fflhellema
'T KLEINE KRAKTSJE
M/c-mnien
i n- de f i e n
AVWYZ /23<4S/Z®/Q
CGÖQXSH»
ABC&EFCH5 HIS1H
OFGBSTHVWXYE.
FREBFMKA FABER
SCHOOL 3A
LEEÖ WAlfc»£ï3
Makelaars en
Taxateurs
voor geheel
Friesland
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 4
MERKLAP
In de vierde klas van de lagere
school heb ik een merklap ge
maakt, waarvan ik hierbij een
foto stuur. Ik werd in 1929,
toen dat gebeurde, tien jaar.
Zijn er nog vroegere klasgeno
ten, die zo'n merklap ook nog
bezitten?
Hoorn
Mevr. F. Spoelder-Faber
WILLEM ZONDERLAND
In 't Kleine Krantsje nummer
526 van december wordt in de
rubriek „Wie heeft ze nog ge
kend?" Willem Zonderland nog
eens in herinnering gebracht.
Of ik hem gekend heb?
Na 1945 was hij jarenlang mijn
pianoleraar en hij heeft mij
zelfs opgeleid tot ik met succes
het Staatsexamen voor piano
kon afleggen. Daarvoor moest
je toen nog naar Den Haag.
Ondanks het feit dat hij vaak
wat stug op mensen overkwam,
zijn velen hem veel verschul
digd, ook in persoonlijk opzicht.
Waaronder ondergetekende.
Zonderland was een harde
werker, en hij was daarnaast
ook bijzonder goed op de
hoogte (en „bij de tijd") waar
het aangelegenheden betrof als
muziekgeschiedenis - theorie,
en de stand van zaken t.a.v. de
toenmalige actuele muziekprak-
tijk. Kortom: een all-round vak
man. Tenslotte nog een paar
kleine correcties.
Het Stedelijk Symphonie Orkest
heette zo niet, maar Sympho
nie Orkest Leeuwarden
(S.O.L.). En Zonderland over
leed natuurlijk niet in 1884, zo
als abusievelijk vermeld (en
ook niet in 1984) maar in april
1974. Uit een soort piëteitsge-
voel bewaarde ik de overlijdens
advertentie, zodat ik het direct
kon naslaan.
Oosterwolde H. Kuurstra
OUD PANWERK
Hartelijk dank voor het plaatsen
van de foto van het Oud Pan-
werk in het decembernummer
van 't Kleine Krantsje. Daar
was ik erg blij mee. Zouden er
nog lezers of lezeressen zijn,
die foto's of tekeningen van het
Oud Panwerk hebben? Hier
naar ben ik erg benieuwd.
Dan is het zo, dat niet alleen
mijn pake Wopke Bergsma hier
heeft gewoond. Ook de andere
huisjes zijn bewoond geweest.
Zijn er onder de lezers of leze
ressen van 't Kleine Krantsje
mensen, die er misschien zelf
gewoond hebben of die er fa
milie hebben gehad? Vaak gaat
het over Wopke Bergsma,
maar ik ben erg benieuwd of er
nog andere namen naar voren
komen. Dat zou interessant zijn
voor de historie van 't Oud
Panwerk. Laten zij iets van zich
horen en stukjes plaatsen in uw
gezellige familiekrantsje.
Nijmegen Martin Bergsma
BIJ DE MERCURIUSFONTEIN
Als ik zo eens door de stad
dwaal, valt het me op, dat veel
ouwe Leeuwarders niet meer
op hun oude stekje staan te
praten. Bekijk ik het goed, dan
verplaatsen zij zich meer naar
een nieuw punt en dat is achter
V. en D. aan het Ruiterskwar-
tier. De laatste tijd kun je ze
hier vinden, de mannen, in
groepjes, druk pratend over de
veranderingen, die zich rond de
Mercuriusfontein voltrekken.
Sommigen staan tegen de af
rastering aan en koekeloeren
door de spleetjes van het gaas
om de andere omstanders van
commentaar te voorzien. Net
alsof ze in Artis zijn. Er is ge
noeg gespreksstof op dit mo
ment en ik denk nog wel voor
maanden.
Waren het eerst de vertrouwde
gezichten van weleer, die je er
ontwaarde, je ziet nu ook onbe
kenden zich bij de groepjes
scharen. Prachtig.
Als het er daar aanstonds klaar
is zie ik het Ruiterskwartier als
een gezellige winkelstraat. Er
zijn steeds meer winkels, die
van de Nieuwestad hun pand
naar hier doortrekken, wat be
tekent, dat je er vanaf het Rui
terskwartier ook kunt binnenko
men. De markt op het
Wilhelminaplein geeft nog een
extra bekoring aan dit alles.
Toen ik er onlangs weer even
kwam duurde dat niet lang. Al
van verre hoorde ik de heima
chines stampen. Er stonden
veel groepjes, dicht op elkaar,
als was het dik in de winter.
Sommigen schreeuwden hun
kelen schor om boven het la
waai uit te komen. "Ik gaan
hier weg", hoorde ik enkelen
zeggen, "je kanne hier wel gek
wudde!"
"Dit is nog niks", zei een an
der, "de must es sien wat er bij
de Ouwe Veemerk de grond in
gaat".
