de bekoring van het oude friesland 8 Kon je zmgen dan aong je tme LIEDJES UIT VROEGER TIJD ER jvte rrVooü Z verkoopt*a SCHOONHEID IN VROEGER EEUWEN OOSTERLITTENS f Vileine 3ira»ite/'e leeM iedereen TE VLISSINGEN TRAD ZONDAG EEN BOER VAN WALCHE REN MET ZIJN 6-JARIG ZOONTJE EEN KOFFIJHUIS BIN NEN EN VROEG VOOR ZICH EN ZIJN KIND EEN BORREL. DE KOFFIJHUISHOUDER VROEG OF HIJ NIET WIJS WAS EN WEIGERDE HET GEVRAAGDE TE GEVEN. SCHENK ER DAN VOOR MIJ EEN, ZEI DE BOER. DIT GESCHIEDDE EN DE NOBELE VADER GAF DE JENEVER AAN ZIJN KIND TE DRINKEN, DIT WERD NOG TWEEMAAL HERHAALD, EN IN DIEN TIJD ROOKTE DE KNAAP OOK DRIE SIGAREN. TOEN EENIGE TOESCHOUWERS HUNNE VERBAZING TE KENNEN GAVEN, ZEI DE BOER: „O, DAAR WEET DIE JONGEN NIKS VAN". EN DAT WAS WAAR; HET KIND GING HEEN ALS HAD HET SLECHTS WATER GE DRONKEN. /lon^ 1880) HET KALVERDIJKJE is lang een modderige landweg ge weest, waarlangs het melkvee en de kalveren naar de boerderij ge dreven werden. Van het vroegere Kalverdijkje is nu niet veel meer over: de stadsuitbreiding heeft het dijkje voor het grootste deel opge slokt. DE FORTUYN was twee eeuwen geleden een her berg aan de Grachtswal, die zich met de volgende rijmpjes aan z'n klanten presenteerde: In de For- tuyn tapt men bier en wijn - en - Hier verkoopt men Brabantse Kan ten fijn, Thee, Bottelbier en goede Wijn. DE KONING VAN DENEMARKEN heette in het begin van de I8e eeuw het huis naast Het Gouden Wagentje aan de Nieuwestad, waarin nu de firma Brenninkmeyer gevestigd is. DE COLLEGESTEEG die ook wel Brouwerssteeg en Ko- perslagerssteeg heette, lag aan de Voorstreek tussen de Dubbele Pijp en de Amelandspijp. De steeg ver dween bij het maken van de door braak voor de Sint Bonifatiuskerk. In de I8e eeuw hield de godsdien stige secte van de Collegianten of Rijnsburgers in een gebouw in deze steeg collegiën of vergaderingen. DE MEERVTSCHBANCKEN is een andere naam voor de oude vismarkt, die van het midden van de zestiende tot het midden van de negentiende eeuw gehouden werd op het brugsplein van de Konings- pijp. De visbanken werden vroeger dagelijks verpacht. Behalve „meer- vysck" kwamen er ook „schollen, verschen hemick, laberdaan, stock- visch, spierinck ende mosselen" en zelfs „salmen, elften, bruinvis, stoer ende robben" op deze markt. De reeks huizen tussen Voorstreek en Sacrementstraat werd een honderd jaar geleden nog aangeduid als Bij de Meervisch Banken. ATSMASTEEG is een andere naam voor Ipe Brou- wersteeg; ze komt voor op een kaart van Leeuwarden in de Tegen woordige Staat van Friesland van 1664. De steeg zal genoemd zijn naar de Schepen Atsma, bij wie men, omstreeks 1680, dit glasschrift vond: Leert spreeken daer het past - Leert swijgen om uw tijt - De tonge maekt u vast - Eer gy vervangen zijt. GEBED VOOR HET VADERLAND Wat donk're wolk er moge dreigen Wat felle storm er moge woên O blijf, almachtig God en Vader, Ons land voor ramp en leed behoên. Opdat ons Neerland vrij moog' blijven Van elk geweld en vreemde macht, Ja, dat het fier zich blijv' verheffen Steeds stérk en groot door uwe kracht. Zooals het lang reeds was voor dezen, Het land, waar men in vrijheid leeft Waar men, o eeuwig God en Vader. U vreest, U dient, U eere geeft. O blijf, almachtig God en Vader, Ons en ons Vorstenhuis nabij, Opdat het land, uit zee geworden Ons Neerland blijve, één en vrij!

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 8