'T KLEINE KRANTSJE WIJ WOANDEN OP WERKMANSLUST Verdienstelijke Leeuwarders SIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM MET MIJN VADER. VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 11 We woanden op Werkmanslust en an die kant houde de stad oek op. 't Laatste was de bü- tenbuurt, su't we dan seiden, met sien haagjes en 't sloatsje, der't we winters op riede kon- nen om oppe Bonke te kom men. Winters ja, dan kwam soms De Groot met sien bak foor oppe fiets de buurt langs met sien roep: ,,'k Heb warme oliedrols, zeven een dubbeltje, achttien een kwartsje" - dat waren dus oliebollen - of de man met een kisje bokkus op 't hoofd. Droge Lemster bokkus. Hatstikke lek ker, Moeke lustte se oek graag, maar Pa sat met argusogen te kieken. „Pas op, allemaal smoorbonken," sei die dan. Dat was inne jaren, dat er foar de eerste keer een kienderfer- haaltsje met plaatsjes in ut Leeuwarder Nieuwsblad, 't Suf- fetsje, kwam. Nou hiette dat strips, mar toen hiette dat 'Bet- je met haar pop in Sprookjes land'. Weet jim ut nog? Savens stonnen ju naar de krant uut te kieken om te sien hoe 't vedder gong. Een skoftsje later hadden je het krantsje fanne olieman, dat was de Automaat, met son fer- haaltsje van een negerjonkje en an't end ston dan altied: „Hoe't verder pijpjedrop ver gaat, staat in de volgende Au tomaat". Nee, we wudden niet ferwend in die tieden, maar toch, wat foêlden we ons frij en oek blied vaak. Soms gongen we anne diek in 't gras leggen met een stukje papier en een stompke potload om autonummers op te skrie- ven. As we dan op son mid- dagskoftsje een stuk of tien op papier hadden, dan was 't al druk weest. En as der es één bij was met bevoobeeld de let ter E, nou, dan kwam die toch een verrekt end weg, jonges, helemaal uut Overiesel, want Groningen had een A nummer, wij hier een B, ja, son vreemde auto sagen je lang achterna, 't Was inne twintiger jaren en nog goéd rustig oppe diek, die't toen nog Zwarteweg hiette met Swattewegsend bij Tietjerk, met het Café van Bunt mette speul- tuun en 't Bos van lepé, sut wij dan seiden. As we daar somerdag es een keer met Pa en Moeke kwa men, wij achter oppe fiets, dan waren je toch al een kletter van huusjong! Sloatsjesspringe in't foarjaar mette pols bij de diek langs, weet hoe faak derin mietere en dan gauw weer naar huus en foar de deur staan te krimme- neren met drek inne klompen en eendekroas inne oren. Mar je hadden son ruumte en son frijheid en der waren sofeul sloatsjes en visjes en salleman- ders. Stiekelbeeskes waren kuutskietes, de mantsjes road- busjes. En dér wudde op vist! Anne Lekkumerdiek saten soms wel es twintig van die knaapkes op een rij en der wudde songen fan: „Visje, vis je, biet - mien ome hiet tante Griet, mien tante hiet ome Jan, visje, visje, biet er an!" De hengel was een boomtak je. ut snoer een endsje swat geren fan Moeke, de dobber un licifesprikje - un wurremke er an biene en 't was klaar! De visjes hongen er soms met sien tweeën an. We he se wel fe- kocht inne buurt. Twee kuut skietes foor een cent ut stuk. Pandoer waren se een dag la ter doad, mar.de centen wa ren binnen! Jetze PIETERP.DE JONG Was twintig jaar gemeentese cretaris, van 1957 tot zijn ge- pensionering in 1977. Kwam in 1931, negentien jaar oud, als schrijver in dienst van de ge meente Arnhem. Doorliep alle administratieve rangen tot in 1946 zijn benoeming volgde tot hoofdambtenaar. In september '47 kwam hij als Hoofd van de Afdelingen Financiën en Belas tingen in dienst van de ge meente Leeuwarden en be kleedde van 1948 af de functie van Administrateur. Maakte zich in een lange reeks van ja ren voor tal van stichtingen en organisaties zeer verdienstelijk. Hij was o.a. voorzitter van de Nieuwe Leeuwarder Jachtha ven, penningmeester van de Stichting Leeuwarder Industrie gebouwen, was voorzitter van de Stichting Serviceflat