SS Onze goede vriend het paard VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMH Een uitgave van Fenno Schoustra's Publiciteitskantoor Vredeman de Vriesstraat 1 O Redactie, administratie en advertentieafdeling: Vredeman de Vriesstraat 1 a.d. Emmakade Telefoon 20302 Postgiro 98 10 62 Bankrelatie: Raiffeisenbank 'T KLEINE KKAHTSJE Abonnementsprijs: f 2,90 per half jaar f 5,80 per jaar v. h. buitenland f 7,50 per jaar OSSE NUMMERS 40 CENT Q V DERDE JAARGANG - NUMMER 62 Verschijnt eenmaal in de veertien dagen 22 FEBRUARI 1967 Terwijl Nederland zich verwoed tegen de Duitse troepen verdedigde, zetten duizenden mussen zich aan de heerlijkste maaltijd die ze ooit hadden gehad, want paardemest is een speciale mussenlekkernij, dat wist u toch In de goeie ouwe tijd scharrelden er altijd mussen op de rijweg rond, want er was geen straat ooit geheel vrij van paardemest - evenals het paard hoorde de paardevijg bij het beeld van de stad. Hoe geheel anders is de situatie nu in deze motorische tijd - het paard is een bezienswaardigheid geworden in de stad, de paardevijg een zeldzaamheid, die door de jeugd niet eens meer als zodanig wordt herkend. De stalhouderijen hebben hun paarden al lang afgeschaft, de weinige Leeuwarders, die toch nog met een paard op straat durven te komen, doen dat heel voorzichtig met dieren, die klein van stuk zijn en dus niet erg in de gaten lopen. Het romantische beeld van de bovenste foto (moderne paar de wagen anno 1930 op de Groningerstraatweg) zullen we nu niet meer kunnen zien, maar dat van de foto hiernaast ge lukkig nog wel: de heer Van der Henne uit de Sint Jans straat trekt er nog dagelijks met zijn door paardekracht voortgetrokken wagen op uit - hij is de laatste der Mohika nen, een levend monument voor de goede vriend, die het paard altijd voor ons is geweest Op de dag vóór de dagbladen het bericht brachten van de be noeming van de heer J. S. Brandsma tot burgemeester van Leeuwarden, ging het goede nieuws in de stad al van mond tot mond. „Hè je 't al hoord. We hewwe weer een nije burge meester. Een zekere Brandsma uut Den Haag". Bericht drong ook door tot be paald cafébedrijf in Leeuwarden waar een van de trouwe stam gasten berucht is door zijn eigenschap altijd „alles te we ten" en altijd „iedereen te ken nen". „Brandsma vroeg die snaak. „Brandsma uut Den Haag Die ken ik wel „Dou suust em oek niet kenne" reageerde de stamtafel meteen. „Jazeker jong, hij het naast ons inne Camminghastraat woond, jaren leden". „Bestaat niet", antwoordde de stamtafel, „die man komt uut Stiens". „Dat docht ik al", zei de zwetser, dan hew ik naast sien broer woond, want die had een broer in Stiens en die broer uut Stiens kwam geregeld op bezoek inne Cam minghastraat". Het is nu alweer zeven en twintig jaar geleden, maar we vergeten het nooit: op 11 mei 1940 hoorden we bij de Gronin gerstraatweg een paar ouwe Liwadder straatmussen tegen elkaar tsjilpen: „Zo goed hewwe het nog nooit had - die Mof fen binne hier mar net of ze brenge al voor een jaar lang vreten voor ons metDaarbij doelden die vogeltjes op een letterlijk ononderbroken tapijt van paardemest, dat honder den doortrekkende cavalaristen met hun paarden hadden achtergelaten op straat - van Nieuweschans tot de Afsluit dijk was de rechterkant van de weg door een dikke mest- laag bedekt. „O, zit het zo", zei toen de stamtafel berustend. „Nou, dan is 't te hopen, dat ie een slukje lust, krek as jou.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1967 | | pagina 1