'l Kleine Krantsje treft haar in blakende welstand aan Wintervreugde met de Kerst Speurtocht naar „Skip neemt^ sensationele wending Abonnee wil meer betalen VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER O M H EfcJL Een uitgave van Fenno Schoustra's Publiciteitskantoor Vredeman de Vriesstraat 1 Redactie, administratie en advertentieafdeling: Vredeman de Vriesstraat 1 a.d. Emmakade Telefoon 20302 Postgiro 98 10 62 Bankrelatie: Raiffeisenbank 'T KLEINE KEAHTSJE VIERDE JAARGANG 1967 Abonnements prijs: f 3,75 per half jaar f 7,50 per jaar v. h. buitenland f 10,- per jaar OSSE NUMMERS 40 CENT NUMMER 78 Toen we eenmaal kennis ge kregen hadden van haar ware identiteit, was het niet moeilijk meer om uit te vissen in welke plaats Vergaan van 't Skip, alias Geertsje Zeeskip, alias Skip of Kofferke zich gevestigd had na haar vertrek uit Leeuwarden. Dat bleek, zoals wij een vorige maal al meldden, in Amersfoort te zijn en vandaar is Skip naar Alkmaar gegaan, waar ze her trouwde en jaren bleef, ook na het overlijden van haar tweede man. Lang gesprek Van Alkmaar vertrok Vergaan van 't Skip in december 1957 naar Hilversum en vandaar ging ze in november 1958 naar het Provinciaal Ziekenhuis Duin en Bosch in Castricum, waar ze nu nog steeds wordt verpleegd. Daar is het ook geweest, dat we Geertsje Zeeskip op een middag hebben opgezocht en er een lang gesprek mèt haar hebben gehad; voorwaar een merkwaar dige sensatie met het besef dat haar eigen familieleden op dat moment nog geen weet hadden van haar lot Glashelder heeft de nu 73 jarige vrouw ons van haar familieom- Sinterklaas, op bezoek in de kleuterschool, vond het bijzon der verdacht, dat een van de leerlingetjes voortdurend met een angstig gezicht stond te mcmpelen: „Ik ben altijd lief geweest - ik ben altijd lief ge weest". Hij liet de kleine man naar voren komen en sprak de dreumes aldus toe: „Zo, beste jongen, ben jij niet een zoontje van meneer X, ambtenaar op de gemeentesecretarie „Nee..." antwoordde de knaap. „O nee vroeg de Sint ver baasd, „maar jouw vader werkt toch op de gemeentesecretarie?" „Nee" antwoordde het jochie beslist. „Nou" zei de Sint, „wat doet jouw vader dan?" „Mijn vader wast alleen maar af", ant woordde de knaap. standigheden en verdere om zwervingen na haar vertrek uit Leeuwarden verteld en al haar herinneringen bleken, voorzover wij die konden controleren, ver rassend juist. Alleen van haar uitroepen, die de vrouw haar bijnaam bezorgden, toen ze in Leeuwarden met negotie langs de deuren liep, zei Geertsje Zee skip zich niets te kunnen her inneren. Bepaald treffend waren haar op merkingen over een volkomen ontbreken van enig contact met haar familieleden: „Ik krijg hier nooit bezoek, van niemand, en ik zou toch zo heel graag eens bezoek willen hebben". Wel onderhoudt de vrouw een geregeld contact met de dochter uit haar tweede huwelijk, die in Canada woont. Het vorige jaar is deze dochter met een klein dochtertje van Vergaan van 't Skip in Nederland geweest en toen zijn ze met z'n drieën nog op familiebezoek naar Rotter dam gegaan. Hopenlijk zullen onze publica ties over Vergaan van 't Skip er toe bijdragen, dat de familie het contact met deze eenzame oude vrouw herstelt - wij hebben het adres van Skip intussen al aan haar doorgegeven. Tot besluit Wij willen nu deze reeks verha len over dit vroeger in Leeu warden zo bekende type heslui ten met een herinnering van onze abonnee, de heer F. Kooy in Slikkerveer, wiens vader in 1920 betrokken was bij de red ding van de overlevenden van de verschrikkelijke scheepsramp op het IJsselmeer, die de ouders en een broertje van Skip het leven heeft gekost. Zes januari 1920, een ijzig kou de morgen met zware storm uit het noord-westen. Op de haven van Hindeloopen, in de z.g. „Leugenbank" wordt door een aantal vissers opgewonden ge discussieerd