Als dit werk bij de Mercurius
fontein klaar is zullen de groep
jes nieuwsgierigen wel weer
verhuizen naar een ander punt
in de stad met bedrijvigheid,
die dan weer de aandacht
vraagt. Zo gaat het in een stad,
die leeft en waar wordt ge
werkt.
Leeuwarden Rlnze v.d. Heide
DOVE JELLE HUISINGA
Was "Poepetsje Smeding" over
wie ik een vorige maal schreef,
een aparte figuur, ook een rare
snuiter, maar dan op een heel
andere manier, was de heer
Huisinga, die op het hoekje van
de Nieuwestad en de Sint Ja
cobsstraat woonde. Door ons
jongens werd hij niet anders
dan als "Dove Jelle" aange
duid.
In de Sint Jacobsstraat had hij
twee grote etalageramen en
daar waren de potten en pan
nen en bakjes uitgestald, plus
de nodige vazen en bekers en
al het mogelijke andere steen
goed. Op ooghoogte was in
deze twee etalages een draad
gespannen en daar hingen an
sichtkaarten aan. Twee daar
van zijn mij bijgebleven. Op de
een lag in een duinpan een
paartje te vrijen en bovenop het
duin stond een jongetje dat
naar beneden plaste. Op de
tweede, die betrekking had op
de boerenoorlog zag men een
Afrikaanse boer, die de Engel
se koningin Victoria over de
knie had en haar een pak slaag
toediende. Onderaan de kaart
stond "De slag aan de modder-
rivier".
Het vreemde van Dove Jelle
Huisinga was, dat hij hoewel hij
dus een winkel had, vaak niet
wenste te verkopen. Als ie
mand vroeg: "Wat kost dit?",
dan kon hij antwoorden: "Dat
kanne jou niet betale!"
Hij verkocht ook postzegels en
briefkaarten, maar het gebeur
de vaak dat als er iemand om
postzegels kwam en even later
iemand om steengoed te ko
pen, hij de postzegelverkoper
eenvoudig liet staan met de op
merking: "Aan deze klant kan
ik meer verdiene, gaan jou
maar naar 't postkantoor". Op
een keer vroeg mijn vader mij
om een papier op zegel bij
Huisinga te halen. Deze wer
den geloof ik gebruikt voor
huurkontrakten e.d. Was de
prijs vijfenzeventig cent, dan
zou ik er twee meebrengen. Op
dat moment was als vrindje bij
mij Meindert Hielkema, van de
Kelders en wij beiden dus op
weg naar "Dove Jelle".
Achter in de winkel was een
keldertje en daar was blijkbaar
de heer Huisinga, die ons niet
gehoord had, zodat wij een tijd
je alleen in de winkel stonden.
Aangezien ons dit te lang duur
de riepen we heel hard "Vol
luk". Daar stoof de heer Huisin
ga uit z'n keldertje en omdat hij
zeer wantrouwend was, was dit
alleen zijn van twee kwajon
gens in zijn winkel hem natuur
lijk een doorn in het oog. Hij
vroeg wie wij waren en nadat
wij onze namen hadden opge
geven, scheen hem dat gerust
testellen.
Ik vroeg of hij een papier op
zegel had van vijfenzeventig
cent. Toen hij dit beaamde, zei
ik: "Dan mut ik maar twee hew-
we". "Zeg dat nóg eens" zei
Huisinga. Daar ik meende dat
hij het niet goed verstaan had,
zei ik dus heel hard: "Dan mut
ik maar twee hewwe". Waarop
de heer Huisinga zei: "Mutte-
Mutte. Mutte is dwang en
dwang is een bevel en ik bin
baas in mien eigen huus en
noud'ruut!"
Wij als hazen naar de deur, die
Meindert met een klap open-
smeet. Ik weet niet of de deur
ergens tegenaan kwam, maar
wij renden het Naauw door, de
Hoogstraat in en bleven op het
hoekje bij slager van Wicheren
staan - van die plaats af kon
den we onze voordeur in de
gaten houden.
En jawel, daar kwam Huisinga
aan om bij ons bovenhuis aan
te bellen. Maar hij trof het niet,
KI
M*k*laardij alnda 1898
want mijn grootmoeder kwam
naar beneden en die had de
zelfde kwaal als Huisinga - ook
zij was behoorlijk doof. Ze ston
den nu tegen elkaar te
schreeuwen, wat geen enkel
resultaat opleverde. Mopperend
keerde "Dove Jelle" tenslotte
weer naar zijn winkel terug.
Hunteburg L. Looienga
MENEER VAN DIJK
Myn frijdagmiddag is altiten
goéd as ut K.K. der weer is!
Elke keer fine je wel wat dat je
sêgen doét: "Ferhip, ja, soa
was ut!" En elke keer staat der
wel een bekende naam in, dy't
een herinnering oproept.
Soa ston daar de laaste keer
inne rubriek "Joods Leven
1930-1945" inenen de kleine
Meneer Van Dijk weer foar my,
de Direkteur fan 'e Leeszaal.
(Vervolg op pag. 15)
De oude Sint Jacobsstraat met links de winkel van Dove Jelle
Huisinga.