Aldlan- state, was penningmeester van de Streekschool Beroepsbege leidend onderwijs en bestuurs lid van het Regionaal Orgaan Leerlingenwezen. Ook was hij enkele jaren plaatsvervangend agent van de Nederlandse Bank, hij zat in het bestuur van de Stichting Indoor Concours Hippique, maakte een kwart eeuw deel uit van het bestuur van het Parkherstellingsoord en was voorzitter van het bestuur van de Stichting Buitenschool. Verder was hij voorzitter van de Stichting Het Leeuwarder Sküt- sje en bestuurslid van de Streekschool. Werd in 1969 be noemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en in 1977 bij bevordering tot Officier in de HENNYLEYENAAR Ex Chef Interne Controle van het Telefoondistrict. Maakte zich zeer verdienstelijk voor de voetbalsport; vooral voor Rood Geel. Hij was bestuurslid van deze vereniging van 1951 tot 1981 en bekleedde achttien jaar het secretariaat. Maakt nog steeds deel uit van de redactie van het cluborgaan en was me desamensteller van de Ge denkboeken voor het dertig-, veertig- en zestigjarig bestaan. In 1971 werd hij tot Erelid van Rood Geeld benoemd. In 1975 kreeg hij van de Ko ninklijke Nederlandse Voetbal Bond de Gouden Waarderings- speld, na meer dan tien jaar deel te hebben uitgemaakt van het Districtsbestuur van de K.N.V.B. Zes jaar later volgde Orde van Oranje Nassau. Ook is hij drager van de Erepenning van de gemeente Leeuwarden. zijn benoeming tot Lid van Ver dienste van de Afdeling Fries land van de K.N.V.B. Al langer dan dertig jaar maakt hij deel uit van het Noordelijke Districtsbestuur van de L.B.A., de Landelijke Bond van Ama teurverenigingen. Na een be stuurslidmaatschap van een kwart eeuw werd hij door de L.B.A. onderscheiden met de Zilveren Speld. Voorts is hij nog penningmees ter van het S.M.A., het Sport Medisch Advies Bureau en, van de oprichting in 1979 af, secre taris van de E.R.F., dat is de Vereniging van Eigenaren van Recreatieverblijven in Fries land, die o.a. streeft naar het behoud van ligplaatsen van woonarken in ons gewest. DAVID EISMA Directeur-eigenaar van het Au tospuitbedrijf D. Eisma te Leeu warden. Werd bij het vijfenzes tigjarig bestaan van deze zaak in december 1977 onderschei den met de eremedaille, ver bonden aan de Orde van Oran je Nassau. KLAAS VAN DER VALK Makelaar; werd in 1983 be noemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau wegens zijn verdiensten voor de makelaar dij, zowel landelijk als provinci aal en plaatselijk. Deed voorts nuttig werk voor de Testcom missie van de Kamer van Koophandel en maakte zich verdienstelijk voor kerkelijk vrij willigerswerk. De uitgeverij J. Sleding te Amsterdam bracht in de vijftiger jaren deze prentbriefkaart van de Bleeklaan op de markt, toen de bekende rijwielhandel van K. de Jong hier nog gevestigd was. Het lijkt er veel op, dat het gemotoriseerde verkeer in die tijd, dik dertig jaar geleden, nog niet veel te betekenen had: vrijwel de gehele rijbaan is vrij van auto's. De kaart is in 1951 verzonden door een Tine, die haar familie kwam melden, dat Tante Geesje in het ziekenhuis in Heerenveen aan de galblaasm^mm^m^mmmm^mrnLinehaarbeminden. £1£ Ter herinnering aan mijn Va der Vader, eens leerde gij mij vis sen aan de mooie waterkant ik was zo jong, kon amper lo pen daarom gingen wij hand in hand 'k Weet het nog goed, 't was op een avond aan de vlakke stille Vliet dat ik daar het net met vissen in het water vallen liet Ik kon het echt niet helpen, Va der dat het zo gebeuren ging 't Was voor mij een leer voor later nooit weer met zo'n leefnet- ding Ik vis nog vaak en denk aan vroeger aan die lang vervlogen tijd aan die vele mooie uren op het Vliet en aan het Wijd Ik denk aan U nog vele nach ten als ik aan het water sta van de vieze, drukke grachten ach, die mooie tijd, ja, ja.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1988 | | pagina 11