ALS GASTHEER EEN VA DOOR MR. J.S. BIJL 't kleine ZLCrantóje leeót iedereen PIEM REGNERY van hoteliers, die, zoals het woord aangeeft, ook werkelijk gastheer zijn. Als men bij hem, wiens res taurant destijds behoorde tot de beste tien Nederlandse restaurants, door Weremeus Buning beschreven, had gelogeerd, had men altijd het gevoel, dat men iets terug moest doen. Dat was niet te wijten aan de belachelijk lage prijzen, waarmede hij genoegen nam en die hij hoog genoeg vond, omdat hij de winst liever met zijn gasten dan met de fiscus deelde, maar aan de spontane hartelijkheid en joyeuze zwier, waar mede hij iedere gast tegemoettrad. Geld, althans als bezit, speelde nau welijks een rol in zijn denken. Daarvoor was hij te veel filosoof en te weinig zakenman. Dat, en zijn gevoel voor echte kunst, was één van de redenen, waarom men in hotel de Kroon meer waardevolle schilderijen van bekende schilders van deze tijd vond dan in welk ander hotel, omdat hij zich daar mede vaak liet betalen. Men vond er vele voortreffelijke werkstukken van Germ de Jong, Colnot, van Herwijnen, Piet van der Hem - die o.a. een prachtig schilderij van zijn vrouw Jopie maakte - Bantzinger, Maks, Werkman e.a. Vooral Germ de Jong, de grote altruist, die geld net zo vlug uitgaf als hij het ontving en daarom steeds „sans le sou" was, betaalde de gastvrijheid die hij bij Piem genoot met de producten van zijn kunstenaarschap. De kunstenaars voelden zich thuis bij deze gastheer, die, naar zijn aard, een bohémien was en die hartelijk lachte om de onwaarachtigheid en aanstellerij van lieden, die zichzelf zo belangrijk achten. Hij was zich bewust van de betrekkelijkheid van wat men important pleegt te noe men. Hij was een echte „opquchte" Fries. PATER FAMILIAS Ook toneelspelers en literatoren van naam, die naar Leeuwarden kwamen logeerden bij hem. Deze kunstenaars, die door de karakters, die zij uit beelden, beter dan wie op de hoogte zijn van de ijdelheden, waarmede vele mensen behept zijn, zaten graag aan de grote tafel in de gelag kamer, waaraan Piem als een „pater familias" presideerde en waarom heen voorts vogels van de meest uiteenlopende pluimage een plaats vonden: handelsreizigers, koophe den, veeboeren, leden van de rech terlijke macht, advocaten en ge leerden. Men kon er in alle talen horen converseren, vooral in het Frans en Italiaans, omdat veel Fran sen en Italianen naar Friesland ko men om er vee te kopen. Eens heb ik, die op mijn reizen graag een grote omweg maakte om Leeuwarden en dus de Kroon te kunnen aandoen, daar zelfs een ech te prinses de Bourbon zien aanzit ten. Öeze was met een expert naar Leeuwarden gekomen om een fok stier voor haar boerderijen in Frank rijk te kopen. Bij al deze mensen stond hij in hoog aanzien. Toen de Koningin met de Shah van Perzië naar Friesland kwam om hem het prachtige Friese vee te tonen, werd de lunch voor het vorstelijk gezel schap door Piem verzorgd. Als restaurateur had hij de zwier NU IK ENIGE MALEN DE GELEGENHEID HEB GEKREGEN TE SCHRIJVEN OVER CAFE'S IN HET LEEUWARDEN VAN EEN 50 JAAR GELEDEN EN NADAT U IN 'T KLEINE KRANTSJE VAN 23 SEPTEMBER EEN PRACHTIGE FOTO PLAATSTE VAN KLAAS' BIERLOKAAL MET ENIGE, MIJ ALLEN BEKENDE LEEUWARDERS ER OP, DIE IK DAAR DIKWIJLS HEB ONT MOET, KAN IK NIET NALATEN EEN ANDER ZEER BEKEND ETABLISSEMENT EN ZIJN EIGENAAR-DIRECTEUR AAN DE VERGETELHEID TE ONTTREKKEN. IK BEDOEL HET VROEGERE HOTEL-RESTAURANT „DE KROON" TEGENOVER DE OUDE VEEMARKT GE LEGEN, DAT, ZOLANG IK HET MIJ HERINNER, IN HANDEN WAS VAN DE FAMILIE REG NERY EN EERST EEN JAAR OF VIER GELEDEN, NA DE DOOD VAN DE TE VROEG GE STORVEN HEER SIMON REGNERY, OVERGING IN ANDERE