'T KLEINE KRANTSJE
VIJFTIEN JAAR JOODS LEVEN
IN LEEUWARDEN 1930-1945
VAN
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 7
Al woont hij niet in Leeuwar- "Kijk ze daar weer eens staan,
den, toch mogen we hem reke- die boerehufters" zegt Jaap en
nen als behorend tot de Joodse zijn gehoor glimlacht maar wat.
gemeenschap van Leeuwar- "Ook de fraaie kreet "Geen
den: Lion van Gelder, alge- stuk marmer is zo hard als die
meen bekend als "Jaap", ook boerekoppen van jullie" lijkt
wel "Jaap-de-goeie-jongen" of geen mens te verontrusten -
"Japie-bij-de-paal" genoemd, iedereen blijft uiterst geamu-
Tientallen jaren lang, om pre- seerd staan. En wanneer het
cies te zijn van 1902 af, staat dan uiteindelijk aankomt op za-
hij al met zijn handelswaar op kendoen blijkt dat Jaap geen
onze vrijdagmarkt, week in, woord te veel heeft gezegd: hij
week uit en nooit zal hij ontbre- komt armen te kort om z'n prul
ken. len aan het kooplustige publiek
Met zijn gladde verkooppraatjes te overhandigen,
lijkt hij een gewiekste Amster- Zo nu en dan laat Jaap-de-
dammer te zijn, want daar goeie-jongen zich ook nog door
woont hij ook, maar hij is gebo- zijn auditorium huldigen: in
ren in Harlingen en hij heeft er 1937, wanneer hij precies vijf
geen moeite mee eventueel on- en dertig jaar onze vrijdagmarkt
tevreden Fries sprekende klan- bezoekt, in maart 1939, wan
ten te verstaan, al zal hij dat neer hij zeventig wordt. En al-
wijselijk niet laten merken. les komt zijn populariteit ten
Jaap is gewoon de grote attrac- goede: Japie-bij-de-paal is en
tie van de vrijdagmarkt. Hij blijft bij de Leeuwarders een ui-
staat op een vaste plaats, in de terst populaire figuur,
hoek bij de Prins Hendrikstraat
aan de voet van de electrici-
teitspaal, die zich daar bevindt
("Japie-bij-de-paal") en hij trekt
er altijd weer een groot publiek. Joodse stadgenoten, die we
Hij verkoopt onmisbare zaken zonder uitzondering elke vrijdag
als scheermesjes, portefeuilles op de veemarkt kunnen zien?
en portemonnaie's en zo boei- Betje en Roosje Cohen! Twee
end is zijn verkoopconference, zusters, dochters van de ooit in
dat iedere voorbijganger moeite de stad zo bekende schoen-
heeft niet te blijven staan, poetser Samuel Cohen. Toen
Daarbij ontziet hij zich niet zijn ze tien jaar waren, in 1891,
aspirant-klanten op de grofste kwamen ze voor het eerst met
manieren te beledigen, maar er kraakmangels op de markt en
is blijkbaar niemand, die het nu, in deze dertiger jaren ko-
hem kwalijk neemt. men ze er nog steeds met hun
geringe handelswaar als potlo
den, lucifers, pinda's, kauwgum
en repen chocolade. En er is
geen trouwe marktbezoeken
die de tweeling Betje en Roosje
niet kent.
Beide vrouwtjes zijn gemengd
gehuwd. Betje met de sigaren
maker Wilhelmus Schollen
(1881) en Roosje met Johan
nes Wilhelmus van Dijk (1889),
die ook al sigarenmaker is. Bet
je en Wilhelmus hebben één
dochter, Rika, geboren in 1919
en het huwelijk van Roosje en
Hannes werd gezegend met
De klas maakt een school
reisje naar de bossen bij
Appelscha.
Voor een hele oude boom
blijft het hele gezelschap
bewonderend staan.
"O, jij trotse olm" spreekt de
kleine Brammetje plechtig,
"als jij kon spreken, wat zou
je me dan te vertellen heb
ben?"
"Da's niet moeilijk te raden"
reageert de meester. "Hij
zou zeggen: "Pardon, ik ben
een eik".
Aan de Nieuweburen, waar
meer Joodse Leeuwarders wo
nen, vinden we ook het gezin
van de koopman in manufactu
ren Izaak de Vries. Hij is van
1889 en hij is getrouwd met
Perrelina Leviet, die van 1890
is.
Izaak en Perrelina hebben vier
kinderen, drie jongens en een
meisje. Aron (1921) is de oud
ste, dan komen Bernard
(1923), Grietje (1926) en Her
man, die in 1930 geboren is.
Op een dag in de meimaand
van '36 gaat Izaak de Vries,
zoals zo vaak, met zijn auto de
provincie in. In Oldeboorn be
zoekt hij enkele klanten en
wanneer hij tegen de middag
op het punt staat te vertrekken,
krijgt hij de motor van zijn wa
gen niet aan de gang. Hij moet
van de aanzetslinger gebruik
maken, maar hij vergeet te kij
ken of de auto wel in de vrij-
iQop staat.
Wanneer de motor na enkele
malen draaien start, blijkt dat
niet het geval te zijn: de wagen
komt in beweging en rijdt over
het lichaam van de heer De
Vries heen. Die wordt daarbij
zo zwaar gewond, dat hij spoe
dig daarna in het Diakonessen-
huis overlijdt.
Twee jaar na dit droevige on
geval verlaat de oudste zoon
Aron het ouderlijk huis. Hij
heeft besloten naar zee te
gaan en vertrekt nu naar Den
De populaire Jaap als Volen-
dammer op de vrijdagmarkt
Helder. Het is de Koninklijke
Marine, die daar op hem wacht.
Broer Bernard is dan slagers
knecht bij Van der Kaars, nadat
hij ook al knecht bij Gerrit de
Wilde is geweest, Grietje werkt
bij de boekbinderij van Hettema
op de Put en Herman zit op de
lagere school aan de Arends-
tuin.
Nog een foto vanJaap: hij is zeventig en hij staat zeven en dertig
jaar op de markt in Leeuwarden.
mmmbwh&itn&L—
Betje en Roosje Cohen als meisjes op de veemarkt gefotogra
feerd.
twee dochters, Rika (1921) en
Johanna Clasina (1923).
Opvallend is het dat twee zus
ters van Betje en Roosje ook
met Christenen zijn getrouwd.
Johanna, die naar Amsterdam
is verhuisd, met een Dompeling
en Leentje, de jongste, die nog
in Leeuwarden woont, met een
Sloot.
Een van hun zes broers, Abra
ham, ofwel Brammetje, kunnen
we ook elke vrijdag op de
markt aanschouwen. Hij staat
er met oud ijzer en alle mogelij
ke spullen van de tweede tot
en met de tiende hand. Maar
over hem en zijn gezin hebben
we het in een van de vorige
afleveringen van deze rubriek
al gehad.