ONVERGETELIJKE WANDELINGEN DOOR OUD LEEUWARDEN m 5 t fü/eine 3Cranteje leeet iedereen Onze abonnee, de heer G.T. van Kampen uit Leeuwarden, ver volgt zijn herinneringen aan vroeger jaren. Eens werden we opgeschrikt door luide knallen, al gauw hoorden we dat de vuurwerkfa briek van Schuurmans aan de Voorstreek op de hoek van de Wijde Steeg in brand stond. Nu mijn wandelingen met buur man Keiler, dit was dus in 1909: We liepen dan langs de Ooster kade en gingen over de Vlietster- brug, die smalle draaibrug, toen nog tussen Tuinen Z.Z. en Vliet Z.Z. verder over de toen ook nog smalle ophaalbrug, de Booms- brug langs de Oostersingel. Rechts de druk bevolkte buurt van de Weerklank, dan kwam de kwekerij van Jongstra en de Vijversbuurt, achter de gemeen teschool was de vijver temidden van met bomen en heesters begroeide hoogten. Voorbij de school waar de gracht buigt naar de gasfabriek en nu de Tjerk Hiddestraat begint, stond een hek, daarach ter allemaal weiland alleen door sneden door het Cambuurster- pad en Kalverdijkje. OOSTENBURG We liepen dan verder langs de gracht langs het buurtje Oosten burg, kwamen over een houten brugje over de sloot die langs het Cambuursterpad liep en sloegen dan rechtsaf dit landelijke wegje langs; een enkel woninkje stond aan deze weg, verder aan weers kanten weiland, links de prachti ge bomenrij van de Groninger straatweg. Ongeveer waar nu de Barend Fockestraat uitkomt op het Cambuursterpad was weer een bruggetje met wit houten leunin gen en even verder bereikten we de woningen van het Schoppers- hof, hier splitste zich de weg: links het Kalverdijkje dat met een grote bocht naar de Gronin gerstraatweg liep, oude knotwil gen en veel meidorens maakten dit wegje tot een geliefkoosde wandeling, een zijweg voerde naar de schietbaan ook al prachtig met bomen beplant, één daarvan is er nu nog te zien in het Zamenhofpark aan de Pasteurweg. BOERDERIJ TYSMA Maar, we keren terug tot onze wandeling, bij bovengenoemde driesprong lieten we de grote boerderij van Tysma achter ons en sloegen rechtsaf de Weg naar Cambuur langs een puinwegge- tje met een weerszijden een sloot. Rechts tot aan de Molen buurt waren kwekerijen, links een rij huisjes die ieder langs bruggetjes bereikbaar waren. Enkele van die huisjes staan er nu nog (Adm. de Ruyterweg). Na de Molenbuurt, een hotje met eenvoudige huisjes, passeerden we een boerderij, die pas na de tweede wereldoorlog is afgebro ken. Toen nog omringd met een tlink erf, sloten en een dam, verder liepen we langs de Cani- buurstraat met rechts de huisjes die er nu nog staan, maar die toen uitzicht hadden over de weilanden, die alleen doorsne den werden door de Poppeweg, toen met jonge boompjes be plant, ook was vanuit deze straat de buurt te zien van de Tichel straten. Wij liepen dan door het smalle straatje tussen Oranje- waltje en Noord Vlietstraat en kwamen dan op het Noordvliet, naar ik meen bij de sigarenfa briek van Tromp, aan de over- Dit was het wat de brand overliet van de Vuurwerkfabriek van Schuurmans op de hoek van de Voorstreek en de Nieuwesteeg. Een heel oud plaatje van de Molenbuurt: toen de molen er nog stond. kant was dan Pietersburen. Ongeveer tegenover de Noord- vlietstraat (op de hoek was de kruidenierswinkel van P. Hart kamp) was een trapjesbrug de z.g. Blauwebrug en even verder naar de stad toe waar nu de Jacob Binckestraat is. was weer een ophaalbrug, die de Witte brug werd genoemd. Zo bereik ten we weer de Oosterkade met zijn plaveisel van veldkeien en waren weer terugwin Droevendal. In de loop van 1909 