over het al of niet uitvaren van de reddingsboot naar een schip, dat naast de ha- vendam van Workum is ge strand. Er zijn, of worden geen noodseinen gegeven, zodat men niet weet of er mensen aan boord zijn, zodat het plaatselijk comité van de N. en Z.H. Red- dings Mij. besluit, dat niet uit gevaren wordt. Mijn vader, die onderschipper was in de red dingsboot, vindt dit niet verant woord, temeer daar blijkt, dat de sloep bij de Worlcumer vuur toren is aangespoeld. Er ligt evenwel maar één vaar klaar bootje in de haven, een ongeveer 5 meter lang, open vissersbootje, zonder motor of zeilen, zodat men uitsluitend op de vaarboom is aangewezen. Toch besluit men het waagstuk te ondernemen. De eigenaar, Meinesz, stelt zijn bootje be schikbaar maar gaat zelf niet mee. Wel vindt hij goed, dat zijn 18-jarige zoon, Wiebe, op diens verzoek, meegaat. Met mijn vader als schipper, varen verder mee zijn broer Doede en hun neef Eelke van Meekeren. Met enorme inspanning slaagt men erin, de haven uit te ko men en vervolgens achter de banken langs bomend, na een zware tocht het gestrande schip te hereiken. In de mast, enkele meters boven het dek, is een stellage gemaakt van planken, die aan een paar vallen is opge hangen. Hierop zitten, volko- (Vervolg op pag. 12.) 1 Waarschijnlijk overleden, misschien geëmigreerd dat waren de geruchten, waarop we moesten steunen bij ons onderzoek naar de mysterieuze vrouw met de bijnaam Vergaan van 't Skip, over wie 't Kleine Krantsje de laatste weken al heel wat geschreven heeft. Van de familieleden van de vrouw vielen geen nadere aanduidingen te verwachten, want zij waren het juist, die Skip al lang geleden uit hun gezichtskring hadden verloren en evenmin kon er een opheldering worden verwacht van de kant van vroegere kennissen van de vrouw we wisten immers, dat Vergaan van 't Skip al langer dan dertig jaar ge leden onze stad verlaten had en wie zou nu dan nog weten, waar ze gebleven is Dus: overleden of geëmigreerd. Welnu, onze naspeuringen hebben aangetoond, dat Vergaan van 't Skip nog springlevend is en dat ze nimmer een voet buitenlands heeft gezet: 't Kleine Krantsje heeft haar opgespoord en had zelfs een lang gesprek met haar. Het zal niet vaak voorkomen, dat een abonnee van een krant of een tijdschrift zelf van oordeel is, dat de abonnementsprijs eigenlijk hoger zou moeten zijn. En nimmer mogen we wel zeggen komt het voor, dat zo'n abonnee dan ook nog zo consequent is om uit eigen beweging meer te betalen, dan de krant aan abonnements geld vraagt Dit laatste evenwel is nu met 't Kleine Krantsje ge beurd: een vrouwelijke abonnee uit Delft deelde ons een dezer da gen telefonisch mee, meer te willen betalen dan de zeven gulden en vijftig cent, die iedereen voor een abonnement op 't Kleine Krantsje voor een jaar verschuldigd is. En inderdaad kwam er kort daarna via de giro een overschrijving van deze dame binnen, niet van f 7,50, maar van f 12,50, met ter verduidelijking als medede ling: „Volgens telefoongesprek betaal ik dit bedrag, 't Is het waard". We willen eerlijk toegeven even perplex te hebben gestaan, want vaker komt het voor, dat een abonnee, bij het door onze mensen aanbieden van een kwitantie glashard durft te zeggen: ,/t Kleine Krantsje? Daar binne we nooit op abeneerd weest...." En dan te bedenken, dat zulke mensen na hun aanmelding als abonnee vaak al vijftien of twintig maal een exemplaar over de post ontvangen hebben Wintervreugde met de Kerst - nee, dat zal er wel niet van komen dit jaar. Op z'n hoogst ligt er een beetje sneeuw, maar schaatsen op alle sloten en vaarten en plassen is er vast niet bij. Dit is een herinnering aan de winter van 1927; kinderen spelen op het ijs van de sloot bij „de boerderij van Tijsma" aan het Kalverdijkje.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1967 | | pagina 1