UimaI Las» Lnflan Ik was huisknecht - portier
1 met haar honden in het stadsziekenhuis
'T KLEINE KRANTSJE
dan weer over enkele hondjes
ontfermt.
Maar of het nu grote of kleine
honden zijn, jonge of oude, het
merkwaardige is, dat ze zich
direct thuisvoelen in de won
derlijke gemeenschap aan het
Nieuwlandsdijkje. En wie bij
zoveel rassen en soorten een
gespannen sfeer zou verwach
ten, vindt er tot zijn verrassing
een zeer vreedzaam naast elkaar
bestaan.
Hoe lang Aaltsje hier nog
met haar beesten zal mogen
samenwonen Wel, het wo
ninkje is stellig ten dode op
geschreven. De nieuwe stra
ten in het uitbreidingsplan
kruipen langzaam maar ze
ker naar Aaltsjes huisje toe
en eenmaal komt de dag,
tje het met heel haar hebben
en houden zal moeten ont
ruimen. „Mar dan krij ik er
een boerderijke foor terug.
Dat hewwe se mie beloofd,
dus daar mutte se sich an
houwe. Alleen: wel wat dicht
bij de stad as't een bitsje
kan
Hoe laat is 't
In Tjerkwerd heeft, heel vroe
ger, een zekere Redle Robijns
gewoond, een man, die in tal
van processen verwikkeld is ge
weest. Toen men meende, dat
hij overleden was en de naaste
buren bijeen waren geroepen
waren om het lijk te ontkleden,
vonden ze in de kamer naast
het vertrek met het stoffelijk
overschot een heerlijk brandend
vuur en op de tafel brandewijn,
pijpen en tabak.
De' buren gingen om de tafel
zitten en namen het er goed
van, terwijl ze niet uitgepraat
raakten over het plotselinge
overlijden van Redle en diens
merkwaardige levenswandel aan
een kritische nabeschouwing
onderwierpen. Eindelijk vroeg
iemand „Hoe laat is het eigen
lijk „Half drie klonk het
uit de bedstede in de dodenka
mer en op hetzelfde ogenblik
verscheen de doodgewaande
voor de hevig verschrikte buren.
Gelukkig slaagde Redle Robijns
er spoedig in het gezelschap te
kalmeren en dronk en rookte
tot laat in de nacht met de he
ren mee. Vijf jaar heeft Redle
Robijns daarna nog geleefd.
Toen was hij werkelijk dood.
Voor mijn diensttijd als soldaat
bij de Grenadiers en Jagers te
Den Haag, was ik bediende in
een zaak van glas, porselein,
aardewerk en galanterieën bij
een joodse firma aan de Wir-
dumerdijk te Leeuwarden. Hier
in zou ik niet weer terugkeren.
Je kreeg daar zo nu en dan van
die kakmadammetj es in de win
kel. De gehele toonbank volge-
legd met de gevraagde artikelen.
Na een poosje zeiden ze dan:
't spijt me, maar ik kan nog
geen besluit nemen. Ik kom er
nog wel even op terug. Me
vrouw, zei ilc dan, u wordt be
dankt voor de drukte. Dit mocht
ik van mijn patroon niet zeggen,
't Zou ook niet weer gebeuren.
Ik mocht onder dienst. In mijn
diensttijd heb ik nog vier maan
den als remplacant overgeno
men van een boerenzoon. Ik
kreeg hier f 85,- voor. Vijf gul
den eraf voor de sergeant-ma
joor voor de administratie. Dus
f 80,- schoon op handen bij
mijn vertrek met groot verlof.
Dit geld konden mijn ouders
best gebruiken, 't Was een zeer
slechte tijd. Nu moest ik ander
werk zoeken. In de Leeuwarder
Courant stond de volgende ad
vertentie
Huisknecht-Portiez ge
vraagd in het Stadszieken
huis te Leeuwarden. Aan
melden tussen 8 en 9 uur.
Misschien iets voor mij dacht
ik. Om precies 8 uur belde ik
aan bij de hoofdingang. Een
oude dame deed mij open, die
later de directrice bleek te zijn.
