en in
volkomen tegenstelling met hetgeen
men in andere landen ziet, ook wordt
beoefend door de „koumelkers". Juist
daarin zien trouwens de buitenlanders
het geheim van de Friese veefokkerij:
de volledige toegewijdheid van een man
aan een kleine veestapel. En dan is er
nog een geheim, dat een Zuid-Afrikaan
deze zomer ontdekte. De fokkers scha
men zich niet een goede koe te kopen
van een andere fokker. In andere lan
den beschouwt men een fokbedrijf veel
meer als een gesloten gemeenschap dan
hier en wanneer een fokker daar een
koe koopt bij een andere fokker, dan
gaan er praatjes over hem, want hij
kan zich niet met het eigen bloed red
den.
Het is ook typerend voor de Friese fok
kerij, dat het Friese rundvee één grote
familie is geworden met bloedlijnen,
die steeds dichter bij elkaar zijn komen
te liggen en op dit punt begint de ge
schiedenis van het FRS, zoals deze in
stelling op het ogenblik is.
Doelbewust gefokt werd hier reeds
lang in Friesland en met succes.
Enige tijd geleden stond in een van de
Friese dagbladen een berichtje uit de
oude doos, waarin verteld werd dat
zo'n honderd jaar geleden Amerikanen
in Baarderadeel omstapten op zoek
naar goed vee, maar, zo stond er bij, de
boeren waren ook tegen hoge prijzen
niet bereid hun beste koeien af te
staan. Toen de eerste stamboeken wer
den opgericht, zoals het Nederlandsch
Rundvee-Stamboek, dat nu zijn tachtig
jarig bestaan viert en dat ook in Fries
land een afdeling heeft gehad, fungeer
den deze meer als een adresboek, waar
de buitenlanders goede dieren kon
den kopen, dan als instellingen, die van
beslissende betekenis voor de fokkerij
waren. Ook het Friesch Rundvee-
Stamboek heeft die periode doorge
maakt. Pas later, om de eeuwwisseling,
kwam die andere taak mee naar voren,
waarbij het registreren van gegevens
over afstamming en producties van toe
nemend belang werden. Toch had het
Stamboek na 25 jaar nog slechts een
tienduizend koeien geregistreerd,
daarentegen reeds bijna drieduizend
stieren, waarvan de stambomen soms
tien geslachten teruggingen, maar dat
waren uitzonderingen. Vier of vijf ge
slachten was al mooi.
Geen wonder, dat het Stamboek wel
eens populair de burgerlijke stand van
het rundvee wordt genoemd. Indertijd
ging die naam wel enigszins op,1 doch
tegenwoordig is het een belediging
voor het stamboek. Niet, dat het stam
boek nog secuurder zou zijn dan de
ambtenaren van de burgerlijke stand,
maar wel in die zin, dat het stamboek
aangeeft welke koe met welke stier ge
paard moet worden. Uiteraard geeft het
stamboek geen paringsbevelen. Het
stelt alleen de gegevens beschikbaar en
-met de gegevens in de hand moet de
fokker zijn beslissingen nemen. Het
registreren van deze gegevens wordt
hoe langer hoe meer de taak van het
Friesch Rundvee-Stamboek, dat zes
duizend leden telt, en op de jubileum
vergadering, die in Juli van dit jaar
werd gehouden, heeft het een nieuwe
stap op deze weg gezet. Een stap, die
mogelijk bij volgende jubilea van his
torische betekenils zal worden geacht.
Het Stamboekbestuur had namelijk o.a.
besloten (eerst door een beperkte
proef) ook over te gaan tot het registre
ren van zogenaamde negatieve fok-
resultaten. Het is namelijk zo, dat een
fokker, die bij een zwartbonte koe een
roodbont kalf „vangt", dit kalf niet laat
registreren, maar wegdoet. Niemand
had er mee te maken, dat er een rood
lijntje in zijn fokfamilie liep. Zo ont
snapten en ontsnappen er gegevens, die
voor de fokkerij in het algemeen van
belang zijn. Nu de veefokkerij in Fries
land op zo'n hoog peil is aangeland,
aïs waarop het tegenwoordig is, kan
men zich de weelde veroorloven ook
deze gegevens op te sporen.
Bij de fokkerij stelt men zich ten doel
een dier te fokken, in het bijzonder een
koe, die' gezond en sterk is en die
daarbij verschillende eigenschappen
heeft, welke haar (hem zeggen de
Friese boeren) ook een grote economi
sche waarde geeft.
Bij een koe wordt de economische
waarde bepaald door haar melkplas,
het vetgehalte daarvan en de hoeveel-
(Vervolg op pagina 3)