ONZE KAMMERAAD SIEN VADER
WERKTE OP EEN STANFRIESBOOT
AUKE
STELLING
WERF-
STRAAT
VAAK GINGEN WE ERHEEN
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
Kapitein Doornspleet was de
man, die van die mooie schip
modellen bouwe kon. Och man,
wat waren dat een mooie schip-
kes. Takelblokken zo groot as
een kersepit en nog goed werke
oek. Hoe krije ze 't voormekaar!
Een kaapstander diet goed in 'n
witmarsumer paste en goed
draaie kon. Het want so fien, dat
wij seiden: dat mut vrouw
Doornspleet haakt hewwe, en
zeilen so presies dat je niet snap-
pe konnen hoe 't mogeluk was.
BEWONDERING
Alle houtwerk glimmend inne
lak, het dek stroef, met de
swatte naden tussen de plankjes
so as een echt skip. Trouwes, wij
waren 't niet allienig die met
bewondering sun model bekeken
maar d'r waren veul meensen
diet de kapitein anhielden as 'ie
met sun skipsmodel over de
straat ging. Nou, disse kapitein
had 'n seun - hij had meer
kienders - Hennie diet bij ons
inne klas zat en die met al onze
spuitjes metdeed en die een heel
goeie kameraad war. En wij wa
ren blied met disse vrindskap
omdat we vaak met Hennie naar
de Willemskade gingen as sien
Vader sien skip daar lag. Je kan-
ne je niet voorstede hoeveul din
gen d'r an boord van sun boot te
ontdekken binne. 't Interessant
ste was de stuurhut met 't kom
pas en de telegraaf en nog veul
meer: kaarten en het roer. Behal
ve dat we d'r 's een bitsje koffie
had hewwe doe't de kok de
kaptein sien bakje brengen
kwam, waren we niet so erg
welkom. We mochten oek niet
teveul langs het dek renne of op
de luken klautere of luustere
naar de nogal realistische ge
sprekken van het bootsvolk
waarvan we vaak niet de helft
begrepen, maar waarover we 't
onder mekaar later wel hadden.
As we een tiedsje an boord weest
waren war inne regel 't comman
do: "En nou ops-dem—t-re- 't Is
weer mooi weest" En dan trok
ken we maar weer naar onze
vertrouwde bezigheden terug:
kaatse, verstopperke en lappe, as
we senten hadden.
D'r was oek nog wat anders
wadeur Hennie - op dat punt -
boven ons uutstak. 't Is een bitsje
rare praat, maar 'k mut het toch
maar kwiet, want anders komt er
van dit verhaal niks meer terecht.
Hennie kon namelijk op forse
toon, van onder uut sien rug het
hele A-B-C- ten gehore brenge.
PROBEREN...
Natuurluk probeerden wij het
oek wel es, maar as wij nog
onderweg waren, was Hennie al
over de eindstreep. Nou, toen we
weer 's bij mekaar in 't gras lagen
na een potsje kaatsen kwam het
gesprek op meester Haenen, so
as dat wel vaker gebeurde want
de skool nimt toch een belangrie-
ke plaats in je leven in. En Mees
ter Haenen was niet sun ópen
boek voor ons as Meester Bekius
of Meester Dassen. Met de laat-
sten kon je bij wiese van spreken
lese en schrieve maar Meester
Haenen had min of meer wat se
teugeswodig een pokergezicht
noeme. Je wisten nooit of je een
min of een plus van hem kregen.
Laat mie d'r bij segge dat 't
bovenstaande allienig geldt voor
as je pas bij 'm inne klas kwamen.
Wat later hadden je duvels gauw
inne gaten dat je boften dat je bij
'm inne klas sitte mochten. Ik
hew nooit ontdekke kannen of ie
een pedagoog war. Pedagoog is
volgens 't verklarend woorden
boek der Nederlandsche taal:
een opvoedkundige. Dus een
man of een vrouw die't jongens
en meiskes bijstaat in d'r opgroei
naar volwassenheid om d'r fat
soenlijke meensen van te maken.
Nou, as je dit in anmerking nim-
me dan het Meester Haenen an
de Schranse Jeugd heel wat
goeds metgeven want hij had de
gave om sien eigen weten an de
kienders over te dragen. So as al
seid was het gien echt sonnig
meens maar bij elk woord waar
voor ie sien mon opendeed stak
je wat van 'm op.
Maar ja, dat wisten we nog niet
doe't we daar op het land van
Wiebenga metmekaar in 't gras
lagen te praten over van alles en
nog wat, waarvan de skool wel
een belangriek deel uutmaakte
en waarbij wel uutmaakt wudde
datte we sover inne klas bij Mees
ter Haenen nog maar weinig kans
hadden om te lachen. Je zaten d'r
echt op skool. Meester had echt
de touwtjes in hannen en we
hadden gien enkele kans om ze
een bitsje losser te krijen. Hoofd-
rekenen was hoofdrekenen en je
mochten gien stukje papier op
tafel hewwe. En as je 't niet
wisten bij een beurt, nou dan
keek Meester niet mals. D'r wud
de oek stoef deurwerkt. Maar je
wisten wel waarvoor je op skool
zaten.