Mevrouw, zei ik, ik kom mij
melden als gegadigde voor de
gevraagde betrekking. Komt u
maar binnen zegt ze. Ze liet mij
in een zijkamertje van de hoofd
ingang. Gaat u hier maar bin
nen, de dokter zal zo wel ko
men. Na een kwartiertje kwam
de dokter binnen.
Dokter, zeg ik, ik kom mij mel
den als gegadigde voor de ge
vraagde betrekking. Ik stelde
mij voor, mijn naam en mijn
leeftijd. Dan zal ik u eerst even
inlichtingen geven omtrent de
van u te verlangen werkzaam
heden. U zult zo nu en dan pa
tiënten op moeten halen met
de brancard. Mogelijk ook licht
gestoorde zenuwpatiënten. Bij
ernstige gevallen gaat er een
zuster met u mee. Ook zult u
de zusters, indien dit noodzake
lijk is, behulpzaam moeten zijn
bij mannelijke patiënten bij 't
baden. Iedere zieke die hier bin
nenkomt moet eerst in 't bad.
Indien een zieke des nachts
overlijdt, zult u met de nacht
zuster deze moeten afleggen en
in het lijkenhuis brengen. U
wordt dan door de nachtzuster
gewekt.
Mijn slaap- en zitkamer was aan
de voorkant van het ziekenhuis
met het uitzicht op het Blok
huisplein. Om in mijn kamer te
komen moest ik door de keu
ken. Ik wil u aannemen als
huisknecht-portier zei de dokter,
echter onder voorwaarde dat u
zich voor twee jaar vast ver
bindt. 't Is een interne betrek-
Icing met alles inbegrepen. Uw
salaris zal bedragen f 185,- per
jaar. Dit wordt u in driemaan
delijkse bedragen uitbetaald.
Ik teken niet
Dokter, zei ik, ik ga hiermee
akkoord, maar teken geen kon-
tract. Ik houd mij aan mijn
woord en blijf die twee jaar
vast, mogelijk nog langer, maar
dat weet ik nu nog niet.
Dan zijn we afgesproken zei de
dokter, dat u zich morgenoch
tend om 8 uur meldt. De direc
trice zal u dan wel op de hoog
te brengen met het interne per
soneel van de keuken en de
leerling verpleegsters.
Om precies 8 uur belde ik aan.
De directrice deed weer open.
Kom, zei ze, daar bent u al.
Kom maar met mij mee. Eerst
gingen we naar de keuken. Hier
was een meisje die zorgde voor
de maaltijden met behulp van
het binnenmeisje van de direc
trice. Verder nog een meisje
voor de afwas en een voor het
wassen van de ziekenhuiskle-
ding van de patiënten. Dit werd
toen nog zelf in het ziekenhuis
behandeld.
Nu zal ik u even voorstellen
aan de zusters, zei ze. Ze riep
ze van boven. Er waren er toen
in 't geheel acht leerling ver
pleegsters. Dat waren de zusters
De Wit, Van Ulsen, Eggerdink,
De heer A. de Moor, over
de tachtig nu, vroeger
huisknecht-portier in het
Stadsziekenhuis en thans
verblijvende in het Park
herstellingsoord, heeft
voor 't Kleine Krantsje
zijn herinneringen op pa
pier gezet. Daarbij heeft
de oude heer De Moor
zich als een boeiend ver
teller ontpopt - met veel
genoegen zullen we zijn
relaas publiceren in een
vervolgverhaal.
Van Dam, Schaaf, Uitenbroek,
Weber en Singer. Dames, zei ik,
zoals u misschien al gehoord
heb, ik ben de nieuwe huis
knecht-portier. Ilc noemde mijn
naam en mijn leeftijd. Ik hoop
dat wij het hier samen goed
kunnen vinden. Ik ben bereid u
steeds behulpzaam te zijn, in
dien u dit nodig acht. Ze gaven
mij allen een stevige handdruk
en gingen weer aan hun werk
bij de patiënten.
(Wordt vervolgd)
Huisknecht-portier A. de Moor
in jonger jaren
flihnar lievelingen