vader heette Maar niemand maalde verschil:
Sikke en zoon
heette Jan kiek - daar hè je Sikke de Kaets
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER O M HE
Een uitgave van
Fenno Schoustra's Publiciteitskantoor
Vredeman
de Vriesstraat 1
Redactie,
administratie en
advertentieafdeling:
Vredeman de
Vriesstraat 1
a.d. Emmakade
Telefoon 20302
Postgiro 98 10 62
Bankrelatie:
Raiffeisenbank
VIERDE JAARGANG
'T KLEINE KRANTSJE
Abonnements
prijs:
f 3,75 per half
jaar
f 7,50 per jaar
v. h. buitenland
f 10,- per jaar
GLOSSE NUMMERS
40 CENT
NUMMER 79
Als „Sikke de Kaets" hebben we
ze dus gekend, twee wonderlijke
figuren uit het oude Leeuwar
den, twee opvallende typen van
de straat, twee stadgenoten, over
wie heel wat al of niet juiste
verhalen de ronde deden en van
wie maar heel weinigen hebben
geweten hoe ze werkelijk heet
ten, waar ze vandaan kwamen,
wat ze precies deden voor de
kost.
De oudste, de vader, heette in
derdaad Sikke, Sikke Nieuwen-
huis en hij moet in r8s8 in
Achlum geboren zijn. Wanneer
hij naar Leeuwarden gekomen
is, konden we niet achterhalen;
wel ontdekten we, dat hij hier
ambtshalve in de registers van
de Burgerlijke Stand werd inge
schreven bij de zevende volks
telling in 1890. Maar toen was
hij hier al een tijd, want in 1886
(30 september) hadden Sikke en
z'n vrouw Renske Meier hier
een zoon gekregen, de later zo
vermaard geworden Sikke II,
alias Jan van Sikke, alias Dove
Jan.
Vader Sikke was officieel groen-
teventer van beroep, „Jan deed
niks" zeiden de meeste van on
ze tipgevers, maar hij moet toch
wel eens een paar centen met
koeiedrijven hebben verdiend.
Jan is ook nooit getrouwd - hij
bleef, zolang zijn ouders leef
den, rustig thuis.
Sikke Bloemkool
Achtereenvolgens hebben de
Nieuwenhuizen gewoond in
twee huisjes aan de Potbakkers-
plaats, op het Hoeksterkerkhof
en in de Blokhuissteeg - alle
Leeuwarders, die ook in de om
geving van deze plaatsen ge
woond hebben, weten er nog
wel iets van te vertellen, want
beiden liepen ze er wel een
beetje uit, zowel vader als zoon.
Vader Sikke ventte dus wel met
bloemkool; vandaar, dat som
migen hem ook wel Sikke
Bloemkool noemden. Die bloem
kool was nooit van een beste
soort en wanneer er bij de
Nieuwenhuizen een partijtje
thuis werd opgeslagen placht
het er bepaald niet fris te rui
ken. Dat ondervond een beken
de Leeuwarder groentehande
laar, toen die eens een bezoek
bracht aan hun armoedige wo-
SLANKE WILLEM
ninkje in de Blokhuissteeg: „Het
stonk er als de pest. Maar op
een gegeven moment liet Sikke
er een vliegen en weet je wat ie
SCHILDERACHTIGE FIGUREN
UIT HET OUDE LEEUWARDEN
Onze vraag: „Wie was nou eigenlijk Sikke de Kaets enkele weken geleden in 't Kleine
Krantsje gesteld, is niet onbeantwoord gebleven. Integendeel: heel wat lezers zijn in de
pen geklommen om ons te vertellen, wie deze bijzondere stadgenoot is geweest, of beter
gezegd wie deze bijzondere figuren zijn geweest, want er waren twee en voor de Leewad
ders van vroeger heetten ze beiden Sikke de Kaets, ongeacht het feit, dat de jongste, de
zoon van Sikke, volgens de boeken van de Burgerlijke Stand zou horen te luisteren naar de
doodgewone naam Jan. Ook hebben verscheidene abonnee's ons gebeld om ons enthousi
ast deelgenoot te maken van bijzonderheden, die zij zich nog uit hun jonger jaren wisten te
herinneren en verder bleek uit het feit, dat tal van echte Leewadders ons op straat aan
klampten wel heel duidelijk, dat „Sikke de Kaets" eens in Leeuwarden in populariteit wei
nig onderdeed voor andere prachtige figuren als Slanke Willem, Zwatte Willem en Jan
Duum.
