in alle prijsklassen
BEKENDE LEEUWARDERS VAN
ANDERHALVE EEUW TERUG
'T KLEINE KRANTSJE
midden in de peperstraat 9
bilgaardpassage 56
LEEUWARDEN
WOPKE EEKHOFF SCHREEF HET OP
FOTO
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 6
Camera 's
bleeker
Beschrijving tot nog toe ontbro
ken heeft".
ledereen in Leeuwarden, die
maar iets te betekenen had of
meende iets te betekenen,
schreef op het boek in en om
dat Wopke Eekhoff zo attent is
geweest aan zijn boek een
'Naamlijst der Inteekenaren' te
verbinden weten we nog pre
cies, wie dat zijn geweest.
Terwijl de inhoud van het boek,
zoals de bewonderaar dat in
heel veel woorden ai zei, bui
tengewoon interessant is, is die
naamlijst dat ook: zij vertelt ons
immers veel van de bevolking
van Leeuwarden van het mid
den van de vorige eeuw, al
thans van dat deel van de be
volking, dat koopkrachtig
genoeg was om zich dit bijzon
dere werk aan te schaffen.
De lijst bevat tal van namen,
die nog lang in Leeuwarden
een bekende klank hebben ge
had, maar ook namen, die ons
nu niets meer zeggen - met de
dragers ervan zijn ze al heel
lang geleden in het vergeet
boekgeraakt.
Opvallend is het grote aantal
'dubbele namen'; die ten dele
in de richting van een adellijke
of half-adellijke afkomst wijzen:
Hora Adema, Beucker An-
dreae, Koopmans Brouwer en
Koopmans Smeding, Manger
Cats, Van Harinxma thoe Sloo-
ten, De Haan Hettema, Wielin-
ga Huber, Van Andringa de
Kempenaer, Van Weideren
Rengers, Juckama van Burma-
nia, Bloembergen Santée, De
Kempenaer van Poppenhuizen,
Bourboom van Sloterdijck, van
Haersma van Sminia, Speel
man Wobma, Vegelin van
Claerbergen ('Op den huize
Mariënburg Achter de Hoven'),
Sleeswijk Vening en De Tour
van Bellinchave. Op een enkele
uitzondering na zeggen die in
drukwekkende namen ons heel
weinig meer - de nazaten van
deze edele heren zijn de wijde
wereld ingegaan en wonen nu
niet meer in Leeuwarden.
Omdat Wopke Eekhoff niet al
leen de namen, maar ook de
beroepen vermeldde, kunnen
we ons er nu over verbazen,
dat er in de toch nog kleine
stad van toen nog zoveel apo
thekers waren. We komen, bij
het turven, op een totaal van
negen en dat vinden we nogal
wat, zeker, wanneer we ervan
uitgaan, dat het wel toevallig
zou zijn, dat alle Leeuwarder
apothekers op het boek inte
kenden.
Wie dat- waren, die- negen?
Wel, Swalua Asman, Metz,
Bloembergen, Brouwer, Bruin-
sma, Haverschmidt, Kuipers,
Risselada en Van Tuinen.
Ook het aantal van acht boek
handelaren, die intekenden
(Burggraaff, Van Gelder, J. en
U. Proost, Schierbeek, Zeehui-
sen, Schetsberg en Suringar)
was erg hoog wanneer we be
denken, dat er nu in het veel
en veel grotere Leeuwarden
niet eens meer acht (zelfstandi
ge) boekhandelaren zijn.
Natuurlijk waren er ook advoca
ten, die intekenden (Dirks, Dor-
hout, Feyens, Wiersma en Mul
ler) en notarissen (Albarda,
Kutsch en Semler) en wijnko
pers (Menalda, Haverschmidt
en Rodenburg Pater) en goud
en zilversmeden: Adema,
Feenstraen Attema.
ARTSEN
Ook artsen ('Medisch Docto
ren') wilden het boek in de kast
hebben, zoals Simon, Sprée,
Van Dun, Proes, Ledder en
Baart de la Faille en olieslagers
(Dijkstra en Van der Meulen),
predikanten (Gunning, Silver-
gieter Hoogstad, Crommelin,
Van Harencarspel, Hulshoff en
Chantepie de la Saussaije), po-
licie-bedienden (Voet, Waringa,
De Graaf, Hunting en Voorst),
kassiers (Bloembergen, Brou
wer en Gratama) en zelfs koffij-
huis- en logementhouders, zo
als Buwalda, Jorna, Schanstra,
Knierim en Wilkeshuis.
