VRIEND LOUIS kon de baarzen hóren en de grensbewakers geloofden T Saneren gaal langzaam jj Sa is 't en net oars ENAULT OSIER 'T KLEINE KRANTSJE 4 VOOR ra NAAR Het jongetje werd een man, het straatje werd een straat. Vier honderd jaar lang is het het RitsUmastraatje geweest, nu heet het plotseling Ritsumastraat. Van het oorspronkelijke Ritsu- mastraatje, een brede steeg met twee rijen woninkjes in zak formaat, is niets meer over sinds het Telefoondistrict er een kolossaal gebouw naast plantte. Nu ligt er een (bredere) straat, die alleen om z'n geringe lengte nog straatje zou kun nen heten. Maar dat vond men blijkbaar niet passend bij deze indrukwekkende nieuwbouw. Vandaar dus: Ritsumastraat. Wanneer onze vriend, Louis in 't gezelschap was, werd 't een gezellige avond, zonder een gewaagde of schuine mop. Fi nancieel kon hij zich alles permiteren, maar zijn groot ste genot was, alleen op de Grote Wielen of Oudegaster Brekken in een roeischouw, bus blauwkoppen en twee of drie hengels overboord: kr jiK koude thee en boterhammen, doosje lucifers, pijptabak en een blikken platte doos vol goeie sigaren was dan de in houd van zijn viszak. Reeds in begin mei begon ae knaap zijn snoeren te inspec teren. Trens om de handen gewonden en rukken om te beproeven of het de knapen, die hij zich reeds zag ver schalken, baas zou kunnen blijven. Haken met trens op scherpte getest en schoon ge- schrabt van gedroogde aas- resten. Platte kurken wit ge penseeld, drijvertjes dito. 1 Juni werd met ongeduld afge wacht. Louis had een neef, Herman, ook Leewarder, die als kapitein der Infanterie in Roermond, lag. En deze neef aan de bittertafel maar op scheppen over z'n in Fries land wonend familie-lid, dat steeds met mooie baars thuis kwam, tengevolge hiervan ontving onze baarsvisser van Herman 't verzoek of zijn Overste met een der subalter ne officieren eens naar Fries land kon komen om dit eens mee te kunnen maken. Louis zou wel een hotel willen be spreken in Leeuwarden, na de Roermonders na enige da gen van te voren per telefoon te hebben doen weten, wan neer dit zou kunnen gebeu ren, „Moest op warm weer ge wacht worden", zo ging het terug naar Roermond. Uitno diging zou niet vergeten wor den, al zou het nog wel even kunnen duren. Eindelijk kwam vanuit de Boterfabriek te Oudega het telefoontje aan Louis: „De baars aasde". Plukken meeu wen waren steeds weer doen de, dan weer hier en de vol gende dag elders, in de Brek ken. Deze vogels aasden op de witvisjes, die door een school baars naar boven werden ge dreven. Liet Minne Nieuwhof of Jouke Wartena dan op aanwijzing van vriend Louis de roeiboot kalm drijven bo ven de school baars dan was het raak. Enige dozijnen dik ke baarzen werden de vol gende dagen de hoofdschotel in een paar Leeuwarder ge zinnen. Soms waren er kna pen bij van een pond door snee drie in een pond en- /WWWWfWWWWV* GA VOOR VIS NAAR vis zoals ze 't lekkerst is NW. OOSTERSTRAAT 14 TELEFOON 26889 rt/WVWVVWVWW\AA kele rond 't half pond. De Roermondse gasten trof fen het direct de eerste dag! Louis de gastheer was een geestige knaap. Hij had zijn gasten niet ingewijd in de ge heimen van de baars aanwij zende meeuwen: had alleen als zijn oordeel gezegd: „Vrienden, we vangen van daag baars." Leunde, terwijl Minne of Jouke, zat te gnie- zen, over boord, hand als schelp aan zijn oor en gaf aanwijzingen aan de roeier: rechter riem, kalmer aan met beide spanen. De officie ren verwonderd: „Wat ziet gij toch overboord? en wat be luistert ge vriend Louis?" „Ik hoor waar de knapen zijn on geveer. Minne nog een