INNE KLAS
Opeens zeit d'r één: "Zeg Hen
nie, kanstou 't ABC niet 's hore
late inne klas. 's Kieke wat voor
een gesicht ie set". Ik su d'r maar
niet aan beginne seit 'n ander.
Dat kanne we beter op 't grasveld
houwe. Maar d'r was toch een
snaar anraakt die 't niet dadelijk
uutklonken was. D'r wudde ved-
der over praat en d'r wudden
allerlei fantasiën over uutspon-
nen.
Intussen was Gurbe, de broer van
Harmen, die 't een klas hoger zat,
nieuwskierig wudden, deurdat
wij 't so druk hadden, d'r bij
komen. Doe die hoorde waaro
ver 't ging, zei die: 't is mij wel 's
ontkomen en an sien gesicht te
sien was 'ie d'r niet erg blied met.
En de seun van de bakker Kerst,
die t viool leerde en dus vestand
van Mesiek had kwam echt met
de klompen in 't spul waardeur
de hele teneur uutte saak nomen
wudde: weetst of ie dei al niet
verbei is en dat ie dij antwoordt
met 'n toonladder en accoorden.
En daarmet was de zaak van de
baan waarmet ik blied was,
Achteraf nog blieder omdat as je
de pedagogische balans opmake
over fvat we uutte skool anne
Schrans opstoken hewwe, Mees
ter Haenen met vlag en wimpel
d'r uut te voorschien komt.
Eindhoven J.L. Hidma
Tot de vele punten in onze stad,
waar de weggebruikers de grootste
voorzichtigheid in acht moeten ne
men, behoort ook de hoek Zwitsers-
waltje en Weaze.
Daar is vandaag weer een wielrij
der, die van het Zwitserswaltje
kwam en in de richting van de Paar-
debrug wilde rijden, te water ge
raakt toen hij een fietsrijder, die van
de tegenovergestelden kant kwam,
zou voorbij rijden. Drie mannen
sprongen op een schuit en hielpen
den drenkeling op den wal.
(1925)
Vervolg van pag. 3
Tegenover ons de familie Wee
ning met zoon en dochter. Va
der Weening is naar ik meen
typograaf. Naast Weening
woont het echtpaar Van der
Veen met één dochter. Vader
Van der Veen werkt bij een
houthandel op de Willemskade.
Het gezin Van der Veen verhuist
later ook naar de Willemskade
waar het echtpaar wordt aange
steld als huisbewaarder voor die
houthandel. Gaan we weer een
deur verder dan komen we ten
huize van de politieagent Mink
met zonen Jan en Laurens en
dochter Annie. Een enkele keer
ben ik al met Jan meegeweest om
zijn vader brood te brengen in
het politie-posthuis vooraan in
de Kanaalstraat. Naast Mink de
rechercheur Bonga.
BAKKERTSKIETEN
We wandelen nu weer terug
naar de winkel van Rinsema.
Tijdens het bakkertskieten komt
mijn ijzeren bakkert per ongeluk
tegen de onderkant van de etala-
gelruit waardoor er een ster in
die ruit ontstaat. Mijn vader zal
de ontstane schade met Rinsema
regelen.
Als ik nu over de ter plaatse
gelegen zandbak kijk zien we
daar een rijtje woningen. Op de
hoek woont de familie De Vries.
Mijnheer De Vries wordt in de
buurt wel oneerbiedig de Blikjes
koopman genoemd omdat hij een
indrukwekkende serie medailles
op zijn borst draagt die hij tijdens
zijn militaire dienst verwierf.
Enkele huizen verder woont
het gezin Tartaglia. Vader Tar-
taglia drijft een groentehandel en
wordt daarbij geholpen door zijn
zoon Jan. Jan is in mijn ogen een
handelsgenie. Hij vraagt mij - als
achtjarige - of ik voor hem platen
wil verkopen langs de huizen in
de buurt. Van elke plaat die een
dubbeltje moet kosten zal ik een
cent krijgen. De meeste platen
stellen een spelend kind voor.
Nadat ik vele tientallen wonin
gen heb bezocht zal ik uiteinde
lijk één plaat verkopen op Werk-
manslust.
Tenslotte wil ik nog 2 namen
noemen. In de eerste plaats de
familie De Vries, wonend naast
de groenteboer Zalmstra die ik al
eerder noemde. Zoon Jan en
dochter Sjoeke zijn in de buurt
bekend omdat zij samen zo voor
treffelijk kunnen zingen.
KANARIES
Onze achterburen zijn de Ba-
rendsma's, Vader Barendsma
heeft ergens in de stad een kap
perszaak. Ik noem die familie
omdat Barendsma op de zolder
van zijn woning kanaries
kweekt. Het is al eens gebeurd
dat een kanarie via het dakraam
ontsnapte en bij ons in de tuin
terecht kwam. Of die kanarie nog
gevangen is weet ik niet.
Zo, dit is hetgeen ik mij herin
ner uit mijn prille jeugd die ik
doorbracht in de Auke Stelling
werfstraat. Hopelijk willen ande
ren dit zeer sumiere verslag ver
der aanvullen.
Hengelo-Gld. Chr. van Petersen
Nog maar een paar jaar
geleden hebben we in 't
Kleine Krantsje een ver
haal gehad over twee vol
le pagina's: 'Auke Stel
lingwerfstraat, de gekste
straat van Leeuwarden'
Red. 't KI. Kr.