MIJN JEUGD JA REN IN
DE OUDE BINNENSTAD
NERVEUS PAARD
ALLES BEHALVE RUSTIG
ARTISTEN BIJ
SIPCASTELEIN
'T KLEINE KRANTSJE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 13
Mag ik, om vandaag te begin
nen, enkele namen noemen
van vroegere winkels, waarvan
ik niet weet of ze nu nog be
staan? In de Weerd, niet zo ver
bij ons huis vandaan, was de
zaak in kantoorbehoeften van
Hilarius. Daarnaast zat de poe
lier Van der Werf, dat waren
twee broers.
Tegenover deze winkels was
de zaak van Gerbenzon op de
hoek van de Weerd en de Ba-
gijnestraat. Daar waren fraaie
en dure artikelen te koop voor
het interieur, zoals vazen, por-
celein serviesgoed en exclusie
ve meubelen. Deze zaak had
opvallend grote vensterramen.
Op de andere hoek van de Ba-
gijnestraat had je een kantoor,
waarvan de eigenaar invalide
was. Die reed vaak op een
driewieler door de stad, bijge
staan door zijn zoon, die een
bekende figuur in het Rooms
Katholieke verenigingsleven
was.
Verder had je nog de fijne ban
ketzaak van Ypes in de Weerd
en daar tegenover, op de hoek
van de doodlopende Gloppe,
zat een schoenmaker, een De
Jong.
In de Sint Jacobsstraat was het
bekende hotel De Phoenix,
waar mijn grootvader altijd lo
geerde, wanneer hij in Leeu
warden zaken kwam doen.
Naast het hotel was de bakkerij
van Van Dam. Aan de overkant
had je de panden van Kaller,
zeer bekend bij de boerenbe
volking. Er waren verschillende
verkopers in de zaak aanwezig
om de geachte clientèle te hel
pen en te adviseren voor het
In de Sint Jacobsstraat was het
bekende hotel De Phoenix,
waar mijn grootvader altijd lo
geerde, wanneer hij in Leeu
warden zaken kwam doen.
aankopen van de stoffen.
Deze cliënten werden eerst
verwend met een kop koffie en
een sigaar om ze in een goede
stemming te brengen. Die kof
fie werd geserveerd in een op
kamer achter de winkel, terwijl
mevrouw Këller, de moeder
van mijn vriend Jopie, in de
keuken onder de opkamer be
zig was spekpannekoeken te
bakken. Ook die lieten de cliën
ten zich goed smaken.
De heren Kaller en diverse
ooms rookten zelf geen siga
ren, maar een pijp. Omdat ze
uit het Duitse Mettingen kwa
men spraken ze half Duits, half
Nederlands. Aan de familie Kal
ler heb ik leuke herinneringen
bewaard.
Naast de Kallers was de poe
lier De Jong. Als ik daar aan
denk zie ik daar nóg een joekel
van een ree aan een haak bui
ten de gevel hangen. Elk voor
jaar stonden daar in de etalage
kommetjes, schaaltjes of mand
jes, waarin de kievitseieren la
gen op donker zaad.
Liep je door het steegje tussen
De Jong en Kaller, dan stroom
de daar altijd water; ik denk dat
daar een pomp was, die tou-
jours water naar boven pompte.
En dan die vieze, weeë lucht
van de dode konijnen, hazen,
kippen, fazanten en kalkoenen
- het was echt iets speciaals,
maar bepaald niet lekker.
Een eindje verder, op de hoek
van de Wirdumerdijk en de
smalle Peperstraat, had je Flot-
tow, de herenconfectiezaak.
Daarnaast de sigarenwinkel
van Ebbens en op de hoek van
het Naauw een winkel van Ja-
min. En naast Jamin was de
kapperszaak van Dumorée.
Ook herinner ik me hier een
bakkerszaak met een grote kist
in de winkel, van waaruit kuste-
koek werd verkocht - korsten-
koek dus. De randen van de
koek waren de op de bakplaat
ontstane korst.
Naast de bakker zat de siga
renzaak van Stoffels, De Plan-
teur. Dat was een zeer deftige
zaak, althans, dat vond ik. De
eigenaar gaf les in een hobby
club en zijn specialiteit was het
bouwen van boten op schaal.
In het hoekhuis van het Naauw
en de Groentemarkt was de
winkel van Schwaner, een be
kende zaak, vooral voor kera
miek, procelein en prachtig aar
dewerk. Dan had je nog Van
der Werff op de Weaze, een
grote zaak in kachels en derge
lijke.
En tenslotte: aan de Brol zat de
zaak in huishoudelijke artikelen
van Ter Horst, waar ook speel
goed werd verkocht.
Nu iets over de Mercuriusfon-
tein. Toen die in werking werd
gesteld had de organiserende
commissie ervoor gezorgd, dat
er een stel karpers in de grote
stenen bak rondzwom. Maar
dat duurde natuurlijk niet lang.
Al heel gauw was de bak hele
maal leeggevist door kwajon
gens, die de vis dan onder de
jas mee naar huis namen. Heel
wat gezinnen kregen in die da
gen gebakken of gekookte vis
op tafel, afkomstig uit de Mer-
curiusfontein.
Dan nog dit, wat me ooit eens
voor waar is verteld. Op school
sprak de meester over de na
tuur. Hij vroeg alle kinderen de
volgende morgen een insect
mee te brengen.
Inderdaad kwam ieder kind de
andere dag met een lucifers
doosje op school met een in
sect er in. De een had een
mug, de ander een vlieg of een
mier. Alleen Moos had niets.
"Dit is allemaal mooi kinderen"
sprak de meester, "maar Moos,
waarom hebjij niets?"
