WACHTTE FOAR DE BRUG DE VOLGENDE MORGEN BIJ DE GEVALLEN BOMMENWERPER T KLEINE KRANTSJE Het volgende nummer (431), dat extra dik wordt, zal een week later verschijnen, dus niet op 16, maar op 23 april Leewadden hèt aardig wat brug gen. Meskyn wel niet sofeul meer as héél froeger, mar gyneen kan sêge dat dit un leugen is. In önz' jongestyd beleefden wij krekt, dat er heel wat fan disse bruggen onderhannen nomen binne en behoarluk ferbeterd. De "nije" bruggen waren, fonnen wij doe, pronkstukjes fan archi tectuur. Denk mar us an 'e Oas- terbrug, dy't elektries maakt wudde, de Frouwenpoartsbrug, de Noarderbrug en selfs de Kype- loop. Oek dy kreeg un moaie opknapbeurt, ja, wudde fan de ene dag oppe andere deur un wat bredere fefongen. Ja, Leeuwadden hèt niet allenig un soad bruggen, mar oek un stel knappe bruggen. Binne we dat oek eens? Mar, in ónze jongestyd waren ze soms oek wel us lastig, want ut skipfaartfekeer was nog druk en oek kynders musten doedestyds wel us ergens stipt op tyd fesky- ne. Denk mar an 'e skoal, nou? En so kan ik nou nog un earluk ferhaaltsje fetelle over de brug gen fan Leewadden. Ut was 1929 en ik gong op 'e Keizersgrachtskoal, waar ik in 'e achtste klas bij meester (H. IJ.) de Jong sat. Op un moaie Saterdag morgen gong ik op weg, normaal op tyd fan huus: de Swatteweg af naar de stad toe en dan su ik de Rijksbrug over. Mar dat was: Ho! Gouma, dy de ouwe Dorenbosch krek in disse tyd opfolgd was, had 'm net foor un groat sukers- kip fan Dinteloord afdraaid, dat in 'e bocht bij Pakhuus Rusland moeite hadde om der deur te kommen. En om anfaring te foar- kommen had dy mar gau syn hele saakje openset. Tja, daar sat, of beter, ston ik! Natuurluk was myn eerste blik op 'e Kypeloop richt. Mar dy ston oek krekt open om un skip fan 'e Dokkumer kant de stad in te laten. Kort besluut: De Oastersingel afdrave en soa naar de Flytsterbrug. Daar was nog un kaans. Drave dus! Mar ja, sal je altiten sien: Krekt doe't ik op ut laaste rechte stuk foar de Weerklank langs holde, gong oek de Flietster ophaalbrug omhoog! En de andere brug fan de dry daar, dy foar drukkerij Eisma, had oek al de palen dicht. Dat wurde wachten. Ut duurde nogal even, mar doe't de brug dan toch eindeluk delklapte - klos, klos, gauw der over en fedder. Naar de Elektrie- se (Oaster-)brug. Mar - ut ferhaal wudt eentoanig, lezer - halver wege sag ik oek de flap van disse brug omhoogsuzen. Twee tjalken musten der nog even deur! Dus weer: wachte. Duudluk hoarde ik meester Fokkema syn fluitsje de kynders fan de Keizersgracht af de skoal inroepen. En daar ston ik met myn goeie gedrag en un rooie kop te blazen Nou, ik kwam met al myn ge draaf goed fijf menuten te laat. De skoaldeur was dicht; anbelle dus. Un meiske uut meester Fok kema syn klas dee open, gelukkig niet de baas seis, en behoarluk felegen gong ik myn klas in. Wat streng foar syn doen sei Meester De Jong: "Wat nou, jong?" Ik glimlachte wat felegen en verontskuldige mij met: "Ja, meester, ik bin te laat, mar - eerluk - ik must foar dry bruggen wachte. Ydereen lachte en ik skoat mar gau, sonder straf, op myn plak. Westerbork L. Monderman Betreft uw publicaties omtrent het neerstorten van een Lancas ter bommenwerper op 16 decem ber 1943, in de buurt van Barra- hüs. Op de bewuste avond zat ik als zestienjarige scholier van de ULO aan de Huizumerlaan op mijn slaapkamer huiswerk te ma ken. We woonden toen op het adres Heringastraat 21, een zij straat van de Sportlaan. De hele avond hoorde ik al het massaal overtrekken van bom menwerpers, met hun typisch niet-gesynchroniseerde motor geluid. BOORDGESCHUT Plotseling hoorde ik het geratel van boordgeschut. Ik ging vlug naar buiten. Uit de richting van de Groningerstraatweg zag ik iets, wat het best te vergelijken valt met een vliegende ster. Al gauw kreeg ik door dat het om een brandend vliegtuig ging. Ik riep mijn vader naar buiten. Ter wijl de brand in het vliegtuig duidelijk heviger werd, vloog het in een baan van oost naar zuid west over de stad. Toen het toestel ongeveer over het Huizumer Nieuwland vloog, werd de brand plotseling veel feller. Even later zagen we het toestel in een angstaanjagende dwarrelvlucht neerstorten. Een vleugel van het vliegtuig raakte los. Een enorme explosie deed ons in paniek het huis in vluch