WAS EEN FRIES KLEINSTE MAN VAN NEDERLAND? VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN Klaine Gerriet uit het Bildt DERTIENDE JAARGANG 22-10-1976 NUMMER 276 ZOU HIJ DE KLEINSTE MAN VAN NEDERLAND, OF - WIE WEET - ZELFS DE KLEINSTE VAN HEEL EUROPA ZIJN GEWEEST? DAT VRAGEN WE ONS AF, NU WE MEER WETEN VAN DE UITERMATE MINUSCULE HEER GERRIT KEIZER, ALIAS KLEINE KEIZER, OF, ZOALS DE BILDTKERS HET ZEIDEN, KLAINE GARRIET, DIE ZOWEL IN Z'N JONGE JAREN ALS OP Z'N OUWE DAG HEEFT GEWOOND IN OUDE BILDTZIJL. KLAINE GER RIET BLIJKT ONDANKS ZIJN BIJZONDER KLEINE GESTALTE EEN ZEER OPMERKELIJKE FIGUUR TE ZIJN GEWEEST, AAN WIE VEEL MENSEN IN EN OOK BUITEN HET BILDT PLEZIERIGE HERINNE RINGEN BEWAREN. IN DIT NUMMËR VAN 'T KLEINE KRANTSJE, OP DE PAGINA'S 6 EN 7 VER TELLEN WE MEER VAN KLEINE GERRIT KEIZER, WELLICHT DE KLEINSTE MAN, DIE ER OOIT IN ONS LAND IS GEWEEST. V. 'T KLEINE KRANTSJE DAGBOEK LAMMORAAL Lammoraal Albertus Ae- melius Sluijterman (17-57 - 1838), zoon van de com mandant van de lijfguar- des van de Friese Stad houder, opgegroeid in Leeuwarden, later here- boer in Jorwerd en ge trouwd met Catharina Lycklama a Nijeholt, hield van 1778 tot 1785 een dagboek bij, waarin hij het wel en wee van zijn landelijk leven notuleerde. Twee eeuwen later zijn z'n aantekeningen voor ons bijzonder interessant. JANUARI 1780 Het oude jaar thans weder verlopen sijnde, en een nieuw begonnen, soo wensch ik dat de Heere ons bij den intreede van hetselve over ons wil uytstorten eene ruijme maate van dierbare seegeningen, gepaart met verge- noeginge en voorspoet, na ziel en lighaam, en dat wij eens moogen verweerdigt worden, om aan te sitten in het Koningkrijke Godes. Ik middags op schaatzen na Schillaard geweest, en aan Fedde Rommerts betaalt de intressen van de obligatie ad veertien honderd guldens van de kerk van Mantgum, is teegens 3% ƒ42. Aan Joh. Gosliga betaalt voor het brood en jenever in de jaghttijdt gebruijkt/ 15-7-8. Meester Eitje Kist ons hier tijdingh gebragt, dat Wudmer Pijtters ouderling en Wijbe Ger- bens Diacon was geworden. Ik aan Pier Gerrijts betaalt voor het jagen daags 10 st. is 6-15. s' Avonds bij Meester Hoogterp met Bijsitter geweest en 2 flessen wijn gedronken en gewonnen met speulen/ 7-11. Mijn zusters en Broer E. hier geweest met de Schuijfsleede en hier 's middags gegeeten, onder eeten hier Sible Catz, een laken koopman te Leeuwarden, geko men, en doen meede gegeeten, s'morgens Jhr. Rienk Burmania van Jellum hier geweest, vader Convm en ik s'avonds na 't Weij- dumerhout geweest. Mijn peerd voor de eerste maal voor de sleede op het ijs gehad en wel voldaan. Vader Convm en ik na de Secretaris Mebius ten eeten geweest en is de Heer Mebius mee na Jorwert gereeden en nagts bij ons gebleeven, s'avonds bij Bijsitter Idsardij te koffij gedronken en gewonnen met speulen 10-8. Wij bij Ds. Lauerman, ter harst- maeltijdt geweest in geselschap van mijn beijde zwagers P. en A. Lijcklama h Nijeholt en Bijsitter Idsardij en Foekjen Reneman, s'avonds om half elf na huijs ge gaan. s'Morgens en s'middags gesleed- jaagd. Misschien was de verkeringstijd van twaalf jaar nog te kort geweest, want toen het paar eindelijk tóch voor de man van de Burgerlijke Stand kwam te staan, wrong de bruidegom zich in duizend bochten om te ontkomen aan de verplichting van het noodzakelijk woordje "ja". Het werd, voor de ambte naar en daarna ook voor het bruidje, een hele uitleggerij, maar het gaf allemaal niks: de bruidegom dócht er niet aan z'n aanstaande trouw te beloven tot in de dood en onverrichterzake verlieten tenslotte allen de zaal, de ex - bruid en de ex - bruidegom, de getuigen, de familie, de fotograaf.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1976 | | pagina 1