paar trekjes". Riemen zonder la waai binnenboord en zachtjes de steen laten zakken. En toen begon het feest. Een twintig pond mooie baars. Plotseling was het uit met de pret. Af en toe nog wel eens een baarsje, maar de fleur was er af! Louis lichtte de gasten niet in over die azen de meeuwen en de bewakers onzer zuidelijke grens gingen hoogst voldaan naar Roer mond terug. Op sociëteit verhalen over deze hengelpartij. Er kwam dispuut, heftig soms: Gij hebt U laten bebliksemen door dien neef van Herman. Wie heeft het zo zout ooit gevre ten! Louter toeval. Koppen werden roder, gesprek luider en de officiers echtgenoten ongeduldig, omdat het blijk baar weer geanimeerd toe ging. Herman hield zich van den domme. Als zoon van een Leeuwarder stalhouder, wist hij van dergelijke mogelijkhe den in Oudega en beaanmde, dat zijn neef Louis werkelijk in staat was de vis in zijn ele ment te horen. Een 10-12 jaar later kom ik voor zaken in Roermond en had Herman me geinviteerd: „Als je gezellig wilt zitten en aardige illustraties wilt be zichtigen ga dan naar de soos op de markt, hoek Swalmer- straat, schrijf je in het gas tenboek in en zet mijn naam als je gastheer". Ik deed het. Er was één oude knaap, want het was tafeltij d. De kellner, die me het gastenboek bracht, las mijn woonplaats „Leeu warden" ging naar de oude snorrebaard en fluisterde. „Komt van Leeuwarden, ge ïntroduceerd door kapitein L." „Vraag mijnheer of ik bij hem kan komen zitten". „Maar gaarne. Ik ben de jong ste, ik kom bij mijnheer zit ten." En toen kreeg ik te ho ren van de strijd aan de bit tertafel, over de vraag of dit in feite een geval was van de baars kunnen horen of dat het nep was geweest van deze Leeuwarder koopman vol humor en kinderlijk plezier aan een goeie mop. Ernstig heb ik toen den snorbaard verzekerd, dat onze vriend Louis deze kunst inderdaad verstond KLAAS BAKKERS. In peal mei in prikke is in Waldmanshikke. Een paal met een prikje vor men samen het hek van een Woudman. (Een vaak gebe zigde uitdrukking van de be woners van de rijke' klei hoek). Ik sil meitsje, dat ik fuort- kom, sei Klaes en hinge him op. Ik zal maken dat ik wegkom, zei Klaas en hing zich zelf op. De Friezen hawwe in ien nacht in brêgge lein. De Friezen hebben in één nacht een brug geslagen. (Wordt gezegd wanneer het flink gevroren heeft). In Hollander seit mear as er wit, in Fries minder. Een Hollander zegt meer dan hij weet, een Fries minder. Hel jen en bringen kostet jild, sei Tryn, hja hie tretsien bem hawn en der sawn fan op it Tsjerkhóf brocht. Halen en brengen kost geld, zei Trien, ze had dertien kin deren gehad, van wie ze ze ven naar het kerkhof had ge bracht. Jimme sille yet ris fan heech- moed forgean, sei de pastoor, do Tryn Plof mei nije klom pen oan yn 'e tsjerke kaem. Jullie zullen nog eens van hoogmoed vergaan, zei de pas. toor, toen Trien Plof met nieuwe klompen aan ter ker ke ging. Nou kin'k tsjin in hongerige poep wol fesselje. Nu durf ik wel te vasten te gen een hongerige mof. (Zegt iemand die zojuist goed gege ten heeft). Hy kin Hommerts en 'e Ryp wol op en Smellebrêge der by Hij kan Hommerts en Jutrijp wel op en Smallebrug erbij. (Hij is dan een veelvraat). Ver voor de oorlog werd er al gesproken over het saneren van de Groeneweg. Maar nóg valt er heel wat af te breken in deze straat. Deze foto is enkele jaren geleden gemaakt. Enkele van de hier gefotografeerde panden zijn intussen door de sloper geveld. SPANJAARDSLAAN 162 - LEEUWARDEN -TELEF. 05100-20043

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1965 | | pagina 4