"Ik heb wél wat meester," zei
Moos, "maar dat staat op de
gang."
"Op de gang?" vroeg meester
vertaasd, "hoe kan dat nou?"
Maar goed, meester ging kijken
en wat stond daar? Een kinder
wagen met een baby er in.
"Wat heeft dit te betekenen?"
vroeg de meester met een nors
gezicht, "dit is toch geen in
sect?"
"Jazeker, meester" antwoordde
Moos, "dit is het motje van mijn
zuster."
Siep Ter Horst
Het was gistermiddag allesbe
halve rustig in de woning van F.
Smid aan het Noordvliet. De be
woner had wóórden mét een ze-
Voor er (in 1920) een Schaaf in
de Concertzaal in de Breed-
straat kwam, zat er een Schilter
in het bedrijf. Die heeft de zaak
maar een jaar gehad en niet
zoveel stadgenoten zullen zich
zijn naam herinneren. Veel be
kender werden zijn voorgan
gers Van der Wielen, Visser en
Rodenhuis.
In de tijd van Schilter, dat moet
dus in 1919 zijn geweest, was
daar eens een gemaskerd bal.
Dat werd met een berstensvolle
zaak een drukte van belang.
Tenslotte kwam er het sein, dat
de gemaskerden voor de jury
moesten komen. Die kwam
toen voor de moeilijke taak te
staan om de meest ludieke
vondsten te beoordelen.
Het klapstuk was kennelijk voor
het laatst bewaard, want toen
verscheen vanuit de kleedka
mer niemand minder dan Na
poleon Bonaparte op het to
neel. En hij zat, zoals het een
fiere veldheer betaamt, boven
opeen paard.
Maar 't nerveuze beest stond
er nog maar net of daar ging
de staart omhoog en het was
niet leuk meer wat er toen naar
beneden kwarh. Het hield ge
woon niet op en uiteindelijk
moest de bekende kelner De
Jong toesnellen om met een
stofblik (of was het een dien
blad?) het allerlaatste op te
vangen.
Of zijn danig geschrokken berij
der toen nog voor een prijsje in
aanmerking kwam vertelt de
historie niet. Maar in ieder ge
val werd het een fleurige
avond, die natuurlijk doorging
tot ver na middernacht.
keren M., waarvan al spoedig
handtastelijkheden het gevolg
waren. De ramen dreunden en
dé ruiten knapten, het was een
formeele vechtpartij. De politie
moest ingrijpen. Zij bracht M.
naar den politiepost in de Ka
naalstraat. (1931)
Deze keer weer een foto van
een charmante dame uit 1930.
Let op de toenmalige kleding
van damesartisten, die als
acrobate of danseres optraden
Aan het hoofddeksel is voor mij
te zien, dat het inderdaad een
acrobate is.
Zij ondertekent met Mr. Mrs.
Serlany. Eindelijk nu een tekst
in het Engels, wat een uitzon
dering is in het plakboek. Heb
hierover al meerdere keren ge
schreven. Een abonnee en
oud-stadgenoot, die nu in
Drachten woont, belde mij om
een tip te geven hoe men oude
ingepakte foto's uit een album
kan verwijderen. Want uitgere
kend die foto's, waarvan het
bijschrift in het Engels is ver
meld, zitten muurvast.
Op de bladzijde staat verder
vermeld: "Many thanks to dear
Mrs. Hager for a very comforta
ble week. We shall always be
pleased to return. Best wishes.
Mr. Mrs. Serlany - Serlany
Four".
Dus een groep van maar liefst
vier personen bij Cabaret
"Spoorzicht". De datum is 23
januari 1930. Men tekent ook
met "Spoorzicht", want de ar-
tisten zullen het wel niet over
Sipke Castelein hebben gehad,
dat deden wij Leeuwarders.
Meer gegevens heb ik niet over
deze groep.
De moeilijkheid bij al deze fo
to's is, dat wanneer het niet
een actie-foto is, men nu moei
lijk meer kan vaststellen wat
men precies deed, want het
vak acrobaat heeft vele onder
delen. Denken wij aan onze
stadgenoot Douwe Andries Bijl-
sma - hij was "slangen-acro
baat", ook genoemd contorsio-
nist. Ik hoor het hem nog
zeggen: "Het vouwen, plooien
van de ledematen, gelijk een
slang, gelijk een paling". Wat
zou onze Bijlsma, ook ge
noemd Kapitein Nero en "de
Friese fakir" trots zijn als hij nu
kon lezen over zijn geliefde
vak. Bijlsma sprak altijd van het
"vak".
Dan zijn er "kracht-acrobaten",
die ik nog steeds veel in de
Oostblokstaten zag optreden.
De ene partner duwt de andere
partner in één beweging met
één hand naar boven. Dan de
cascadeurs, die elkaar zo maar
over tafels "smijten". En dan
de lucht-acrobaten, wel of niet
aan de trapeze. Wist u overi
gens dat in de prachtige zaal
van "Spoorzicht" een soort ring
aan het plafond was bevestigd,
om ook trapeze- en luchtacro
baten kans te geven op te tre
den? Acrobaten kunnen hun
vak dikwijls alleen maar tot hun
vijftigste jaar uitoefenen. Het is
een zwaar beroep.
Dus deze keer toch weer een
verhaaltje, want zoals ik u al
eerder schreef: het is gemakke
lijk elke keer een foto af te
drukken, maar er moet ook
steeds wat anders als tekst bij
staan. Ik hoop maar dat onze
abonnees van deze fraaie foto
in het bruin, met de lachende
charmante dame in de toen be
kende fotopose, zullen genie
ten. Denkt u maar: men mist
pas iets, als het er niet meer is!
Leeuwarden, Historisch Variété
Archief Ritsko van Vliet senior