BEERENBORG BAKT BESLIST BETER BROOD TKLEIHE KEANTSJE VIJFTIEN JAAR JOODS LEVEN IN LEEUWARDEN 1930 -1945 VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 7 Bekende joodse bakkers zijn er in deze dertiger jaren in Leeu warden natuurlijk ook. Op het adres Bij de Put 11 woont het gezin van de in 1898 in Polen geboren Chiel Meier Lubinski, die met de in Duitsland gebo ren Selma Simons (1896) is getrouwd. Het echtpaar heeft twee kinderen, twee meisjes, Erna, geboren in 1930 en Gus- ta, geboren in 1934. Op de laatste dag van mei 1935 ver- lllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Twee Joodse vrouwen ontmoe ten elkaar in een tearoom. "Hoe gaat het met je dochter?" vraagt de een. "O, heel goed" zegt de ander, "zij heeft een heel goed huwe lijksleven. Elke morgen brengt haar man haar het ontbijt op bed, hij koopt juwelen en bont mantels voor haar en hij neemt haar mee op vakantie naar de Middellandse Zee. 'Waf fijn voor u - en hoe gaat het met uw zoon?" "Die heeft het slecht getroffen. Elke morgen moet hij zijn vrouw het ontbijt op bed bren gen, hij moet juwelen en bont mantels voor haar kopen en hij moet haar meenemen op va kantie naar de Middellandse Zee". iiiiiiiliiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiii Mevrouw Selma Lubinski-Simons met haar beide dochten,es Gus- ta en Erna. huist het bakkersgezin Lubinski naar de Nieuweburen, waar het, op nummer 133, voortaan zijn bakkerswaren verkoopt. In tussen heeft Chiel Lubinski zich laten naturaliseren; hij is nu geen Pool meer, maar Neder lander. Een paar dagen na het vertrek van de Lubinski's van Bij de Put naar de Nieuweburen trekt de joodse bakker Elie Beeren- borg in Lubinski's oude bak kerszaak. Officieel staat hij als bakker en winkelier in kaas te boek. Elie Beerenborg, geboren in 1891 in Zevenbergen, woonde eerst met zijn vrouw Sara Ro- zette, geboren in 1893 in Am sterdam, in de Slotmakersstraat en wel op nummer 1a. Elie en Sara hebben drie kinderen, Cato Diena (1922), Abraham (1925) enGabriël(1930). Elie wordt in Leeuwarden voor al bekend door een pakkende slagzin, die hij in zijn adverten ties in de krant gebruikt en die langzamerhand iedereen kent: "Beerenborg bakt beslist beter brood." Chiel Meier Lubinski, net ge noemd, is niet de enige van zijn familie, die het verre Polen verliet om in Nederland een be staan te vinden. Ook zijn broer Chaja (1895) en zijn zuster Ra chel (1907) deden dat. Samen drijven zij nu in Leeuwarden een winkel in suikerwaren op het adres Nieuwe Oosterstraat 7. Ook in suikerwerken en kruide nierswaren handelt, in zijn klei ne winkeltje in de Speelmans straat op nummer 22, de in 1906 in Leeuwarden geboren Karei Veltman, die met de in het Duitse Gelsenkrichen in 1913 geboren Selma Cahn is getrouwd. Karei en Selma wor den in 1938 verblijd met de ge boorte van een dochtertje, Frie- derika. Selma Veltman-Cahn haalt op een steenworp afstand wel eens wat bij de grossierderij van Van Vliet aan de Eewal. Wanneer de oude heer Van Vliet nogal wat treuzelt om wat op te zoeken, mompelt Selma met een zwaar Duits accent: j"Ik sjie het al, mieneer hat zu viel jenever gehad." En dat om half negen in de morgen, terwijl de heer Van Vliet niet of nau welijks drinkt. Hij kan de humor dan ook niet waarderen en wordt helemaal kwaad, wan neer enkele toevallige toehoor ders in lachen uitbarsten. Karei Veltman heeft een twee jaar jongere broer, Marcus Velt man, die schilder is en die, met Adriana Dijkstra (1907), ge mengd is gehuwd. Marcus, die door iedereen Makkie wordt ge noemd, is niet zo honkvast en verhuist nogal eens. In 1934 bijvoorbeeld komt hij te wonen aan de Eewal, in 1935 verhuist hij naar de Klokstraat en in 1939 zit hij aan de Nieuwebu ren op nummer 31 Eerst in de Mozartstraat, later in de Alma Tademastraat woont de handelsreiziger Mo- zes Velleman, geboren in 1873 in Dokkum, die met Flora Lezer getrouwd is geweest; hij heeft zijn vrouw door de dood verlo ren. Moos hertrouwt met de tien jaar jongere Sellina de Jongh, maar zelf wordt hij ook niet oud: hij overlijdt in 1933, wanneer hij nog geen zestig is. Mozes en Flora kregen drie kinderen, drie zoons. Izak (1903). Meyer 1910i en Jacob (1911). Meyer, een bolleboos, is al |ong het huis uitgegaan om te gaan studeren er ligt buiten Leeuwarden voor hem een doktersloopbaan in het ver schiet. Een al bejaarde en zeer ge fortuneerd geworden Joodse stadgenoot gaat voor zaken naar Amsterdam en ver voegt zich aan de receptie van een van de duurste ho tels. Daar vraagt hij naar de al lergoedkoopste kamer zon der bad. De receptionist is met stom heid geslagen. "Maar me neer" zegt hij, "Uw zoon neemt hier altijd de duurste suite". "Best mogelijk" zegt de rijke Leeuwarder, maar hij heeft een rijke vader en ik niet dochtertje, dat Betty Flora heet. In de Dokkumerstraat op num mer 5 wonen Emanuel van der Velde (1866) en Betje Akker (ook 1866). Mannie van der Velde is melkboer en wordt daarom door de brave Leeu warders "de meikneus" ge noemd. Emanuel en Betje zijn de ouders van Herman van der Velde (1901), een knappe vent, die hoog staat aangeschreven bij het vrouwelijke deel van de Leeuwarderjeugd. Er zijn zelfs jongedames, die een traantje wegpinken, wan neer Herman in de zomer van 1931 per advertentie annon ceert dat hij zijn keus heeft ge maakt: de vrouw van zijn hart blijkt Becca (officieel Rebecca) van der Kaars te zijn, een van de mooie dochters van de lom penhandelaar Van der Kaars van het Noordvliet. Wel komt hij tijdelijk naar zijn geboortestad terug en woont dan in 'bij zijn broer IzaaK aan de Eewal op nummer 51. Izaak is, net als zijn vader, handels reiziger en hij is getrouwd met Wilhelmina Hendrika Kats (1909). In de zomer van 1935 krijgen Izaak en Betty een Herman van der Velde wordt handelsreiziger en hij reist on der andere in kleerhangers. Te genover vrienden en kennissen kan hij schijnbaar achteloos op merken: "Net alweer een wa gon vol aan C. en A. verkocht." Ook in de voetbalvereniging Achdoeth is Herman van der Velde een gevierde figuur. Elie beerenborg en zijn vrouw Sara Rozette, gefotografeerd- bij (je Put.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1988 | | pagina 7