Ook dat woord kaets komt ons
wat typisch voor. Leeuwarders
spreken gewoon van kaatsen en
kaatsers, maar Harlingers zeggen
duidelijk kaetsen en kaets. Heeft
Sikke zijn jeugd in Harlingen
doorgebracht en was hij het zelf
die misschien altijd (op z'n Har-
Opgevangen uit gesprek tussen
twee dames in een winkel aan
de Nieuwestad: „Mien man
Ach mens, mien- man is nóóit
tuus Altied oppe kletter. Ja en
waarheen altied Ik wu, dat ie
inne gevangenis zat, wist ik"
teminste waar ie zat
toen zei Zo, nou krije we te-
minste es wat frisse lucht.
Op het Hoeksterkerkhof hebben
de Nieuwenhuizen gewoond
naast de stal, waarin nu de
Houthandel van Okkema is.
Jan was toen al zo „doof als een
kwartel" en hij had bovendien
een heel slecht gezicht. „U wil
het misschien niet geloven",
schreef ons de heer S. Sinnema,
„maar hij las hoofdzakelijk
werken van beroemde schrijvers.
Ook afleveringen, zoals Drey-
fuss, Alonka de Schone Zigeu
nerin of Het Slachtoffer der
Moederliefde".
Leeswoede
Ook andere abonnee's bericht
ten ons over de leeswoede van
Jan: hij lag vaak letterlijk met
de neus op religieuze werken.
Een geheel andere activiteit van
Jan betrof het aanhalen van
meisjes op straat - niet zelden
gebeurde het, dat Jan vrouwen
tegenkwam en dan breed zijn
armen uitsloeg. „Kom mar bij
mij, pop", zei hij dan, maar wij
hebben niet gehoord, dat ooit
een dame gevolg gaf aan zijn
vriendelijke uitnodiging.
Toen de Nieuwenhuizen naar
de Blokhuissteeg verhuisden
was vader Sikke al weduwnaar,
maar er kwam toen een tweede
vrouw in zijn leven: Berendsje,
die voor de beide heren huis
houdster werd. Berendsje regel
de de zaken met strakke hand
en gaf geen krimp, wanneer Jan
(voortdurend) om eten zeurde.
„Mag ik het opete vroeg Jan
dan. „Nee", zei Berendsje, „Sik
ke komt aanstonds tuus". Op
een keer zei Jan: „Berendsje, de
trein is verongelukt, Sikke is
dood. Geef mij sien eten mar.
Even mis
In november 1927 is vader Sik
ke, negen en zestig jaar oud, in
de Blokhuissteeg overleden en
met zoon Jan is het toen zeker
even mis gegaan, want volgens
de boeken verdwijnt hij naar
Norg, dat vlak bij Veenhuizen
ligt. Vandaar keerde hij in 1931
naar Leeuwarden terug en toen
heeft hij hier nog vele jaren in
verschillende logementen ge-
huist. Hoe het verder met hem
is gegaan zullen we in een vol
gende aflevering van 't Kleine
Krantsje wel zien.
ZWATTE WILLEM
Tenslotte nog iets over die
vreemde bijnaam van De Kaets.
Dat vader en zoon beiden Sik
ke de Kaets werden genoemd is
niet zo vreemd, want veel vaker
komt het voor, dat bijnamen
overgaan van vader op zoon,
maar waarom was het nou
eigenlijk De Kaets Is de oude
Sikke in vroeger jaren een be
kend kaatser geweest Hij is in
Achlum geboren, dus dat zit er
in. Of had hij de mond vol
van kaatsen Maar waarom
werd hij nou Sikke de Kaets en
niet, wat logischer lijkt, Sikke
de Kaetser genoemd
lingers) sprak van kaetsen en
een mooie kaets Misschien
zullen ook deze vragen nog
eens beantwoord worden. Wie
er wat van kan zeggen klimt
maar even in de pen