DE LEEUWARDER POLITIE RAPPORTEERT 1 HUMOR UIT DE OUDE DOOS 11 'T KLEINE KRANTSJE STADSNIEUWS VAN VROEGER V JULI 1900 Klaagt Tiete D., oud 24 jaar, wonende in de Nieuwe Oosterstraat, nr 9, over Gerard Tromp, zoon van haren buurman en over de dochter van Lageveen, wonende aan het Noordvlïet alhier, die haar uitschelden voor „hoer". Verzoekt reprimande. Kwart voor elf. Geeft kennis de weduwe J. Nieuwland, wonende aan het Groot Schavernek, dat haar 10 jarigen zoontje Dirk hedenavond te half tien uit de ouderlijke woning is weggelopen en nog niet is weder gekeerd. Signalement aan het personeel bekend gemaakt. Twaalf uur. Wordt door de poldnr 3e klas Mandemaker vanaf de Oude Doele- steeg aan het bureau gebracht Dirk Nieuwland, hiervoor vermeld, die te kennen gaf, dat hij niet in de ouderlijke woning wenschte terug te keeren. Half een. Is Nieuwland, na reprimande, aan zijne ter afhaling ontboden moeder medegegeven. Gevonden bij de Vrouwenpoort en in bewaring gehouden door R.J. Rinsma, wonende Hulstbuurt, een houten pijp. Klaagt Vrouw Visser, wonende Reigerstraat over Gerrit Visser, wonende Blokhuissteeg, die haar scheldt: „Schooier en manke sodemieter". Verzoekt reprimande. Rapporteert de poldnr 3e klas Ras dat hij heeft bekeurd de Lui tenant der Infanterie Dijkstra, wonende Bagijnestraat, wiens hond op de stoep voor diens woning geruimen tijd stond te schreeuwen. Ras heeft de hond vandaar weggejaagd. Klaagt J. Klok, gardenier, wonende alhier, dat hij reeds eenige malen tot de ontdekking is gekomen dat van zijn gaardeniers- land gelegen aan de Potmarge, bloemkolen en komkommers ver miste als hij op genoemd land des morgens komt om groenten te halen. Kennis gegeven door Johannes Reitsma, oud 17 jaren, schippers knecht bij zijn vader Willem Reitsma, gedomicilieerd te Menal- dum, dat hij en zijn vader even te voren in de Stadsgracht aan het Zuiderplein hebben drijvende gevonden het lijk van een hun on bekende vrouw. De poldnren 3e en 4e klasse Terveer, Terpstra en Polak derwaarts gezonden, hebben het lijk uit het water ge haald. Klaagt J. V., arbeider, wonende Zalmklooster, over zijn zoon Jan, 13 jaren oud, die hedenmiddag f 1.25 uit een gesloten kistje van hem heeft gestolen en op 30 centen na heeft versnoept. Rapporteert de poldnr 3e klas Ras, dat op het kermisterrein het geschilderd doek van den kermistenten van Wolfs en K. Benner en het zeildoek van de kramen behoorende aan Geubels en Goo- zen hedennacht belangrijk is beschadigd, genoemde poldnr heeft de eigenaars hiervan gewekt en hun met het voorgevallende in kennis gesteld. Klaagt Jan Sel, kermisreiziger te Winschoten, dat hij door den tapper Krandendonk, wonende Oude Doelesteeg, uit diens in richting gezet is, waardoor zijn halsboord en strik defect zijn geraakt. Rapporteert de poldnr 3e klas Schuite, dat ten ongeveer 1 1/2 ure, een hem onbekende schipper aan de Sneekerkade stond te vloeken en te razen, waardoor de nachtrust aldaar is verstoord, Schuite zal trachten naam enz. gewaar te worden en daarna pro ces-verbaal opmaken. Klaagt Vrouw de Lang, Wissesdwinger no 2 over den melktapper Roorda, wonende aan de Poststraat, van wien zij hedenmorgen melk kocht en volgens Roorda 2 1/2 cent te weinig betaalde, die zij niet wilde geven, waarop Roorda den emmer, melk en het geld heeft medegenomen en niet wil teruggeven. Klaagt N. Blog, pakhuisknecht, wonende Hoeksterkerkhof 20 over weduwe Van der Veen, wonende aldaar, die hem veel last veroorzaakt door