Leesgraag toonden zich even
eens de kooplieden, van wie er
velen op het boek intekenden:
Murray Bakker, Van Assen,
Nauta Andreae, Borgrink, Bo-
scher, Ypes, Loijenga, Marcus,
Postma, Rozée, Gorter, Mein-
dersma, Compaan, Dirks, Eel-
kema, Plantenga, Van der
Werf, Hamstra, Van Kammen
enWijbrandi.
Andere 'bekende Leeuwarder
namen' die we voorts op de lijst
aantreffen? K. J. van den Bos,
koopman in aardewerk op het
niet mindere nauwkeurigheid,
met oordeel, onpartijdigheid en
zuivere liefde om alleen de
waarheid, in alles, te schrijven"
en tenslotte, "dat zij volkomen
geschikt is, om, aan de In-
woonderen dezer Stad niet al
leen, maar ook aan het ge-
heele Vaderland, Frieslands
hoofdstad, en hare Stichters en
Opbouwers, te doen kennen,
zoo als zij verdienen gekend te
worden, en dat daarom de
opentlijke uitgave van dezelve
zal voorzien in eene onmisken
baar bestaande behoefte, voor
allen, die de Geschiedenis van
Nederland in het algemeen en
die van Friesland in het bijzon
der, beoefenen, of zelfs maar
eenigermate te weten verlan
gen, en dien het aan zulk een
Zuidvliet, C. M. Castelein,
Commissaris van het Docku-
mer Trekveer, Johannes Eijge-
laar, Besteller van het Harlinger
Veer, T. W. Feenstra, grutter,
J. Hilarius, boekbinder, T. A.
Keikes, graveur, Dr. J. G. Otte-
ma, Praeceptor aan het Stede
lijk Gymnasium, Jacobus Plet,
spiegel- en meubelmaker, Adri-
anus Posthumus, eigenaar van
den Schouwburg, S. Wigersma,
hoeden- en pettenfabrijkant uit
het Naauw en diens naamge
noot en buurman T. Wigersma,
de koek- en banketbakker, G.
van der Wielen, de oud stads
architect, Dirk Zeper, de zeep
zieder en Mr. A. Ypeij, officier
bij de Arrondissements Recht
bank.
Tenslotte waren er ook ver
schillende leesgezelschappen
als de kippen bij om het be
geerde boek te bestellen, want
ook die floreerden nog in die
tijd, zoals het Leesgezelschap
Concordia, het Leesgezelschap
De Herstelling en het Leesge
zelschap met de fraaie naam
De Verdraagzaamheid.
Het werd een machtig werk,
waarvan een bewonderaar zei,
"dat het verre overtreft alle Be
schrijvingen en Verhalen, deze
Stad betreffende, welke tot nog
toe in het licht verschenen, dat
dezelve is opgemaakt met een-
en, inderdaad bewonderens-
waardigen vlijt en ijver, en met
Anderhalve eeuw geleden was
stadsarchivaris Wopke Eekhoff
druk doende met het samen
stellen van zijn "Geschiedkun
dige Beschrijving van Leeuwar
den, vermeldende den oor
sprong, den aanwas en de
uitbreiding van deze stad en
van hare openbare gebouwen,
gestichten, inrigtingen enz. van
den vroegsten tijd tot den jare
1846".
De goede man interpreteerde
deze waarschuwing geheel op
z'n eigen manier en hij zorgde
er dus voor, dat hij met het
aantal pikketanusjes nu eens
niet in de dubbele cijfers kwam.
Bovendien nam hij, voor alle
zekerheid, ter afronding er nog
een lekker biefstukje op toe.
En zo presenteerde hij zich op
de vroege morgen van de vol
gende dag in het ziekenhuis:
„Zo nuchter als 't maar kan,
zuster, op m'n erewoord!"
Zekere stadgenoot X, een fer
vent verbruiker van Schiedam-
se vochten, moest een dezer
dagen een maag- en leveron
derzoek ondergaan. Er werd
hem té verstaan gegeven, dat
hij op de vooravond 'nuchter'
diende te blijven.