KIM. VLIEGTUIG RAAKT DE BONIFATIUSTOREN LEEUWARDEN AAN RAMP ONTSNAPT TOK TOK TOK er kwam geen ei t Kleine Krantsje leest iedereen VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHËÊN TWAALFDE JAARGANG 34-1976 NUMMER 263 Bij de geweldige storm, die in het begin van dit jaar de oude Bonifatiustoren het hoofd deed buigen is de stad aan een ramp ontsnapt - was de toren eerder, in de nachtelijke uren, onthoogd, dan zouden er zeker onder de omwonenden slachtoffers gevallen zijn. Maar al eerder bleven we voor groot onheil gespaard en wel, toen er een KIM. vliegtuig met de toren in botsing kwam. Aan dit spectaculaire ongeval wijdt t Kleine Krantsje vandaag aandacht op de pagina's 6 en 7. 'T KLEINE KRANTSJE De truc is haast even oud, als de goochelkunst zelf en toch zag de geheimzinnige Chinees, die een week achtereen in het cabaret als hoofdnummer optrad, kans het publiek er mee te verbazen. De behendigheid, waarmee hij het kwartje, dat hij van iemand uit het publiek leende, in zijn mouw wist te doen verdwijnen, terwijl de toeschouwers er vast en zeker van overtuigd waren, dat hij het in het zwarte zakje had gedaan, dat hij te voren den volke had getoond, als zijnde leeg, zonder dubbele bodem en gegarandeerd zonder enige zwen del, was dan ook weergaloos. En toch had het zakje een loszitten de voering, waartussen tevoren een ei was verborgen. De Chinees liet het gevraagde kwartje kwasi in het zakje glijden, beschreef een arabesk met zijn toverstaf, riep: tok-tok- tok en haalde tot grote verba zing van het publiek het ei te voorschijn, waarna hij nogmaals liet zien, dat het zakje absoluut leeg was. Even later nam hij van zijn tafeltje een geprepareerde appel, sneed deze middendoor en dan kwam uit die vrucht een kwartje te voorschijn. Dat dit niet hetzelfde kwartje was, als hem even te voren door een toeschouwer was gegeven, ont ging het publiek. Dit laatste kwartje zat in de mouw van de Chinees. Wij schreven het reeds: de truc is oud, maar de manier, waarop de Chinees haar vertoonde was verbluffend. Maar nu heeft de Chinees nog grotere ogen opgezet dan de toe schouwers. Met de drummer van het orkestje, dat zijn optreden met Ketelbey's: In a Chinese Temple Garden begeleidde, had hij de vorige dag meningsverschil ge had over een niet op tijd geplaatste "touché" en de drum mer, in zijn muzikanten-eer geraakt, heeft wraak genomen. Voor de avondvoorstelling be gon, was de drummer naar de kleedkamer van de artisten ge slopen en tijdens het optreden van de Chinese magiër zat hij met een onschuldig, maar zeer geïnteresseerd gezicht toe te kijken. In gebroken Nederlands vroeg de Chinees aan de geëerde dames en heren om een kwartje. Glimlachend liet hij het geld stukje in het zakje verdwijnen. Het orkest hield op met spelen. Tok, tok, tok, zei de Chinees. De drummer zette een roffel in, van uiterst pianossimo, ras aanzwel lend tot een oorverdovend, dreu nend forto, dat zijn bevrijdende ontlading vond in een fel ketsende slag op de bekkens. De Chinees opende het zakje Tot verbazing van het publiek, maar evenzeer tot zijn eigen verwondering haalde hij er 'n blikje sardientjes uit. Nog steeds glimlachend, maar niet meer zo vol vertrouwen in zijn eigen kunnen, greep de Chinees de appel. Uit de vrucht kwamen twee dubbeltjes en vijf centen te voorschijn Een keurig geklede meneer komt een bar - in de Grote Hoogstraat binnen en zegt: "Graag een jonkje, voor er ruzie komt". Barkeeper schenkt in en meneer giet inhoud in z'n keel. "Nog één - voor er ruzie komt". En zo gaat het tot een keer of tien toe. Dan begint het de barkeeper wat te vervelen en hij vraagt, waarom dat "voordat er ruzie komt" telkens bij moet. "Wwwel", stottert die snuiter, "nnnnou kkkomt er ruzie, wwant ik hew gien cent op zak

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1976 | | pagina 1