ten. BROKSTUKKEN De volgende morgen gingen mijn schoolvriend Jan Tolsma en ik, voor schooltijd, op de fiets in de richting, waar wij de crashplaats vermoedden. Ter hoogte van Barrahüs, in het nieuwland rechts van de weg zagen wij brokstukken in het land. Via een zwart macadamweggetje kwa men wij ter hoogte van de wrak stukken. Het had die nacht licht gevroren, zodat we glijdend over het dunne ijs van de sloten in de buurt van het wrak kwamen. Overal lagen brokstukken, we passeerden een enorme bomkra- ter, tot we plotseling tot onze ontsteltenis voor de lijken van 'een drietal vliegers stonden. Op vallend was, dat ze alle drie precies langs de slootkant lagen, net of een reus ze daar had neergelegd. Ik had nog nooit een overleden mens gezien; het schouwspel maakte op mij een onwezenlijke indruk. Zo op het eerste oog waren de lijken niet verminkt. Door de vorst was hun gelaatskleur chocoladebruin. Al le drie lagen ze op hun rug. Door de klap van het neerkomen be vond zich onder hun lichamen een ondiepe kuil. Ze waren blootsvoets, mijn vriend en ik veronderstelden dat de Duitsers de vliegerlaarzen wel gepikt zou den hebben. Op één man na droegen ze een blauw-grijs batt- ledress van de RAF. De kennelijk wat oudere vlieger droeg een soort windjack. Hij had rossig haar en had een trouw- of verlo vingsring om. De andere twee waren kennelijk zeer jong. Wat mij nog is bijgebleven is, dat hun uniformbroeken precies op de naden waren opengesprongen. AFSCHUWELIJK DETAIL Omdat in de verte Duitse solda ten naderden gingen we snel naar het grootste brokstuk; kennelijk een deel van de romp. Hier lag een vlieger, ook weer op zijn rug, met de niet geheel ontvouwde parachute achter zich. Met zijn linkerhand hield hij een houten handgreep omklemd, die met een stalen draad aan zijn parachute- harnas was bevestigd. Ook deze man was ogenschijnlijk niet ver minkt. Dat hij inwendig zwaar gewond was bleek uit het feit dat een van zijn armen in een onna tuurlijke ronde buiging half on der zijn lichaam lag. Een afschu welijk detail vormde zijn ge opende mond, de tanden en kie zen lagen er als losse kiezelsteen tjes in. MITRAILLEURBANDEN De Duitse soldaten waren inmid dels dichterbij gekomen en ver joegen ons. We verlieten het terrein, terwijl we aandachtig om ons heen keken. Hier en daar waren kuilen, gedeeltelijk gevuld met benzine. Mitrailleurbanden lagen her en der verspreid. Van brand in de wrakstukken was toen, om acht uur geen sprake. Verder kan ik mij nog herinneren dat in het Leeuwarder Nieuws blad het neergeschoten toestel als een Short Stirling werd ver meld. Zie hier de gebeurtenissen, die op de vroege morgen van de 17e december 1943 een onuitwisbare Vervolg op pag. 9 voor Leeuwarden en de wij de wereld er omheen Een uitgave van Fenno Schoustra's Publiciteits- kantoor. Verschijnt eenmaal in de veertien dagen. Abonnementenadministra tie: Postbus 858, 8901 BR Leeuwarden. Abonnementsgelden Post giro: 98 10 62. Redactie en advertentie-af deling: Vredeman de Vries- straat 18921 BP Leeuwar den. Telefoon (058) 120302 Geopend:van dinsdag tot en met donderdag, uit sluitend 's morgens van 9 tot 12 uur. 's Middags en van vrijdag tot en met maandag ge sloten. Abonnementsprijs: voor Nederland 27,50 per jaar; voor het buitenland: 50,- per jaar. Losse nummers afgehaald 1,75 per stuk. Per giro be steld (Postgiro 98 10 62): 2,75 voor 1 ex., 4,75 voor 2 ex., 6,25 voor 3 ex. Het lidmaatschap van't Kleine Krantsje staat alleen open voor lezers, die zich door hun aanmelding ak koord verklaren met de hier navolgende 'leveringsvoor waarden': Het abonnementsgeld moet vooruit worden betaald. Op de 1e februari dient het abonnementsgeld voor het dan lopende jaar te zijn betaald. Geschenk-abonnementen en abonnementen van le zers in het buitenland moeten op de 15e decem ber van het voorafgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet telefo nisch of schriftelijk, maar per giro-overschrijving als abonnee aanmelden, wor den verzocht op het giro strookje te vermelden: Nieuwe abonnee. Wie het abonnementsgeld voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen worden doorge geven. Abonnementen, die niet schriftelijk voor 1 december zijn opgezegd, worden au tomatisch verlengd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1983 | | pagina 3