ZWEMLES GAF IK WEL MAAR ZWEMMEN KON IK NIET pagina 7 "Waar hale jou al die verhaalts- jes fut?" vroeg mij laatst een oud-stadgenoot die ik 't Kleine Krantsje onder sien neus duwd had. Nou, daar had ik wel een antwoord op: "Niet uut mien duum sogen!" ledereen, die in het verleden duikt, vindt wel wat. Maar het is niet voor ie dereen even gemakkelijk om belevenissen op papier te zet ten. En dan moet het ook nog de moeite van het lezen waard zijn. (Dit laatste blijft altijd een kwestie van smaak.) Mijn inspiratie komt meestal als ik weer eens in Leeuwarden ben geweest. Zo ook enige maanden geleden. Er lag een familielid in het ziekenhuis en mijn vrouw en ik reden vanuit het verre zuiden des lands naar Friesland om haar te bezoeken. En de herinneringen boden zich als vanzelf aan. Toen we in Leeuwarden kwa men en het ziekenhuis moes ten zoeken, was ik direct weer helemaal in vroeger tijden. Want dat ziekenhuis ligt zo on geveer op de plaats, waar eens het Huizumer zwembad lag. En daar vond ik niets van terug. Helemaal niets! Mijn gedachten gingen prompt terug naar het begin van de vijftiger jaren. Ik kwam terug uit Indonesië, waar ik militair was. Wilde emigreren naar Australië, maar moest bijna twee jaar wachten op een vergunning van de Australische regering. Dat betekende nietsdoen. Er was geen werk voor een gede mobiliseerde militair. Dus zocht ik allerlei baantsjes om toch wat te verdienen. Ik had al in een klein textielwin- keltsje holpen met balansopma- ken. Verkocht af en toe ook nog wel eens een artikel (direc toires bijvoorbeeld voor 1,95 per stuk. Van die rose gevallen, net bungalowtenten zo groot. Elastiek in de pijpen, weet u nog wel?) Verder was ik een paar maan den "vertegenwoordiger". Ver kocht bascules, kaasmessen, snelwegers en vleesmolens. Al thans, ik werd geacht die te verkopen. Ik bracht er niet veel van terecht. Probeerde Fries te praten bij de winkeliers in de provincie, maar dat bekwam wederzijds slecht. "Skij maar uut, jo bin een stêdsjer. Praat maar gewoon!" Tot ik op een goeie dag een advertentie in de krant zag staan. "Badknecht gevraagd in het Huizumer zwembad". Werkzaamheden: schoonhou den van de kleedhokjes en as sisteren bij het toezicht. "Nou, dat liekt wel wat!" dacht ik. Persoonlijke sollicitatie bij de secretaris. De man woonde in Huizum natuurlijk. "Jou bin al de derde sollisitant", zei hij. Maar toen hij hoorde, dat ik on derofficier weest was en in structeur, werd hij wat toeschie telijker. "Zo'n mantsje mut ik nou krekt hewwe", mompelde hij. SEIZOENWERK Nou, ik zou aardig wat verdie nen, want het was seizoenwerk en ik kon direct de volgende dag beginnen. Na nog te heb ben gevraagd: "van wie bin jou er een?" kon ik weer de straat op. Net zou ik op mijn fiets springen, toen de voordeur van de secretariswoning weer openging. "Hé Sytsema, jou kenne toch wel swemme?" Ik begon hard te lachen, want déér hadden we het niet over gehad! "Ja hoor," riep ik, "een slootsje van twee meter kom ik wel over!" Dat scheen de secretaris door slaggevend te vinden. Hij lach te hartelijk en de deur ging weer dicht. Hij had eens moe ten weten! Mijn zwemkunst hield in, dat ik een sloot van twee meter wel over zou kun nen zwemmen, maar meer ook niet. Kortom, ik kon een beetje de "honneklauw". Nou, ik ben twee seizoenen "assistent badmeester" ge weest, compleet met witte broek en zo, maar slechts 'eén persoon heeft geweten dat ik nauwelijks kon zwemmen. Dat was collega Visser. Hij zweeg als het graf, maar we spraken wel af, dat ik nooit en te nim mer alleen toezicht zou hou den. En dat gebeurde dan ook niet. Er was altijd een gediplo meerde collega aanwezig. Toch leerde ik verscheidende kinderen en ook ouderen zwemmen. Ik zag hoe de ande ren dat deden. Zwemmen deed ik héél stiekem in de vroege ochtenduren. Dan leerde Visser me de goede slag. En dan als de weerlicht het water uit en de buitendeur open als de eerste klanten kwamen. Dat zwembad moest vóór het seizoen helemaal schoonge maakt worden. Met een pomp werd al het water er uitgepompt tot er een vieze groene brij droog kwam te liggen, weme- lend van de kikkers. Die