aan zijn woning te komen spektakel maken. Klaagt S. Turksma, wonende Nieuweburen 38 over Hendrik Bak ker, sjouwer, die hem zooeven een klap op het hoofd heeft ge geven, toen Turksma voor eene tent in het Zaailand stond te kijken. Turksma kan geen getuige noemen, die het voorgeval lende zou hebben gezien. Half elf. Geeft Jacob van Praag, knecht bij den photograaf-kermisreiziger Salomen de Winter kennis dat het 5 jarig zoontje van zijn pa troon, genaamd Brammetje de Winter, sedert hedenmiddag 6 uur niet aan de tent is geweest, ofschoon het anders steeds omstreeks 6 1/2 uur present is om te eten. Kwart voor elf. Geeft Vrouw A. Dijkstra-De Vries kennis, dat haar zesjarig zusje Popkje de Vries, wonende Houtstraat, omstreeks 8 1/2 uur he denavond op de kermis is zoekgeraakt. Kwart over elf. Geeft Vrouw A. Dijkstra-De Vries kennis, dat haar zusje Pietje de Vries terecht is. Half twaalf. Geeft Jacob van Praag kennis, dat Brammetje de Winter weer terecht is. f r 1 ,i i j s ft IN STIJL „Waar ben je geweest? „In het ziekenhuis. Men heeft cen suur op mij uiteoefend". „Censuur! „Ja, men heeft mij eenige belang rijke deelen uitgesneden." JUIST IN THEORIE Twee Ieren waren op het zelfde meisje verliefd geworden en wisten maar één middel, om de zaak uit te maken: een duel. Met het pistool in de hand stonden ze op twintig pas afstand van elkaar. Maar toen de eene, een zeer welgedaan heer, zijn mageren tegenstander tegenover zich zag, kreeg hij bezwaren. „Ik ben tweemaal zoo dik als hij, dus moest ik tweemaal zoo ver van hem afstaan, als hij van mij", meen de hij. De secondanten dachten even na, toen zei de een: „Ik zal de zaak „Je houdt niet meer van me. Vroeger waren we één. „Juist. En ik verveel me, zoo alleen." in orde brengen". Hij haalde een stuk krijt uit den zak, trok twee lijnen op het lichaam van den dikke en zei: „Schiet nu maar raak, wat hier naast valt, telt niet mee". VOORZICHTIG MEEGE DEELD Dienstmeisje. „Vannacht zijn er in een huis hier in de straat dieven ge weest, die al het zilver hebben weg gehaald". Mevrouw. „Wat een domme men- schen, om de deur niet te sluiten! Welk huis was het? „Nummer zeven". „Dat is ons huis". „Ja mevrouw, maar ik wou u niet laten schrikken. NIET GENEZEN Iemand trachtte een matroos van het rooken af te brengen. „Je moet ook bedenken", zei hij ten laatste, „dat er geen enkel we zen rookt, behalve de mensch". De matroos grinnikte. „Dat is zoo," stemde hij toe, „en er is ook geen enkel ander wezen, dat zijn voedsel kookt. DRANKWET In het vergunningsjaar 1934/35 heb ben B. en W. geen vergunning ver leend. 1 hotelvergunning is door overlijden vervallen: door Ged. Staten werd 1 hotelvergunning verleend. Het aantal vergunningen bedroeg op 1 Mei 1935 81, te weten 20 volledi ge vergunningen, 44 tapvergunnin- gen, 14 slijtvergunningen, 2 socie- teitsvergunningen en 1 hotelvergun ning. Het wettelijk maximum aantal vergunningen, bedragende 124, is krachtens raadsbesluit verlaagd tot 60. In het verlotjaar 1934/35 wer den door B. en W. 16 verloven A en 5 verloven B verleend, ingetrokken werden 10 verloven A en 6 verloven B, terwijl 2 verloven A zijn verval len. Op 1 Mei 1934 bedroeg het aantal localiteiten waarvoor verlof is verleend: a. voor den verkoop van zwak-alcoholische dranken (verlo ven A): 64; b. voor den verkoop van alcoholvrije dranken (verloven B): 20. Het wettelijk maximum aantal verloven A bedraagt 124.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1970 | | pagina 11