HANDEN. HET WERD TOEN VERBOUWD EN VAN HET OUDE ASPECT BLEEF NIETS OVER. HOEWEL IK OOK DE VADER VAN SIMON NOG GOED GEKEND HEB, OMDAT WIJ ALS JONGELUI IN DE KROON, DAT NAAST HET RESTAURANT TOEN OOK NOG EEN BILJART ZAAL HAD, HET EDELE BALSPEL-MET-DE-QUEUE BEOEFENDEN EN HOEWEL OOK DE VADER EEN NIET-ALLEDAAGS MAN WAS, DIE GEESTIG UIT DE HOEK KON KOMEN, WIL IK HET HIER TOCH IN HOOFDZAAK HEBBEN OVER DE ZOON, BIJ AL ZIJN VRIENDEN BEKEND ALS „PIEM", DIE ALS EEN VAN DE BESTE HOTELIERS, IN DE ZIN VAN GAST HEER, TE BOEK KAN WORDEN GESTELD. dat de vloeren hier en daar wat scheef waren en de kamers niet voorzien van een bad. Persoonlijk heb ik dit nooit als een gemis ondervonden, voor mij voldoende compensatie. Trouwens ik zou graag enig ongerief voor lief hebben ge nomen om maar enige dagen in zijn établissement en in zijn gezelschap te kunnen verblijven. Op een of an dere manier deed de Kroon mij altijd denken aan de sfeervolle pre tentieloze hotelletjes op het Franse platteland, waar men in de eerste plaats naar toe gaat om de keuken en de wijnen, die er geserveerd worden door een „patron" of „pa- tronne", bij wie het niet alleen goed consumeren, maar met wie het ook goed praten is. Piem was ook zo'n „patron", be horende tot het uitstervende ras Hij was enige jaren jonger dan ik, maar dat kon niet beletten, dat wij als kleine kwajongens reeds voor de le Wereldoorlog samen katte- kwaad uithaalden, dat niet altijd van gevaar ontbloot was. Ik herinner me nog zeer goed, hoe lang het dan ook geleden moge zijn, dat wij samen op een winterse zondag in de buurt van Schenkenschans aan de Harlinger Trekvaart in een kroos- sloot terechtkwamen en dat we ons daarna op de hete ketel van een in de buurt liggende stoomboot lieten opdrogen. Het was al donker toen we thuiskwamen' en ik was diep verbaasd, dat het pak rammel, dat ik verwachtte, uitbleef. De dodelijke ongerustheid, waaraan een moeder ten prooi kan zijn, is voor een klein kind niet te bevatten en zo kon ik toen ook niet begrijpen, dat geen boosheid maar de liefderijkheid van een uit de spanningen van allerlei waanvoorstellingen verlost moeder hart mij ten deel viel. Nadat ik mijn, naar de moddersloot stinkende en onder het kroos zittende, kleren had uitgedaan, werd ik in een tobbe met warm water gestopt en kreeg ik heerlijke hete chocolade toege diend. Zelfs vertelde mijn vader nog een verhaal voor ik naar bed ging. Dit gebeurde anders alleen maar als ik goed had opgepast, wat niet zo vaak voorkwam. Paedago- gisch waarschijnlijk fout, maar mis schien ook niet, omdat ik van geen vrouw meer heb gehouden dan van mijn moeder en mijn altijd hardwer kende vader steeds groot respect heb toegedragen. Redenen, die er ongetwijfeld toe hebben bijgedragen om in mijn tamelijk wilde jeugd toch de kerk zoveel mogelijk in het midden te laten, teneinde hun geen pijn te doen. GEDACHTENSTROOM .gezelligheid in de Kroon Het blijkt wederom moeilijk om de gedachtenstroom in te dammen en te blijven bij het onderwerp, waar over ik me had voorgenomen iets te zeggen n.l. het Hotel-Restaurant de Kroon en zijn hotelier, die ik zo goed heb gekend en die, na zijn plotselinge dood in 1967 voor velen een grote leegte achterliet. Nadat, na onze prilste jeugd, onze wegen uit elkaar waren gegaan, heb ik Piem, na de 2e Wereldoorlog, weer geregeld ontmoet en leren waarderen als de prima gastheer, die hij was. Hotel de Kroon, waarvan het be kende restaurant deel uitmaakte, was een typisch ouderwets provin ciaals hotel, kraakzindelijk en ge zellig, doch volgens sommigen enigs zins in comfort achtergebleven om

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 6