moest ik naar de "Bewaarschool" en die was niet naast de deur: n.l. aan het einde van de Doelestraat op het z.g. Tournooiveld. Hoofd was juffrouw van der Sluis, een oude dame in het zwart gekleed en klein van postuur. Verder waren er juf ten Bouwhuis en juf Anna, deze laatste was een jodinnetje. BROEKOPBIENSTER Ook was er nog een helpster, de z.g. "broekopbienster" juffrouw Plantinga, ik herinner mij nog haar schelle stem als ze kinderen riep, die door moeder werden afgehaald. Ik had al gauw de route in mijn hoofd: Korfma- kersstraat, Minneniastraat, Ee- wal, Beijerstraat, Grote Kerk straat en Doelestraat. Heel wat is er sindsdien veranderd, we zaten in stijve houten banken, achter elkaar, juf voor de klas. De werkzaamheden waren: mat jes vlechten, van papieren stro ken leestekens maken, vlechten met dunne houten latjes en wat boetseren met pijpaarde. Bij mooi weer speelden we in de open lucht in de zandbak en bij minder goed weer deden we spelletjes in de z.g. speelschool, een groot lokaal zonder banken. Enkele namen herinner ik mij nog van jongens uit mijn klas: Rein Bloemsma, Minne Luiks, Gerben Wartena. Jipie Joustra. De 12e mei 1910 kwam er een einde aan de periode in Droe vendal. Toen voor enkele jaren terug de panden in Droevendal werden gesloopt ten behoeve van de nieuwbouw telefoonkantoor ben ik nog even in die woning nr. 14 geweest, het was in die laatste jaren een kapperszaak. HAARKNIPPEN VOOR STUIVER Toen in die jaren omstreeks 1910 lieten we voor 5 cent ons haar knippen bij kapper Brug man op de Tuinen. Op de hoek van de Turfmarkt en de Tuinen woonde slager Tool waar we ook wel in de winkel kwamen. Op de hoek van Voorstreek en Korfmakersstraat was de orgel en pianozaak van de heer Meindersma. Deze woonde op de hoek van de Heerestraat en Cyprianussteeg, men moest bij De dikke boom in het park: laatste herinnering aan de schietbaan. De 12e mei 1910 verhuisden we naar Korfmakersstraat nr. 5 voorheen was daar een viswinkel geweest. Dit was een hele verbe tering. Nette winkel, kamer daarachter en een mooie kamer boven de winkel. Op zolder een - slaapkamertje aan de voorkant. Deze straat, zonder noemenswaardig verkeer leende zich bij uitstek voor spelen. Er waren dan ook al spoedig buurjongens, die het best met elkaar konden vinden. Slager E. Weima had twee jongens Meine en Hermanus, de eerste van mijn leeftijd en dan was er nog Chris zoon van Visser de vishandelaar. Ook was daar nog een Piet en twee meisjes, maar die waren wat ouder. Ook was er meen ik nog een Jan Tuininga. Aan de overkant waren de kan toren van Provinciehuis en Provinciale Waterstaat. Moeder wist nog dat daar vroeger een heel mooi huis stond van dokter Baart de la Faille. een hardstenen trapje op om de voordeur te bereiken. Achter de zaak van de heer Meindersma woonden zijn twee zusters, waarvan er één orgellessen gaf. Tussen deze zaak en ons was dan nog een winkeltje, ik meen van Tuininga, wij dus op nr. 5 en daarnaast de zaak van Gebr. Slager, techn. installaties, daar naast de vishandel van de heer Visser, voor de ene etalage een grote glazen bak met levende paling. Het huis daarnaast was meen ik ook eerst van Gebr. Slager, maar later was het het bekende zaakje van "Duo Ca- rels". Dan kwam de slagerij van de heer Weima, achter de winkel was de slachtplaats, de koeien en varkens moesten dus door de winkel om achter geslacht te worden. Dan volgde de statige woning van de heer Soutendam, in onze ogen een deftige grijze oude heer. (Wordt vervolgd).

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 5