lleriniieringoii aan
,JE FATUITIES"
en rlr muziek ven
„HET NEGENDE"
102 jaar!
UIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM
van de oudere Leeuwarders zich stellig dat van
„Scheefnekje" zullen herinneren: dat was het
„invalidenkoor", zoals men het gekscherend
noemde, omdat alle of vrijwel alle leden ervan
enigszins gehandicapt door het leven gingen...
Bij een samensmelting van het Scheiviskoor
met een naamloos corps, waarvan ook de heer
Van der Horst deel uitmaakte, is de naam
Patijntjes officieel verloren gegaan, maar offi
cieus werd het toch nog dikwijls zo genoemd,
tot de leden in de oorlogsjaren uiteen moesten
gaan.
Öp een andere kaart in grootmoeders ansicht
album, een uitgave van Vóór 1905, kunnen we
het muziekcorps van het negende regiment In
fanterie zien, geportretteerd in de Prinsentuin.
De sergeant-majoor Van der Berg (uiterst links
vooraan) was daar de kapelmeester van en
uiterst rechts achteraan staat de in dit verhaal
meergenoemde heer Van der Horst, die in
z'n jonge jaren deel uitmaakte van dit corps
en er bijzonder prettige herinneringen aan be
waart.
Het corps bracht, wanneer het door de Leeu
warder straten trok, heel wat mensen op de
been en wanneer het op zaterdag- of zondag
avond concerteerde in de Prinsentuin, zag het
daar zwart van het volk. „Dan liepen er wel
negenentwintig kelners" vertelde de heer Van
der Horst, „en die hadden het dan nog smoor-
druk ook!"
FENNO L. SCHOUSTRA
We maken ons stellig aan overdrijving schul
dig, wanneer we zeggen, dat de Leeuwarders
altijd bijzonder veel gevoel en waardering voor
muziek hebben gehad. Toch heeft het hier
nimmer ontbroken aan instituten, die ons mu
zikaal pogen te vermaken en mede dank zij de
royale aandacht, die een deel van de Leeuwar
der dagbladpers er aan pleegt te besteden,
heeft bijvoorbeeld het stadsorgel de laatste
jaren kans gezien zich een wel buitengewone
mate van populariteit te verwerven.
Die pierementen verlevendigen overigens al
vele tientallen jaren het beeld van de stad,
maar in vroeger tijden moesten ze dat doen
in concurrentie met verschillende andere mu
zikale instellingen, zoals de corpsen, die tot in
de jaren van de oorlog musicerend door de
Leeuwarder straten trokken.
Een van die corpsen hebben we, vereeuwigd,
in grootmoeders ansichtenalbum teruggevon
den en het is zeker de moeite waard daar nog
eens enige aandacht aan te wijden.
Het is het corps van de Sinnema's, dat officieel
naar de vroegere Leeuwarder burgemeester
Patijn, de Patijntjes, maar door de volksmond
naar het eerzame nevenberoep van verschil
lende van z'n leden het Schelviskoor werd ge
noemd.
Dit corps van de Patijntjes werd al in 1912
opgericht en het had dus al dertig jaar bestaan,
toen het door de narigheid van de oorlog moest
verdwijnen naar later bleek voorgoed. De
nu bijna tachtigjarige heer P. van der Horst,
die als lid van het corps het laatste optreden
heeft meegemaakt, herinnert zich die zwarte
dag van het afscheid nog heel goed.
„We speelden op de hoek van de Oosterstraat
en de Ossekop, toen er een pliesje aankwam.
Jullie vergunning is ingenomen in verband met
de arbeidsinzet" zei hij. „Maar een minuut eer
der had de dienstbode van de advocaat Beek
huis gevraagd of we daar nog een deuntje
wouden spelen ter ere van de trouwerij van
de dochter van die man en daar zaten we toen
een beetje mee. Nou, zei de pliesje, dan loop
ik nog wel even een straatsje om. Toen hebben
we daar voor het huis van meneer Beekhuis
nog een nummertje gespeeld en het allerlaatste
was het Friese volkslied ik vergeet het
nooit!"
Dat einde was nog lang niet in zicht, toen de
fotograaf A. Visser in de Harlingerstraat, waar
hij woonde, omstreeks 1920 de hierbij gerepro
duceerde foto van de Patijntjes nam. De muzi
kanten zijn er duidelijk voor in het gelid gaan
staan en wie het plaatje met enige fantasie
kan bekijken zal ze nog hóren tetteren ook!
Dat waren, van links naar rechts de heren
Sinnema, De Jong, Wotte, vader en zoon, de
jonge Grimmer, Rooze, Van der Zee, de leider
van dit corps, vader Grimmer en nog eens
een Sinnema.
Behalve deze Patijntjes kwamen er in die goeie
ouwe tijd nog enkele corpsen op straat, waar-
B Een paar maanden geleden is mevrouw de
weduwe P. P. Hupkes-Brouwer in het Park-
herstellingsoord te Leeuwarden opgeno-
B men en dank zij deze verhuizing van Dron-
B rijp naar Leeuwarden kon ze op 13 sep-
jj tember haar 102e verjaardag als oudste
ingezetene van Leeuwarden vieren. Nieuwe
B ingezetene en tegelijk de oudste, dat is
m wel een merkwaardigheid. Mevrouw Hup-
kes is overigens geen Friezin van atkomst.
m Haar wieg stond in 1860 in het Gelderse
H Rheden en ze heelt ook in Gorssel ge-
B woond. In 1935 overleed haar echtgenoot,
B de heer H. W. M. Hupkes.