moes ten we vangen en de groene slierten alg met kruiwagens af voeren. Daarna met staalbe- zems de betonnen bodem schoonschrobben. Dat was een geweldige klus. Blaren in de handen. Dan alle steigerpalen in de carbolineum zetten. Wekenlang waren we bezig met het schoonmaken en op knappen van het bad. En dat ging niet in een witte broek en wit overhemd! We zagen er uit als echte slootgravers. Als alles klaar was, moest het water er weer in. Een langdurige zaak. Maar, als dan het zwemseizoen aanbrak, was het feest, Hoe wel, in de echt drukke tijd was het een rotbaan. Er was "ge mengd" en afzonderlijk zwem men voor mannen en vrouwen (jongens en meisjes). Een hele "Badmeester" Sytsema met charmante dames op de lage spring plank in het Huizumer zwembad. Marten Sytsema controleert de kleedhokjes, terwijl zijn co'llèga Lens diploma 's aftekent. vertoning! Een half uur vóór de tijd moesten de jongens er uit, maar dat ging niet. Dus: ieder een er uit. Nou, dat was altijd weer een hels kaiwei. Steeds waren het dezelfde knapen, die niet uit het water wilden komen. "Kom ons maar halen", riepen ze dan. Ja, moest je net bij mij zijn. Ik moest de schijn ophou den uitstekend te kunnen zwemmen. Eens wilden een paar jongelui mij "jonassen" in een overmoedige bui. Ik zweef de al bijna boven het bad. Was doodsbenauwd, maar moest het niet laten blijken. Boven dien was jonassen streng ver boden. Je werd er uit gestuurd met innemen van het abonne ment voor twee weken. "Zelf weten", riep ik, "jullie zijn je abonnement kwijt hoor! En mien horloge is oek niet water dicht!" Ik werd weer op mijn benen gezet en mijn prestige was gered. Ja, als je dan nu dat grote zie kenhuiscomplex ziet en je denkt terug aan vroeger. Elke morgen kwam er om tien uur een stelletje oudere dames. Zwemmen natuurlijk. Maar ook kletsen, lol maken en snoepen. Ze namen altijd wat lekkers mee, ook voor ons en wij zet ten dan koffie. Dat was elke dag lachen en gieren. Les kre gen ze ook. Achterover in het water liggen en dan drijven. Dat ging eerst niet, maar het lukte toch op den duur. Ook heb ik les gegeven aan die dames. Zelf zou ik voor geen geld achterover durven drijven. Maar, ik was dan ook niet zo mollig als de meeste dames. "Die drijven op hun vet", zei de oudste badmeester Hoeber. Zingen deden we ook veel. Als het weer slecht was en er kwa men geen klanten, maakten we muziek. Tiemen had een gitaar, Lens een mondharmonika en ik bespeelde een bas, gemaakt van een theekist en een be zemsteel, waarover touw ge spannen was. Maar als het druk was moesten we echt lange dagen maken. Elke avond spuiten. Alle hokjes schoon. Soms lag er een ver rassing in de vorm van een flin ke hoop. Geen zin of geen tijd om naar de W.C. te gaan! Dan de slang er maar op en weg spuiten die boel. Eens wilde ik een jongeman uit het zwembad sturen omdat hij een jonge vrouw had "gejo nast" samen met een vriend. Die vrouw bleek daarbij te zijn verwond aan haar rug. Ik zag het gebeuren, floot nog om te waarschuwen, maar het was al te laat. Ik erop af. Beide jon gens stuurde ik naar de hoofd badmeester om hun abonne ment voor twee weken in te leveren. Ik wist echter, dat één der knapen de zoon was van de secretaris. En die was toe vallig ook aanwezig.Dat was even moeilijk. "Hij er uit, of ik er uit;" dacht ik. Maar de straf werd prompt gegeven. Zoonlief kwam twee weken niet in het bad en zo hoorde het ook. Een leuke tijd, daar in dat zwembad in Huizum. Baarle Nassau Marten W. Sijtsema liep er een romantische steeg van de Nieuweburen naar Ach ter de Grote Kerk. Dat was de Poptasteeg, die ook wel Pip- steeg werd genoemd. De steeg was niet kaarsrecht, maar had verschillende haakse hoeken. Daar stonden lantaarnpalen en in het licht van zo'n lantaarn zaten bewoners van de steeg vaak te kaartspelen op mooie zomeravonden. Een zekere Van Zandvoort, die hier ook woonde, trad op deze open luchtsociëteit vaak als zanger op. Hij had een zeer fraaie stem. Kwam hij met het lied "Mijn moeder vergeet ik toch nooit", dan werd de ontroering hem vaak te machtig.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1991 | | pagina 7